gepubliceerd op 23 oktober 2019
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de openbare kredietinstellingen, betreffende het recht op tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen
29 SEPTEMBER 2019. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de openbare kredietinstellingen, betreffende het recht op tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de openbare kredietinstellingen;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de openbare kredietinstellingen, betreffende het recht op tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 29 september 2019.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, W. BEKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de openbare kredietinstellingen Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2019 Recht op tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen (Overeenkomst geregistreerd op 30 juli 2019 onder het nummer 153097/CO/325)
Artikel 1.Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité nr. 325 voor de openbare kredietinstellingen vallen.
Art. 2.Algemene bepalingen Het recht op tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen, zoals vastgesteld door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103, geldt voor alle personeelscategorieën, behalve voor de categorieën personeelsleden aangewezen bij een specifieke collectieve overeenkomst ondertekend binnen de ondernemingen, overeenkomstig artikel 2, § 3 van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103.
Het recht op tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, zoals vastgesteld door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, blijft verder gelden voor alle personeelscategorieën, overeenkomstig de voorwaarden vastgelegd in de overgangsbepalingen voorzien in artikel 22 van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103.
Art. 3.Recht op tijdskrediet en loopbaanvermindering Overeenkomstig de voorwaarden voorzien in de artikelen 4 en 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103, hebben de personeelsleden van de ondernemingen in de sector het recht om een eerste aanvraag of verlengingsaanvraag in te dienen voor een voltijds tijdskrediet, halftijdse of 1/5de loopbaanvermindering met motief : - Tot maximaal 51 maanden : - om te zorgen voor hun kind tot de leeftijd van 8 jaar; - voor het verlenen van palliatieve verzorging; - voor het verlenen van bijstand of verzorging aan een zwaar ziek gezins- of familielid; - om zorg te dragen voor hun kind met een handicap tot de leeftijd van 21 jaar; - voor het verlenen van bijstand of verzorging aan hun minderjarig zwaar ziek kind of aan een minderjarig zwaar ziek kind dat als een gezinslid wordt beschouwd; - Tot maximaal 36 maanden : - voor het volgen van een opleiding.
Art. 4.Recht op landingsbanen Overeenkomstig de voorwaarden voorzien in artikelen 8 en 10 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103, hebben de personeelsleden van de ondernemingen in de sector zonder maximumduur en zonder motief recht op : - Een halftijdse of 1/5de loopbaanvermindering indien ze 55 jaar en ouder zijn; - Een halftijdse loopbaanvermindering indien ze 50 jaar en ouder zijn, op voorwaarde dat ze daaraan voorafgaand actief zijn geweest in een zwaar beroep (zoals gedefinieerd in artikel 8, § 4 van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103) gedurende minstens 5 jaar in de voorafgaande 10 jaar of gedurende minstens 7 jaar in de voorafgaande 15 jaar en dit zwaar beroep voorkomt op de lijst van de beroepen waarvoor er een significant tekort aan arbeidskrachten bestaat; - Een 1/5de loopbaanvermindering indien ze 50 jaar en ouder zijn, op voorwaarde dat ze : - ofwel daaraan voorafgaand actief zijn geweest in een zwaar beroep (zoals gedefinieerd in artikel 8, § 4 van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103) gedurende minstens 5 jaar in de voorafgaande 10 jaar of gedurende minstens 7 jaar in de voorafgaande 15 jaar; - ofwel daaraan voorafgaand een beroepsloopbaan van tenminste 28 jaar hebben doorlopen; - Een halftijdse of 1/5de loopbaanvermindering indien ze 50 jaar en ouder zijn, op voorwaarde dat de aanvangsdatum van hun loopbaanvermindering gelegen is in de periode van erkenning van de onderneming als "onderneming in herstructurering" of "onderneming in moeilijkheden", voor zover cumulatief voldaan is aan de voorwaarden zoals bepaald in artikel 8, § 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103.
Art. 5.Sleutelfunctie Overeenkomstig artikel 15, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 kan in paritair overleg een lijst van sleutelfuncties op ondernemingsniveau worden opgesteld.
Art. 6.Organisatieregels Overeenkomstig artikel 16, § 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 wordt de in artikel 16, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 bedoelde drempel van het totaal aantal in de onderneming of de dienst tewerkgestelde werknemers die gelijktijdig het recht op tijdskrediet, loopbaanvermindering of vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking uitoefenen of zullen uitoefenen, gebracht naar 6 pct. van het totaal aantal in de onderneming of de dienst tewerkgestelde werknemers. Deze drempel wordt berekend volgens de modaliteiten vastgelegd in artikel 16 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103.
Overeenkomstig de artikelen 6, § 1 en 9, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103, kan elke onderneming van de sector, via een collectieve arbeidsovereenkomst, de regels en organisatiemodaliteiten van het recht op een loopbaanvermindering met één dag per week of gelijkwaardig regelen.
Overeenkomstig de artikelen 6, § 2 en 9, § 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103, kan elke onderneming van de sector via een collectieve arbeidsovereenkomst een ander gelijkwaardig systeem regelen voor de organisatie van het recht op loopbaanvermindering.
Art. 7.Diverse bepalingen Al hetgeen niet uitdrukkelijk geregeld wordt in onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, is onderworpen aan de bepalingen van voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 of, in de gevallen bedoeld in artikel 2, tweede lid van deze collectieve arbeidsovereenkomst, aan de bepalingen van voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis.
Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst doet geen afbreuk aan andere interne regimes van loopbaanvermindering die reeds bestaan of nog worden overeengekomen binnen de ondernemingen van de sector, dewelke geen recht geven op de toekenning van de wettelijke onderbrekingsuitkeringen.
Als de werkgever een aanvulling op de federale premies bij tijdskrediet betaalt, wordt die aanvulling binnen de onderneming vastgesteld.
Art. 8.Uitwerking en geldigheidsduur Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2019 voor een duur van twee jaar en houdt dus van rechtswege op van kracht te zijn op 30 juni 2021, zonder dat de stilzwijgende verlenging ervan door één van de partijen kan worden ingeroepen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 september 2019.
De Minister van Werk, W. BEKE