gepubliceerd op 28 augustus 2001
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende de aanwending van de bijdrage voor de risicogroepen
30 APRIL 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende de aanwending van de bijdrage voor de risicogroepen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende de aanwending van de bijdrage voor de risicogroepen.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 30 april 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 1999 Aanwending van de bijdrage voor de risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 13 augustus 1999, onder het nummer 51905/CO/303.03)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst strekt ertoe initiatieven te ontwikkelen ter bevordering van de vorming en de tewerkstelling van risicogroepen onder de werknemers in uitvoering van hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 27 januari 1997 houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid met toepassing van artikel 7, § 2, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen.
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers ressorterend onder het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen.
Art. 3.Voor de periode van 1 januari 1999 tot en met 31 december 1999 stort elke werkgever een bijdrage ten belope van 0,40 pct. van de bruto loonmassa van het vierde trimester zoals aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
Voor de drie eerste kwartalen van 1999 wordt derhalve geen bijdrage gestort. Voor werkgevers die slechts in de loop van de eerste drie trimesters van 1999 hun activiteit opstarten, zal het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen van geval tot geval de berekeningswijze uitwerken.
Voor de periode van 1 januari 2000 tot en met 31 december 2000 stort elke werkgever een bijdrage ten belope van 0,10 pct. van de bruto loonmassa zoals aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
Het Sociaal Fonds voor de exploitatie van bioscoopzalen, met als zetel Koningstraat 241, te 1210 Brussel, is gemachtigd om deze gelden in ontvangst te nemen.
Art. 4.Deze bijdrage wordt aangewend voor initiatieven ter bevordering van de vorming en tewerkstelling van de risicogroepen, zoals bepaald in artikel 5 van deze overeenkomst, alsook voor initiatieven die kaderen in het gelijke kansenbeleid en voor maatregelen inzake kinderopvang.
Art. 5.Als risicogroepen worden beschouwd : - de laaggeschoolde werklozen en de langdurige werklozen, de gehandicapten, de deeltijds leerplichtigen, de herintreders, de bestaansminimumtrekkers en de laaggeschoolde werknemers, de werklozen van minstens 50 jaar oud die geconfronteerd worden met collectief ontslag, herstructurering of de introductie van nieuwe technologieën zoals omschreven in artikel 173 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen en in artikel 1 van het koninklijk besluit van 12 april 1991; - alle werknemers, ongeacht hun opleidingsniveau, van wie de functie bedreigd wordt zonder bijkomende vorming in de sector, met uitzondering van het kader- of vertrouwenspersoneel en met uitzondering van het universitair gevormd personeel.
Art. 6.Het Sociaal Fonds voor de exploitatie van bioscoopzalen wordt paritair beheerd conform de statuten van het fonds.
Art. 7.De raad van bestuur van het in artikel 3 genoemde sociaal fonds treft de nodige schikkingen om de bijdrage te innen.
Art. 8.De raad van bestuur van het in artikel 3 genoemde sociaal fonds ontwikkelt de nodige initiatieven om deze bijdrage te besteden zoals voorzien in artikelen 4 en 5 van deze overeenkomst.
Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2000.
Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 maart 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende de aanwending van de bijdragen voor risicogroepen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 april 2001.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX