Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 30 april 2001
gepubliceerd op 23 mei 2001

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 oktober 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding bij de ziekte uitkering in geval van langdurige ziekte

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012319
pub.
23/05/2001
prom.
30/04/2001
ELI
eli/besluit/2001/04/30/2001012319/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

30 APRIL 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 oktober 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding bij de ziekte uitkering in geval van langdurige ziekte (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 oktober 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding bij de ziekte uitkering in geval van langdurige ziekte.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 30 april 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 oktober 1999 Toekenning van een aanvullende vergoeding bij de ziekteuitkering in geval van langdurige ziekte (Overeenkomst geregistreerd op 27 januari 2000 onder het nummer 53725/CO/118) Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders en arbeidsters van de voedingsnijverheid, met uitzondering van de sector van de bakkerijen en de artisanale banketbakkerijen.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van artikel 18 van de sectorale arbeidsovereenkomst van 2 april 1999 betreffende de sociale programmatie 1999-2000.

Terminologie

Art. 3.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, moet worden verstaan onder : - "sociaal fonds" : naar gelang hun bevoegdheid ten opzichte van de betrokken arbeiders en arbeidsters : het Waarborg- en Sociaal Fonds van de voedingsnijverheid of het Waarborg- en Sociaal Fonds van de suikernijverheid en haar bijproducten, of het Waarborg en Sociaal Fonds voor de groentennijverheid; - "ziekte" : elke ziekte waarvan de duur 3 maanden overschrijdt. De zwangerschapsrust wordt niet als ziekte beschouwd voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst; - "dag" : elke dag waarvoor een mutualiteitsuitkering betaald wordt.

Bestaanszekerheid in geval van langdurige ziekte

Art. 4.Een aanvullende vergoeding van 120 BEF bruto per dag bovenop de ziekteuitkering wordt uitbetaald door het sociaal fonds aan de arbeiders en arbeidsters vanaf de eerste dag van de 4de maand tot en met de laatste dag van de 12de maand ziekte. Er wordt geen enkele anciënniteitsvoorwaarde gesteld voor de toekenning van deze aanvullende vergoeding.

Art. 5.Indien de arbeider of arbeidster, om redenen eigen aan de ziekteuitkering, geen recht heeft op een vergoeding van de mutualiteit, dan wordt de aanvraag geval per geval onderzocht door het sociaal fonds.

Art. 6.De aanvullende vergoeding is niet aan sociale zekerheidsbijdragen onderworpen maar alleen aan bedrijfsvoorheffing.

Toekenningsmodaliteiten

Art. 7.De werknemer dient zelf een aanvraag tot betaling van de aanvullende vergoeding, hetzij rechtstreeks hetzij via de vakorganisatie bij het sociaal fonds in via het formulier dat door het fonds opgesteld wordt. De werknemer stuurt het ingevulde aanvraagformulier terug aan het sociaal fonds binnen de 5 jaar na het einde van de betrokken ziekteperiode.

Het sociaal fonds betaalt de aanvullende vergoeding per kwartaal op de bankrekening van de betrokken werknemer.

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is voor bepaalde duur gesloten. Deze treedt in werking op 1 januari 2000 en neemt een einde op 30 juni 2001.

Paritair commentaar 1. Deze bepaling van geldigheidsduur betekent onder meer dat de aanvullende vergoeding verschuldigd is voor alle dagen van langdurige ziekteperiodes die vallen tussen 1 januari 2000 en 30 juni 2001.Voor een ziekteperiode met aanvang vóór 1 januari 2000 wordt in 2000 de aanvullende vergoeding betaald vanaf de 1ste dag van de 4de maand. De betaling van alle aanvullende vergoedingen worden stopgezet per 30 juni 2001. 2. De werkgevers die reeds een aanvullende vergoeding bij de ziekte- uitkering toekennen mogen de bovenvermelde sectorale aanvulling ervan aftrekken. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 april 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^