Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 30 augustus 2023
gepubliceerd op 11 oktober 2023

Koninklijk besluit betreffende de uitgevoerde verwerkingen in het kader van artikelen 22/2, § 7, en 22/3, § 10, van bijlage 1 van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2023045783
pub.
11/10/2023
prom.
30/08/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

30 AUGUSTUS 2023. - Koninklijk besluit betreffende de uitgevoerde verwerkingen in het kader van artikelen 22/2, § 7, en 22/3, § 10, van bijlage 1 van de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten betreffende de elektronische communicatie


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd, legt de nadere regels vast inzake het beheer en de werking van de verwerkingen uitgevoerd in het kader van het sociaal telecomtarief, in overeenstemming met de artikelen 22/2, § 7, en 22/3, § 10, van bijlage 1 van de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten betreffende de elektronische communicatie (hierna "de wet").

Het strekt er tevens toe de operationele mechanismen tussen de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie (hierna "de FOD Economie") en de telecomoperatoren bedoeld in artikel 74, §§ 4 en 6 van de wet, te omkaderen, met het oog op de verstrekking van de sociale component van de universele dienst.

Dit besluit belast tevens de FOD Economie met de controle en het beheer van de voorwaarden van de toekenning van het sociaal tarief bedoeld in de artikelen 22/2, 22/3 en 38/1 van bijlage 1 van de wet voor bepaalde categorieën van begunstigden, gedefinieerd in artikel 22/2, § 2, van bijlage 1 van de wet.

Het sociaal tarief voor telecom wordt op dit moment toegekend door het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (hierna "het BIPT"), aan personen die daarvoor een uitdrukkelijke aanvraag indienen en voldoen aan de toekenningscriteria. Het BIPT beschikt over een databank met de gegevens van de begunstigden. Dit sociaal tarief biedt kortingen op het tarief van bepaalde telecomproducten. Die kortingen zijn ten laste van de operatoren.

Vanaf 1 maart 2024 zal een nieuw sociaal telecomtarief worden ingevoerd (hierna "het ST nieuw regime") betreffende het aanbod van een basisdienst, waaronder ten minste de levering van breedbandinternet, volgens de minimale technische kenmerken en tegen een wettelijk vastgelegde maximumprijs. Elke operator zal de mogelijkheid hebben om een verschillende basisdienstformule aan te bieden, voor zover die voldoet aan de technische minimumcriteria en wettelijk vastgelegde tarieven. Die formule moet duidelijk worden aangeduid als het aanbod van het sociaal tarief van de operator, zonder dat er verwarring mogelijk is met een commercieel aanbod van die operator. In overeenstemming met de bepalingen van Boek VI van het Wetboek van economisch recht inzake de consumentenbescherming, mogen de woorden "sociaal tarief" alleen worden gebruikt om te verwijzen naar het aanbod bedoeld in artikel 38/1 van de wet, dat is uitsluitend voorbehouden voor de personen die hiervoor in aanmerking komen.

Het ST nieuw regime zal op geautomatiseerde wijze worden beheerd door de FOD Economie, om na te gaan of de aanvragers als begunstigde in aanmerking komen en ook om via periodieke controles na te gaan of de begunstigden voldoen of nog steeds voldoen aan de toekenningsvoorwaarden. Vanaf de inwerkingtreding van het ST nieuw regime zal het niet langer mogelijk zijn een aanvraag in te dienen voor het huidige sociaal tarief voor telecom.

Het ontwerp van koninklijk besluit is bedoeld om de modaliteiten van het beheer van het sociaal tarief en de werking van de uitwisseling van informatie tussen de verschillende deelnemende partijen in het systeem (operatoren, FOD Economie, BIPT, Rijksregister, Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid) te bepalen. De technische opties strekken ertoe het principe na te leven van "privacy by design" in de betekenis van de Verordening betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (GDPR), waarin staat dat de partijen met elkaar slechts een minimum aan informatie delen.

Artikelsgewijze bespreking Artikel 1 Dit artikel definieert een aantal termen uit het besluit.

Artikel 2 Dit artikel strekt ertoe akte te nemen van de aanduiding van de FOD Economie voor het controleren van de voorwaarden van de toekenning van het sociaal tarief bedoeld in artikelen 22/2, 22/3 en 38/1 van bijlage 1 van de wet (het ST nieuw regime).

Artikel 3 Het artikel verduidelijkt het verloop van de verschillende onderliggende stromen van de informaticatoepassing die wordt geïmplementeerd om na te gaan of de aanvragers in aanmerking komen voor het ST nieuw regime en om de databank voor het ST nieuw regime te beheren. Het bepaalt tevens de principes die de uitwisseling tussen de FOD Economie, de operatoren en het BIPT regelen in het kader van de aanvragen van het ST nieuw regime.

Alle aanvragen van het ST nieuw regime moeten worden gedaan bij een operator door de klant. De aanvragen verlopen via de FOD Economie, die optreedt als uniek in- en uitgangspunt voor alle informatiestromen en uitwisseling van gegevens over het ST nieuw regime en oud regime.

Om na te gaan of een persoon recht heeft op het ST nieuw regime, moeten de operatoren aan de FOD Economie het identificatienummer van het Rijksregister van de persoon die het sociaal tarief aanvraagt, meedelen.

De FOD Economie is belast met het controleren of de aanvrager in aanmerking komt voor het ST nieuw regime, met andere woorden of er wordt voldaan aan alle toekenningsvoorwaarden bepaald door de wet.

Paragraaf 1, eerste lid, belast de FOD Economie met het controleren of de aanvrager in België verblijft en of hij of een lid van zijn huishouden behoort tot een van de categorieën van rechthebbenden gedefinieerd in artikel 22/2 van bijlage 1 van de wet.

Paragraaf 1, tweede lid, implementeert het principe van de onmiddellijke online controle van de hoedanigheid van rechthebbende van de aanvrager. Het bepaalt dat de controle gebeurt op basis van verschillende authentieke bronnen relevant voor de categorieën van rechthebbenden die zijn gedefinieerd in de wet, met behulp van het identificatienummer van het Rijksregister van de persoon die het ST nieuw regime aanvraagt. Voor die controle raadpleegt de FOD Economie de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid (hierna "de KSZ"), die online de gegevens controleert van de aanvrager in de bestanden van de relevante authentieke bronnen.

Als tijdens die controle blijkt dat de aanvrager of een lid van zijn huishouden behoort tot de categorieën van rechthebbenden gedefinieerd in de wet, stuurt de KSZ een positief antwoord aan de FOD Economie.

Dit antwoord is geanonimiseerd: er wordt niet verduidelijkt tot welke categorie van rechthebbenden de aanvrager of het lid van zijn huishouden behoort, of wie de persoon is die binnen het huishouden in aanmerking komt voor het sociaal tarief. Het antwoord is beperkt tot "ja" of "nee".

Paragraaf 1, derde lid, benadrukt dat de aanvrager, bij een positief antwoord van de KSZ, beschikt over zeven kalenderdagen, vanaf het antwoord, om over te gaan tot het afsluiten van een telecomdienstenovereenkomst met het ST nieuw regime bij zijn operator, voor zover er wordt voldaan aan de andere toekenningsvoorwaarden van dit ST nieuw regime.

Die termijn van zeven kalenderdagen is bedoeld om de aanvrager enerzijds bedenktijd te geven zodat hij het aanbod van ST nieuw regime van verschillende operatoren kan vergelijken. Anderzijds is de termijn ook bedoeld om rekening te houden met de verwerkingstijd die operatoren nodig hebben wanneer zij niet beschikken over fysieke verkooppunten en niet rechtstreeks met de aanvrager in contact kunnen staan. De termijn werd vastgelegd op maximaal zeven kalenderdagen opdat het moment waarop de klant beslist om de overeenkomst met ST nieuw regime aan te gaan, zo dicht mogelijk ligt bij het moment waarop online wordt vastgesteld dat hij in aanmerking komt, aangezien dit van dag tot dag kan veranderen.

In de gebruikelijke taal van de telecomoperatoren worden drie momenten onderscheiden: - "de bestelling", dit is het moment waarop de klant zijn toestemming geeft over het aangaan van de overeenkomst en instructies geeft voor het aanvangen van de nodige installatie van de telecomverbinding en de activatie ervan. "de bestelling" kan worden vergelijken met het ondertekenen van een bestelbon; - "de installatie", dit is de uitvoering van de technische werkzaamheden die nodig zijn voor de verbinding van de klant; - "de activatie", dit is de implementatie van de telecomdienst en het aanvangen van de facturatie aan de klant.

Rekening houdend met die verduidelijkingen bepaalt het derde lid dat "de bestelling" moet gebeuren binnen de zeven dagen nadat werd gecontroleerd of de aanvrager in aanmerking komt voor het ST. Na het verstrijken van die termijn van zeven dagen is het resultaat van de controle of de aanvrager in aanmerking komt voor het ST, niet meer geldig en moet er een nieuwe controle worden uitgevoerd via de KSZ. De tweede paragraaf geeft aan dat na de controle van het "sociale" recht op het sociaal tarief van de klant, de FOD Economie ook in zijn eigen databank alsook bij het BIPT controleert of er eventueel al een overeenkomst ST nieuw regime of oud regime bestaat. Die controle gebeurt voor alle leden van het huishouden van de aanvrager, met behulp van hun respectievelijke identificatienummers van het Rijksregister. Ze is noodzakelijk vanwege de bepaling in artikel 22/2, § 4, van bijlage 1 van de wet, die het sociaal telecomtarief beperkt tot één overeenkomst per huishouden, voor het nieuwe en het oude regime samen.

Als er wordt vastgesteld dat er reeds een andere overeenkomst met het sociaal telecomtarief bestaat in het huishouden van de aanvrager, informeert de FOD Economie de operator die de aanvraag heeft ingediend.

Als er een bestaande ST-overeenkomst wordt vastgesteld in het huishouden van de aanvrager, ongeacht of het gaat om het oude regime of het nieuwe regime, kan het ST nieuw regime niet worden toegekend aan de aanvrager zolang de houder van de bestaande ST-overeenkomst in zijn huishouden niet persoonlijk afziet van de toepassing van het sociaal tarief op zijn overeenkomst.

Van dat afzien kan niet altijd onmiddellijk akte worden genomen in de bestanden van de operatoren, van het BIPT en van de FOD Economie; daarom werden er bepaalde procedures ingevoerd die de gebruikelijke praktijken in de sector respecteren, om te vermijden dat de telecomdienst wordt onderbroken tussen het afzien van het bestaande sociaal tarief en de activatie van het nieuwe sociaal tarief.

Voor de toepassing van die afwijkende procedures wordt rekening gehouden met de volgende factoren: - de bestaande overeenkomst is een overeenkomst aangegaan bij een andere operator en kan het voorwerp vormen van een overdracht naar de operator bij wie de aanvraag werd gedaan (via de gereglementeerde procedure tussen operators die "easy switch" heet); - de bestaande overeenkomst is een overeenkomst aangegaan door de aanvrager bij dezelfde operator als die bij wie de aanvraag werd gedaan (de zogenaamde "swap"-operatie); - de bestaande overeenkomst is een overeenkomst aangegaan door een andere persoon dan de aanvrager bij dezelfde operator als die bij wie de aanvraag werd gedaan en de huidige houder van de overeenkomst stemt ermee in zijn overeenkomst over te dragen naar de aanvrager (via de ondertekening van een document van het type "change owner" bij zijn operator).

Het afzien van een bestaande overeenkomst bij de operator aan wie de nieuwe aanvraag werd gericht kan alleen gebeuren indien de zogenaamde "swap"- of "easy switch"-procedures van toepassing zijn. Door het opstarten van die procedures is de operator van de aanvrager verplicht om ervoor te zorgen dat de afstandsverklaring wordt voltooid, wat de FOD Economie in staat stelt om te bevestigen dat er geen bestaande overeenkomst met sociaal tarief meer is binnen het huishouden en dus toestemming geeft voor de toekenning van het ST nieuw regime aan de aanvrager.

In alle andere gevallen moet de houder van de bestaande telecomdienstenovereenkomst waarop een sociaal tarief van toepassing is, afzien van dat sociaal tarief bij de operator bij wie de overeenkomst werd afgesloten. De procedure "change owner" kan helpen als de bestaande ST-overeenkomst werd afgesloten bij dezelfde operator als die bij wie de nieuwe aanvraag werd gedaan. De operator is verantwoordelijk voor de ondertekening van de documenten voor het wijzigen van de houder van de overeenkomst door de twee betrokken partijen.

Artikel 4 Dit artikel geeft aan welke gevolgen de FOD Economie verbindt aan de controle van het recht van de aanvrager op het ST nieuw regime, in het bijzonder welke informatie wordt doorgestuurd aan de operator tot wie de aanvrager zich heeft gericht. Het gaat in dat geval om informatie die aangeeft of het proces van de toekenning van het ST nieuw regime al dan niet kan worden voortgezet, vrij of onder bepaalde voorwaarden ("easy switch", "swap", "change owner" op voorhand), rekening houdend met de situatie van de aanvrager wat betreft de door de wet bepaalde toekenningsvoorwaarden: 1° de aanvrager of een lid van zijn huishouden behoort tot een van de categorieën van rechthebbenden;2° of er in het huishouden van de aanvrager al dan niet reeds een actieve ST-overeenkomst bestaat op het moment dat de aanvraag wordt gedaan, en zo ja, het toepasselijke regime van de ST-overeenkomst (nieuw of oud regime), indien de aanvrager de houder is van de overeenkomst en indien de betrokken operator van de bestaande overeenkomst dezelfde is als die aan wie de aanvraag werd gericht. Artikel 5 Paragraaf 1, eerste lid, verduidelijkt de informatie die de operator moet doorsturen aan de FOD Economie wanneer de aanvrager een ST-overeenkomst nieuw regime aangaat ("order" in de gebruikelijke taal van de operators), opdat de FOD Economie die kan registreren in zijn databank met: - het identificatienummer uit het Rijksregister van de klant; - een uniek identificatienummer van de klant bij de operator, dat dient voor het uitwisselen van informatie tussen de FOD Economie en de operator.

Het Rijksregisternummer van de klant dient voor de follow-up van het recht van de klant op het sociaal tarief door de FOD Economie, met name bij de periodieke controles vastgelegd in artikel 7. Het uniek identificatienummer van de klant bij de operator dient dan weer om informatie te kunnen uitwisselen over het dossier van de klant tussen de FOD Economie en de operator. De operator kan in voorkomend geval het identificatienummer van het Rijksregister van zijn klant gebruiken als uniek klantenidentificatienummer, in overeenstemming met artikel 22/3, § 4 van bijlage 1 van de wet.

Het tweede lid van de eerste paragraaf bepaalt ook dat de operator de FOD Economie moet informeren zodra de nieuwe overeenkomst met ST nieuw regime is geactiveerd voor de klant. Die informatie is nodig in het geval van een "swap" of "easy switch" opdat de effectieve afstandsverklaring van de bestaande sociaal tarief-overeenkomst pas wordt geregistreerd op het moment dat de nieuwe dienst wordt geactiveerd. Zo wordt er vermeden dat de dienst wordt onderbroken of dat de toepassing van het sociaal tarief wordt onderbroken tussen de afstandsverklaring van het oude sociaal tarief en de activatie van het nieuwe sociaal tarief.

Paragraaf 2 verduidelijkt welke informatie de FOD Economie registreert in zijn databank.

Het is aan de hand van het Rijksregisternummer van de aanvrager dat de verschillende nuttige bronnen (Rijksregister, Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, BIPT, FOD Economie) worden geraadpleegd voor de beslissing of het ST nieuw regime wordt toegekend en het beheer ervan.

De naam, voornamen en het adres van de aanvrager worden ook ingezameld voor het personaliseren van de documenten en berichten gericht aan de aanvragers of begunstigden van het sociaal tarief, indien het recht niet wordt toegekend of wordt stopgezet.

Ook de samenstelling van het huishouden van de aanvrager is noodzakelijk voor de verwerking, om na te kijken of er nog geen telecomovereenkomst met sociaal tarief bestaat binnen het huishouden van de aanvrager. Voor die controle zijn alleen de Rijksregisternummers van de andere leden van het huishouden vereist.

Het antwoord van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid; beperkt zich tot "ja" of "nee", op de vraag of de aanvrager of een lid van zijn huishouden behoort tot de categorieën van rechthebbenden gedefinieerd door de wet. Er wordt op geen enkele manier verduidelijkt welk lid van het huishouden recht heeft op het ST, tot welke categorie van rechthebbenden die persoon behoort of welke sociale instelling hem een uitkering toekent.

Voor de uitwisseling van informatie tussen de FOD Economie en de operatoren betreffende hun klanten, moet een uniek identificatienummer worden gebruikt. Daartoe kan het Rijksregisternummer worden gebruikt, indien de operator de nodige maatregelen heeft genomen om dat nummer te mogen opslaan in zijn bestanden. In het andere geval stuurt de operator zelf een identificatienummer door. Dat kan bijvoorbeeld het klantnummer zijn of elk ander element waarmee de klant eenduidig kan worden geïdentificeerd.

Als er op het moment van de aanvraag binnen het huishouden reeds een overeenkomst met sociaal tarief bestaat, zijn er bepaalde aanvullende gegevens nodig om te kunnen afzien van het sociaal tarief op de bestaande overeenkomt, ten gunste van de lopende aanvraag. Naast andere verwerkingen zal worden gecontroleerd of de houder van de bestaande overeenkomst dezelfde persoon is als de aanvrager en/of er meerdere operators betrokken zijn. De identificatie van de houders van de twee overeenkomsten is een essentieel gegeven op dit niveau en houdt daardoor een verwerking van persoonsgegevens in. De FOD Economie zal die gegevens echter niet delen met de operator van de aanvrager.

Wanneer er wordt afgezien van het bestaande sociaal tarief via de operator aan wie de aanvraag is gericht, moet die operator de FOD Economie informeren over de procedure die daarvoor wordt gebruikt ("easy switch", "swap", "change owner"). Met die melding verbindt hij zich ertoe ten opzichte van de FOD Economie dat die procedure naar behoren wordt voltooid en dat de toestemming van de betrokken klanten werd ontvangen. Hierdoor kan de situatie worden "gedeblokkeerd", zodat een onderbreking van de dienst voor de klant wordt vermeden. De FOD Economie waakt erover dat nieuwe overeenkomsten met sociaal tarief nieuw regime pas worden geregistreerd in zijn databank nadat het bestaande recht werd verwijderd uit zijn bestanden of die van het BIPT, zodat er nooit meer dan één sociaal tarief actief is binnen het huishouden.

Artikel 6 Het eerste lid bepaalt dat het recht op het ST nieuw regime niet retroactief kan worden toegekend. De basisdienstenovereenkomsten waarop het ST nieuw regime van toepassing is zijn enerzijds overeenkomsten gereglementeerd volgens specifieke kenmerken vastgelegd in een koninklijk besluit en zijn anderzijds onderworpen aan strikte sociale voorwaarden die onmiddellijk online worden gecontroleerd.

Daarom kan het sociaal tarief alleen van toepassing zijn vanaf het aangaan van die overeenkomsten, maximaal zeven dagen na het controleren of de aanvrager of een lid van zijn gezin behoort tot de categorieën van rechthebbenden gedefinieerd door de wet. Er mag niets worden ondernomen waardoor een overeenkomst of bestaand tariefplan zonder sociaal tarief wordt teruggedraaid om het met terugwerkende kracht om te zetten in een overeenkomst met ST nieuw regime. Als een klant het recht op het sociaal tarief verliest bij een periodieke controle en later dat recht opnieuw verkrijgt, zal het nieuwe recht ook pas kunnen aanvangen nadat opnieuw wordt gecontroleerd of de klant in aanmerking komt voor het sociaal tarief.

Het tweede lid verduidelijkt dat het sociaal tarief wordt toegepast op de overeenkomst van de klant voor zover die daar zelf niet van afziet of totdat de FOD Economie aan de operator meldt dat de klant niet langer voldoet aan de voorwaarden om aanspraak te maken op het ST nieuw regime.

Artikel 7 De eerste paragraaf geeft de periodiciteit aan waarmee de FOD Economie controleert of de begunstigden van het ST nieuw regime nog steeds in leven zijn, nog steeds in België verblijven en of ze nog steeds behoren tot de categorieën van rechthebbenden gedefinieerd door de wet. Die periodieke controles gebeuren om de zes maanden op geautomatiseerde wijze en op initiatief van de FOD Economie, op basis van het Rijksregister en, via de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, op basis van de relevante authentieke bronnen.

De eerste nieuwe controle vindt plaats zes maanden na het aangaan van de overeenkomst door de aanvrager ("order" genoemd door de operator) en vervolgens om de zes maanden, zolang de begunstigde of een lid van zijn huishouden behoren tot de categorieën van rechthebbenden.

Om over te gaan tot die controles gebruikt de FOD Economie het identificatienummer van het Rijksregister dat geregistreerd is in zijn databank voor de begunstigde van het sociaal tarief van wie hij wil nagaan of die nog steeds recht heeft op het ST. De tweede paragraaf verduidelijkt dat, wanneer bij een periodieke controle wordt vastgesteld dat de begunstigde niet langer voldoet aan de voorwaarden voor de toekenning van het ST nieuw regime, de FOD Economie de begunstigde op de hoogte moet brengen dat hij zijn recht op het ST nieuw regime heeft verloren. Verder brengt hij ook de operator op de hoogte en meldt hij op welke datum werd vastgesteld dat de klant niet langer voldeed aan de criteria die hem recht gaven op het ST nieuw regime.

Het tweede lid van paragraaf 2 geeft aan dat ook de operator zo spoedig mogelijk contact moet opnemen met zijn klant om hem te informeren dat de FOD Economie heeft vastgesteld dat hij niet langer recht heeft op het ST nieuw regime en dat hij daardoor van tariefplan moet veranderen voor zijn telecomdiensten, ten minste voor internet op een vaste locatie. Die communicatie door de operator gebeurt bij voorkeur via de post maar kan ook verlopen via een ander communicatiekanaal dat op voorhand werd afgesproken tussen de operator en de klant.

De derde paragraaf voorziet in een maximale termijn van drie maanden vanaf de melding van de operator aan zijn klant dat hij zijn recht op het sociaal tarief verliest, om contact op te nemen met zijn operator en met hem een commercieel alternatief overeen te komen dat voldoet aan zijn behoeften inzake telecomdiensten. Het ST nieuw regime is een specifiek gereglementeerd tariefplan dat verschilt van andere aanbiedingen van operators. Een klant die zijn recht op het ST nieuw regime verliest, moet dus kiezen voor een andere dienst bij zijn operator of een andere operator. Hij beschikt dus over een maximale termijn van drie maanden om de nodige stappen te nemen om van tariefplan te veranderen. De keuzevrijheid van de klant moet in elk geval worden gerespecteerd. Daarom verduidelijkt paragraaf 3 dat het de operator niet is toegestaan om zijn klant ongevraagd te doen overstappen naar een ander tariefplan als hij niet reageert binnen die termijn van drie maanden na de melding dat hij zijn recht op het sociaal tarief verliest. De operator mag echter wel de verstrekking van de dienst met ST nieuw regime aan de klant opschorten totdat die contact met hem opneemt.

Artikel 8 Dit artikel benadrukt dat de operators verplicht zijn om de FOD Economie op de hoogte te brengen wanneer een van hun klanten afziet van het ST. Naargelang het gaat om een ST nieuw regime of een ST oud regime, past de FOD Economie de gegevens in zijn databank aan of informeert hij het BIPT opdat de tariefkortingen op basis van het ST oud regime van de klant worden stopgezet. We wijzen er echter op dat afzien van het sociaal tarief niet per se betekent dat de overeenkomst wordt opgezegd: het recht wordt stopgezet, de klant moet van tariefplan veranderen maar hoeft niet per se zijn contract te beëindigen.

Artikel 9 De eerste paragraaf geeft aan dat het, opdat het volledige systeem zou werken, nodig is om de informatie in de verschillende databanken van de FOD Economie, het BIPT en de operators, regelmatig te controleren.

Zelfs als die databanken met elkaar in verbinding staan, worden ze immers niet automatisch gesynchroniseerd en elke deelnemende partij blijft verantwoordelijk voor de inhoud die haar aanbelangt en voor de correcte bijwerking van die inhoud. Daarom is het nodig om momenten van kwaliteitscontrole te voorzien voor de gemeenschappelijke inhoud van de verschillende databanken, zodat ze op elkaar worden afgestemd en verschillen worden gecorrigeerd.

De tweede paragraaf strekt ertoe de FOD Economie en het BIPT toe te laten bepaalde geaggregeerde en geanonimiseerde informatie over het ST nieuw en oud regime uit te wisselen, enerzijds om het Instituut in staat te stellen zijn opdrachten van rapportering en controle zoals gedefinieerd in artikel 103 van de wet uit te voeren, en anderzijds om de FOD Economie een algemeen overzicht te geven op de evolutie van het sociaal telecomtarief in België.

Artikel 10 Dit artikel belast de FOD Economie met het organiseren van periodieke communicatie- en/of informatiecampagnes voor het grote publiek over het ST nieuw regime. Op basis van de hiervoor beschikbare middelen en de verkregen toestemmingen kunnen communicatiecampagnes worden beoogd die specifiek gericht zijn op mensen die mogelijk tot de categorieën van rechthebbenden behoren.

Artikel 11 Dit artikel wijst de FOD Economie de opdracht toe om als contactpunt op te treden voor consumenten met algemene vragen over het ST nieuw regime.

Artikel 12 Dit artikel behoeft geen commentaar.

Artikel 13 Dit artikel behoeft geen commentaar.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Economie, P.-Y. DERMAGNE De Minister van Telecommunicatie, P. DE SUTTER

Raad van State, Afdeling Wetgeving Tweede vakantiekamer De door de Vice-eersteminister en Minister van Ambtenarenzaken, Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post op 24 juli 2023 ingediende aanvraag om advies over een ontwerp van koninklijk besluit `betreffende de uitgevoerde verwerkingen in het kader van artikelen 22/2, § 7, en 22/3, § 10, van bijlage 1 van de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten betreffende de elektronische communicatie', ingeschreven op de rol van de afdeling Wetgeving van de Raad van State onder het nummer 74.299/2/V, werd op 7 september 2023 van de rol afgevoerd, overeenkomstig artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

30 AUGUSTUS 2023. - Koninklijk besluit betreffende de uitgevoerde verwerkingen in het kader van artikelen 22/2, § 7, en 22/3, § 10, van bijlage 1 van de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten betreffende de elektronische communicatie FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten betreffende de elektronische communicatie, bijlage 1, de artikelen 22/2, § 7, en 22/3, § 10, ingevoegd bij de wet van 30 augustus 2023;

Gelet op het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 8 september 2023;

Gelet op de adviesaanvraag binnen dertig dagen, die op 24 juli 2023 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Economie en de Minister van Telecommunicatie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de wet: de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten betreffende de elektronische communicatie;2° het Instituut: het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie zoals bedoeld in artikel 13 van de wet van 17 januari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014010 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de rechtsmiddelen en de geschillenbehandeling naar aanleiding van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector; 3° FOD Economie: de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie; 4° sociaal tarief oud regime: het sociaal telecomtarief bedoeld in artikelen 22 en 38 van bijlage 1 van de wet;5° sociaal tarief nieuw regime: het sociaal telecomtarief bedoeld in de artikelen 22/1 tot 22/3 en 38/1 van bijlage 1 van de wet;6° rechthebbende: elke persoon die behoort tot de categorieën gedefinieerd in artikel 22/2, § 2, van bijlage 1 van de wet;7° begunstigde: elke rechthebbende die een dienstenovereenkomst voor breedbandinternettoegang op een vaste locatie is aangegaan, zoals beschreven in artikel 38/1 van bijlage 1 van de wet;8° inschrijving: toestemming gegeven door een klant voor het bestellen van een telecomdienstenovereenkomst en het opstarten van de installatie- en/of activatieprocedures van de desbetreffende dienst;9° installatie: technische werkzaamheden die nodig zijn om de telecomdienst uit te voeren;10° activatie: moment vanaf wanneer de telecomdienst aanvangt en operationeel wordt voor de klant.

Art. 2.De FOD Economie is belast met het controleren van de voorwaarden van de toekenning van het sociaal tarief bedoeld in artikelen 22/2, 22/3 en 38/1 van de bijlage 1 van de wet.

Art. 3.§ 1. Wanneer een van hun klanten een telecomdienstenovereenkomst wil aangaan en daarbij aanspraak maakt op het sociaal tarief nieuw regime, controleren de operatoren via de FOD Economie of de aanvrager in België verblijft en of hij of een lid van zijn gezin behoort tot een van de categorieën van rechthebbenden gedefinieerd in artikel 22/2 van de bijlage 1 van de wet.

Die controle wordt uitgevoerd door de FOD Economie aan de hand van het Rijksregister en verschillende authentieke bronnen, door de tussenpersoon van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, met behulp van het Rijksregisternummer van de persoon die het sociaal tarief nieuw regime aanvraagt.

Bij een positief antwoord van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid beschikt de aanvrager over zeven kalenderdagen, vanaf het antwoord, om over te gaan tot het afsluiten van een telecomdienstenovereenkomst met het sociaal tarief nieuw regime, voor zover er wordt voldaan aan de andere toekenningsvoorwaarden van dit sociaal tarief nieuw regime. Na het verstrijken van die termijn is een nieuwe controle vereist. § 2. Ter aanvulling op de bepaling in paragraaf 1 en in toepassing van artikel 22/2, § 4, van de bijlage 1 van de wet, controleert de FOD Economie in de databank alsook bij het Instituut of er in het gezin van de aanvrager een persoon is die recht heeft op het sociaal tarief nieuw regime of oud regime. Hij brengt de operator die hem heeft gecontacteerd op de hoogte van het resultaat van zijn opzoekingen.

Als er wordt vastgesteld dat er reeds een overeenkomst met sociaal tarief wordt vastgesteld, kan de aanvraag van het sociaal tarief nieuw regime alleen worden aanvaard indien de begunstigde op voorhand afziet van het sociaal tarief dat hij genoot, in toepassing van artikel 22/2, § 4, van de bijlage 1 van de wet.

Het afzien kan alleen gedaan worden door de houder van de telecomdienstenovereenkomst. Dit gebeurt bij de operator aan wie de nieuwe aanvraag gericht is: 1° ofwel wanneer de telecomdienst waarop het bestaande sociaal tarief van toepassing is, wordt verstrekt door dezelfde operator;2° ofwel wanneer het mogelijk is om de telecomdienst waarop het bestaande sociaal tarief van toepassing is, over te dragen van een andere operator naar die operator. In alle andere gevallen moet de houder van de bestaande telecomdienstenovereenkomst waarop een sociaal tarief van toepassing is, afzien van dat sociaal tarief bij de operator bij wie de overeenkomst werd afgesloten.

Art. 4.In overeenstemming met artikel 22/3, § 6, van de bijlage 1 van de wet informeert de FOD Economie de operator aan wie de aanvrager van het sociaal tarief nieuw regime zich heeft gericht, over het resultaat van de opzoekingen in het kader van de aanvraag van het sociaal tarief nieuw regime, in het bijzonder: 1° of de aanvrager of een van zijn gezinsleden al dan niet behoort tot de categorieën van rechthebbenden bepaald door de wet;2° of een van de gezinsleden van de aanvrager al dan niet reeds het sociaal telecomtarief geniet, of het nu gaat om het oude of het nieuwe regime.In voorkomend geval geeft de FOD Economie aan of de aanvrager diegene is die de overeenkomst aangaat waarop het vooraf bestaande sociaal telecomtarief van toepassing is, alsook het desbetreffende type van het sociaal tarief, oud of nieuw regime. Bovendien verduidelijkt hij of de operator van de bestaande overeenkomst dezelfde is als die aan wie de aanvraag werd gericht.

Art. 5.§ 1. Wanneer de klant toestemming geeft voor het aangaan van een overeenkomst met het sociaal tarief nieuw regime, brengt de operator de FOD Economie op de hoogte en deelt hij het identificatienummer uit het Rijksregister van de klant mee, alsook het unieke identificatienummer van zijn klant, bedoeld om de verdere uitwisseling van informatie tussen hem en de FOD Economie over die klant te vergemakkelijken.

Dit unieke identificatienummer kan in voorkomend geval het identificatienummer van het Rijksregister van de klant zijn, in overeenstemming met artikel 22/3, § 4 van bijlage 1 van de wet.

Wanneer de installatie is voltooid, brengt de operator ook de FOD Economie op de hoogte van het moment waarop de dienst werd geactiveerd. § 2. Voor elke aanvraag van het sociaal tarief nieuw regime registreert de FOD Economie de volgende gegevens in de databank bedoeld in artikel 22/3, § 1, van de bijlage 1 van de wet: 1° het Rijksregisternummer van de aanvrager;2° de naam, voornamen en het adres van de aanvrager;3° de Rijksregisternummers van de andere leden van het huishouden van de aanvrager;4° de naam van de operator bij wie de aanvraag werd gedaan;5° de datum waarop de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid werd geraadpleegd;6° het antwoord van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid;7° of er voordien al een overeenkomst met sociaal tarief bestond voor een van de leden van het huishouden;8° de datum waarop de operator heeft gemeld dat de aanvrager een overeenkomst is aangegaan;9° het uniek identificatienummer van de klant bij de operator;10° de datum waarop de dienst werd geactiveerd;11° het regime van het sociaal tarief dat van toepassing is;12° de datum van de volgende periodieke controle. Indien er wordt vastgesteld dat er reeds een overeenkomst met sociaal tarief bestond in het huishouden van de aanvrager, registreert de FOD Economie ook de volgende gegevens: 1° de naam van de operator bij wie de bestaande overeenkomst werd aangegaan;2° of de aanvrager ook de houder is van de bestaande overeenkomst;3° het stelsel van het sociaal tarief dat van toepassing is op de bestaande overeenkomst;4° de wijze waarop wordt afgezien van de bestaande overeenkomst die wordt gebruikt door de operator.

Art. 6.Het recht op het sociaal tarief nieuw regime wordt niet retroactief toegekend.

De operatoren passen het sociaal tarief nieuw regime toe op de overeenkomst van hun klant, voor zolang die er niet uitdrukkelijk afstand van doet of voor zolang de FOD Economie niet meldt dat de begunstigde niet langer behoort tot de categorieën van rechthebbenden bepaald door de wet.

Art. 7.§ 1. Voor elke overeenkomst met sociaal tarief nieuw regime controleert de FOD Economie om de zes maanden bij de authentieke bronnen, door de tussenpersoon van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, of de houder nog steeds leeft, in België woont en behoort tot de categorieën van rechthebbenden gedefinieerd door de wet.

De eerste periodieke controle vindt plaats zes maanden na het aangaan van de overeenkomst door de klant. Die controle gebeurt automatisch, aan de hand van het identificatienummer in het Rijksregister van de houder van de overeenkomst, door de tussenkomst van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. § 2. Als bij de controle bedoeld in paragraaf 1 wordt vastgesteld dat de begunstigde nog steeds behoort tot de categorieën van rechthebbenden op het sociaal tarief nieuw regime, registreert de FOD Economie een nieuwe datum in zijn databank voor de volgende periodieke controle van het recht van de klant, zes maanden na de controle die zonet heeft plaatsgevonden.

Als bij de controle bedoeld in paragraaf 1 wordt vastgesteld dat de begunstigde niet meer in leven is, niet meer in België verblijft of niet langer behoort tot de categorieën van rechthebbenden op het sociaal tarief nieuw regime, registreert de FOD Economie het einde van het recht in zijn databank en informeert hij de begunstigde van het einde van zijn recht op het sociaal tarief nieuw regime. Hij deelt ook mee aan de operator op welke datum werd vastgesteld dat de klant niet langer voldeed aan de criteria die hem recht gaven op het sociaal tarief nieuw regime.

De operator informeert de klant zo snel mogelijk via de post of via een communicatiekanaal dat eventueel op voorhand werd afgesproken door de operator en de klant, over de datum waarop de FOD Economie heeft vastgesteld dat hij niet langer recht heeft op het sociaal tarief nieuw regime. § 3. De klant beschikt over maximaal drie maanden vanaf de datum waarop de operator hem meldt dat hij zijn recht op het sociaal tarief nieuw regime verliest, om met zijn operator een nieuw tariefplan aan te gaan dat voldoet aan zijn behoeften of om zijn overeenkomst op te zeggen indien hij van operator wenst te veranderen.

Indien er binnen die periode geen reactie is van de klant, mag de operator de levering van de dienst waarop het sociaal tarief nieuw regime van toepassing was, opschorten.

Art. 8.Wanneer een klant met recht op het sociaal tarief afziet van dit recht, brengt de operator de FOD Economie daarvan op de hoogte. De FOD Economie registreert, naargelang het geval, de datum waarop werd afgezien van het sociaal tarief in zijn databank als het gaat om een overeenkomst met sociaal tarief nieuw regime, of brengt het Instituut op de hoogte als het gaat om een overeenkomst met sociaal tarief oud regime.

Art. 9.§ 1. De FOD Economie, het Instituut en de operatoren implementeren kwaliteitsprocessen die ertoe strekken de gegevens in hun respectievelijke databanken periodiek te controleren en ze te corrigeren als er verschillen zijn. § 2. De FOD Economie stelt geanonimiseerde en geaggregeerde statistieken over het sociaal tarief nieuw regime ter beschikking van het Instituut, waardoor het zijn opdrachten inzake rapportering en controle zoals gedefinieerd in artikel 103 van de wet kan uitvoeren.

Op dezelfde wijze stelt het Instituut geanonimiseerde en geaggregeerde statistische gegevens over het sociaal tarief oud regime ter beschikking van de FOD Economie.

Art. 10.De FOD Economie houdt geregeld communicatiecampagnes over het sociaal tarief nieuw regime, met name gericht aan de potentiële rechthebbenden.

Art. 11.De consumenten kunnen bij de FOD Economie informatie verkrijgen over het sociaal tarief nieuw regime en de toekenningsvoorwaarden ervan.

Art. 12.Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2024.

Art. 13.De minister bevoegd voor Economie en de minister bevoegd voor Telecommunicatie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 30 augustus 2023.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie, P.-Y. DERMAGNE De Minister van Telecommunicatie, P. DE SUTTER

^