gepubliceerd op 15 januari 2009
Koninklijk besluit houdende vaststelling van de regels voor de verdeling en de toewijzing van de financiële middelen en voor de controle daarop voor het jaar 2007 in het kader van het samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, de Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de meerwaardeneconomie
30 AUGUSTUS 2008. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de regels voor de verdeling en de toewijzing van de financiële middelen en voor de controle daarop voor het jaar 2007 in het kader van het samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, de Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de meerwaardeneconomie
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, de Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de meerwaardeneconomie, ondertekend te Brussel, op 30 mei 2005;
Gelet op de wet van 10 mei 2006 houdende goedkeuring van het samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, de Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de meerwaardeneconomie, ondertekend te Brussel, op 30 mei 2005;
Gelet op de wet van 28 december 2006 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2007;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 mei 2008;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de Eerste Minister, gegeven op 24 juli 2008;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de procedure voor de uitbetaling van de financiële middelen in het kader van het samenwerkingsakkoord meerwaardeneconomie voor de jaren 2006 en 2007 veel vertraging heeft opgelopen door de langdurige periode van lopende regeringszaken in 2007, dat de financiële middelen voor 2006 zo vlug mogelijk aan de Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap moeten worden uitbetaald gelet op deze achterstand en de engagementen die de Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap reeds genomen hebben, dat om deze uitbetaling te verzekeren, onderhavig besluit dringend moet worden genomen;
Op de voordracht van Onze Minister van Maatschappelijke Integratie, Pensioenen en Grote Steden, bevoegd voor Sociale Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder : 1° het samenwerkingsakkoord : het samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, de Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de meerwaardeneconomie, ondertekend te Brussel, op 30 mei 2005, en goedgekeurd door de wet van 10 mei 2006;2° de Minister : de federale Minister bevoegd voor Sociale Economie;3° het overlegcomité : het interministerieel overlegcomité sociale economie zoals opgericht bij artikel 5 van het voormeld samenwerkingsakkoord;4° de administratie : de cel sociale economie toegevoegd aan de Programmatorische Federale Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie;5° de betrokken overheid : elk Gewest of de Duitstalige Gemeenschap. HOOFDSTUK II. - Toewijzing en verdeling van de financiële middelen
Art. 2.§ 1. In de begroting van de RVA voor het jaar 2008 wordt een krediet van 15.573.912,00 EUR ingeschreven voor de cofinanciering van gezamenlijke inspanningen die moeten geleverd worden met de betrokken overheden in het jaar 2007. § 2. Dit bedrag wordt als volgt verdeeld : 55,7 % van deze federale middelen worden ter beschikking gesteld voor gezamenlijke initiatieven met het Vlaams Gewest en moeten gestort worden op de financiële rekening van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap; 33 % van deze federale middelen worden ter beschikking gesteld voor gezamenlijke initiatieven met het Waals Gewest en moeten gestort worden op de financiële rekening van het Ministerie van het Waalse Gewest; 10 % van deze federale middelen worden ter beschikking gesteld voor gezamenlijke initiatieven met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en moeten gestort worden op de financiële rekening van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; 1,3 % van deze federale middelen worden ter beschikking gesteld voor gezamenlijke initiatieven met de Duitstalige Gemeenschap en moeten gestort worden op de financiële rekening van de Duitstalige Gemeenschap. § 3. De tegemoetkoming zal bestaan in een eenmalige storting aan de betrokken overheden, op basis van een afzonderlijke overeenkomst gesloten tussen de Minister en de betrokken overheid en na voorlegging van een evaluatierapport en een overzicht van de ingezette middelen tijdens het begrotingsjaar 2007. In die overeenkomst worden de modaliteiten en de toewijzing van de bedragen geregeld en worden de gezamenlijke inspanningen van de federale en gewestelijke overheden of de Duitstalige Gemeenschap omschreven. Het evaluatierapport stelt kort de acties voor die tijdens het jaar 2007 gerealiseerd werden en vormt zo een verklaring voor het overzicht van de ingezette middelen. § 4. Na ontvangst van een betaalopdracht vanwege de administratie zal de RVA overgaan tot de in § 3 bedoelde eenmalige storting. HOOFDSTUK III. - Toezicht op het gebruik van de financiële middelen
Art. 3.§ 1. De betrokken overheid verbindt zich ertoe een jaarverslag in te dienen bij het overlegcomité. Bij deze eerste controle gaat men na of de middelen door de betrokken overheid in overeenstemming met de overeenkomst die tussen de partijen werd gesloten, werden vastgelegd.
Het verslag moet op een omstandige manier voor elk initiatief de tot stand gebrachte realisaties toelichten alsook de graad waarin de vastgelegde doelstellingen werden bereikt en de resultaten die dankzij de uitwerking van het initiatief werden behaald. Het verslag geeft eveneens de evolutie weer met betrekking tot de doelstellingen inzake tewerkstellingscreatie.
Het verslag moet uitdrukkelijk aantonen dat de financiële middelen werden vastgelegd in overeenstemming met de overeenkomst die tussen de partijen werd gesloten. Enkel die vastleggingen die betrekking hebben op de periode tussen 1 januari 2007 en 31 december 2007 zullen in rekening worden gebracht. § 2. De bedragen die niet voldoende verantwoord zijn, zullen via de RVA worden teruggevorderd, na ontvangst van een terugvorderingsopdracht door de administratie. § 3. Deze teruggevorderde bedragen zullen gereserveerd worden op de begroting van de RVA voor de financiering van het volgende jaar. HOOFDSTUK IV. - Eindbepalingen
Art. 4.Onze Minister voor Sociale Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 30 augustus 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Maatschappelijke Integratie, Pensioenen en Grote Steden, bevoegd voor Sociale Economie, Mevr. M. ARENA