gepubliceerd op 17 maart 2006
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 april 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincies Luik en Namen, betreffende de tewerkstelling van personen die tot de risicogroepen behoren
30 DECEMBER 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 april 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincies Luik en Namen, betreffende de tewerkstelling van personen die tot de risicogroepen behoren (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincies Luik en Namen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 15 april 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincies Luik en Namen, betreffende de tewerkstelling van personen die tot de risicogroepen behoren.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 30 december 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincies Luik en Namen Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 april 2003 Tewerkstelling van personen die tot de risicogroepen behoren (Overeenkomst geregistreerd op 10 december 2003 onder het nummer 68879/CO/102.02)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincies Luik en Namen.
Onder "werknemers" worden de werklieden en werksters verstaan.
Art. 2.Ten voordele van de betrokken sectoren wordt er voorzien in de aanwending van 0,10 pct. van de loonsom voor de schoolopleiding met een volledig leerplan van steenhouwers (hardsteen en zandsteen).
De sector verbindt er zich toe de alternerende opleiding en de aanwerving van jongeren te promoten die deze opleiding hebben gevolgd.
Deze opleiding geschiedt in samenwerking met het FOREm, de O.C.M.W.'s en de verenigingen en groeperingen die zich met vorming bezighouden.
Art. 3.Deze verbintenis moet per jaar ten minste 0,10 pct. van de aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aangegeven loonsom omvatten.
Deze sommen zullen gestort worden aan een fonds dat te dien einde is opgericht en nadien worden toegekend volgens de behoeften van de betrokken onderwijsinrichtingen.
Dit fonds, dat paritair is samengesteld uit vertegenwoordigers van de werkgevers en van de vakorganisaties die deze overeenkomst hebben ondertekend, zal ermee worden belast samen met de sociale gesprekspartners deze opleiding te organiseren en zal de aanwending van dit minimum percentage van 0,10 pct. voor het jaar 2003 en 0,10 pct. voor het jaar 2004 controleren.
Art. 4.Deze overeenkomst zal, samen met die welke werd gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk uitgezonderd de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant, worden toegepast.
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003 en treedt buiten werking op 31 december 2004.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 december 2005.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN