gepubliceerd op 19 juli 2024
Koninklijk besluit betreffende de toekenning van een toelage betreffende de bestrijding van terrorisme en extremisme in het kader van de implementatie van een lokaal beleid voor veiligheid en preventie voor het jaar 2024
29 MEI 2024. - Koninklijk besluit betreffende de toekenning van een toelage betreffende de bestrijding van terrorisme en extremisme in het kader van de implementatie van een lokaal beleid voor veiligheid en preventie voor het jaar 2024
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 22 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/05/2003 pub. 03/07/2003 numac 2003003367 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat sluiten houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, het artikel 48, lid 3;
Gelet op de wet van 22 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2023 pub. 29/12/2023 numac 2023048518 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2024 sluiten houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2024, het artikel 2.13.2;
Gelet op het advies van de inspecteur van financiën, gegeven op 3 april 2024;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting van 30 april 2024;
Overwegende dat de strijd tegen gewelddadig radicalisme, extremisme en terrorisme in onze samenleving een prioriteit vormt die de regering wenst te ondersteunen op het lokale niveau; dat de lokale overheden de speerpunt zijn die we verder wensen te ondersteunen via informatie doorstroming;
Overwegende dat er moet worden voorzien in instrumenten om op lokaal niveau een coherent veiligheidsbeleid aan te moedigen in overeenstemming met de federale prioriteiten inzake preventie van de criminaliteit en de veiligheid;
Overwegende dat om de hervorming van het huidige subsidiebeleid grondig te kunnen voorbereiden, en in een streven naar een afstemming van de verschillende beleidsniveau's, de Ministerraad van 17 mei 2024 het voorstel heeft goedgekeurd om de Toelage in het kader van de implementatie van een lokaal beleid voor veiligheid en preventie (ex-VSC) te verlengen voor het jaar 2024.
Overwegende dat in de federale planning een phasing out en voorbereidingsperiode moet worden ingebouwd om de huidige begunstigde gemeenten in staat te stellen hun lokale begrotingsplanning te herzien, de gefinancierde projecten (zo nodig) te heroriënteren en/of alternatieve financieringsbronnen te zoeken.
Overwegende dat de toekenning tijdens of op het einde van het begrotingsjaar van een subsidie 2024 volgens nieuwe aanwendingsvoorwaarden en potentieel aan nieuwe gemeenten en/of volgens een nieuwe budgettaire verdeling, de uitgave ervan de facto onmogelijk wordt voor de gesubsidieerde gemeenten;
Overwegende dat de continuïteit van het overheidshandelen en het vertrouwensbeginsel een zekere financieringscontinuïteit impliceren;
Overwegende dat terugwerkende kracht slechts in uitzonderlijke gevallen kan worden toegestaan, bijvoorbeeld wanneer dit noodzakelijk is voor de continuïteit van de overheidsdienst of voor de regularisatie van een feitelijke of juridische situatie, mits de eisen van rechtszekerheid en individuele rechten worden geëerbiedigd ;
Overwegende dat de niet-retroactieve inwerkingtreding van dit besluit zou ernstig afbreuk doen aan de continuïteit van de openbare dienstverlening en aan de rechtszekerheid voor de gemeenten die, voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit, tot 31 december 2023 beschikten over een financiering in het kader van de toelage bestemd voor de uitwerking van een lokaal veiligheids- en preventiebeleid, en zij zou de financiën ervan aldus aanzienlijk in het gedrang brengen indien de sinds 1 januari 2024 geprefinancierde uitgaven niet konden worden gevaloriseerd door deze maatregel, terwijl zij bijdragen tot de uitwerking van doelstellingen en activiteiten die in lijn zijn met de prioriteiten bedoeld in dit besluit.
Er wordt aangenomen dat de feitelijke en juridische omstandigheden in dit geval de terugwerkende kracht van dit besluit toestaan.
Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° minister : de minister bevoegd voor Binnenlandse zaken;2° administratie : de Algemene Directie Veiligheid & Preventie;3° gemeente : de door de minister benoemde steden;4° algemene doelstelling : de doelstelling die de finaliteit van het project in zijn geheel beschouwt en die tot uiting komt in de globale impact die bereikt moet worden voor een welbepaalde situatie voor de bevolking in kwestie;5° strategische doelstelling : de doelstelling die zich vertaalt in de concretisering van een algemene doelstelling en bijdraagt, door een tussenfase te vormen, aan de realisatie ervan in een nabije toekomstvisie;6° operationele doelstelling : de doelstelling, die definieert hoe een strategische doelstelling zal worden bereikt en die er op korte termijn zichtbare en meetbare resultaten van geeft;7° terrorisme: het gebruik van geweld tegen personen of materiële belangen om ideologische of politieke redenen met het doel zijn doelstellingen door middel van terreur, intimidatie of dreigingen te bereiken, waaronder ook het radicaliseringproces wordt begrepen, zoals gedefinieerd in artikel 8, alinea 2, b) van de organieke wet van de inlichtingendiensten van 30 november 1998;8° extremisme: racistische, xenofobe, anarchistische, nationalistische, autoritaire of totalitaire opvattingen of bedoelingen, ongeacht of ze van politieke, ideologische, confessionele of filosofischeaard zijn, die theoretisch of in de praktijk strijdig zijn met de beginselen van de democratie of de mensenrechten, met de goede werking van de democratische instellingen of andere grondslagen van de rechtsstaat, waaronder ook het radicaliseringproces wordt begrepen, zoals bepaald in artikel 8, alinea 2, c) van de organieke wet van de inlichtingendiensten van 30 november 1998;9° toewijzingsbeginsel van de kredieten : de verdeling van de toegekende kredieten in categorieën van uitgaven;10° in aanmerking komende uitgaven : de vastgestelde uitgaven of voorziene uitgaven door middel van afwijkend schriftelijk akkoord;11° opportuniteit van de uitgaven : het verband dat kan worden gelegd tussen uitgave en de realisatie van de in het gefinancierde project vastgestelde doelstellingen;12° bewijsdocumenten: de loonfiches, de kopie van diploma, de aanwervingscontracten, de facturen die uitgaan van externe leveranciers, de bestelbons die van de steden of gemeenten uitgaan, gedetailleerde schuldvorderingen en interne facturen.De volledige en leesbare documenten kunnen: - de originele exemplaren zijn; - ofwel de voor eensluidend verklaarde afschriften; - ofwel de kopieën gepaard gaande van de verklaring op erewoord van de gemeenteontvanger waarin de gedetailleerde en volledige lijst van de ingezonden kopieën is opgenomen en waarin geattesteerd wordt dat zij met de originele documenten overeenstemmen; 13° betalingsbewijs: de kopieën van rekeninguittreksels of ieder door de begunstigde van een kwijting voorziene document of, bij gebreke daaraan, een verklaring op erewoord van de Gemeenteontvanger/Financiële beheerder waarin de gedetailleerde en volledige lijst van de gedane uitgaven is opgenomen en waarin verklaard wordt dat zij wel degelijk betaald werden.Kopieën van een betalingsopdracht of bevel hebben geen enkele bewijswaarde. 14° vastlegging: de handeling waarbij de gemeente een verplichting jegens ontstaan of constateert die tot een begrotingslast, een schuld of uitgave ten laste van het gemeentebudget leidt. De uitgevoerde vastlegging vervult de goedkeuring en vermindert de beschikbare kredieten om vast te leggen. De betalingen die eventueel gebeuren in de loop van latere boekjaren zijn het gevolg van de vastlegging die een vervulling blijft van het boekjaar waarin deze is tussengekomen. 15° personeelskosten : de kosten die de werkgever draagt voor de indienstneming van het in het kader van de overeenkomst aangeworven personeel en die eveneens de kosten omvatten van de tewerkstelling van ambtenaren die in het kader van specifieke statuten of functies aangeworven worden;16° werkingskosten : de kosten die de administratiekosten, de reiskosten, de actiemiddelen omvatten, die nodig zijn voor de uitvoering van de in het kader van de overeenkomst ontwikkelde initiatieven;17° investeringen : de uitgaven die een eenheidswaarde hebben die tenminste 1000 euro bedraagt en waarvan het betrokken voorwerp een vermoedelijke gebruiksduur van meer dan één jaar heeft.18° werkdagen: alle dagen met uitzondering van zaterdagen, zondagen en wettelijke feestdagen;19° resultaatsverbintenis: de verbintenis waarbij de gemeente er zicht toe verbindt om de vooropgestelde resultaten te bereiken; HOOFDSTUK 2. - Modaliteiten inzake de toekenning van de financiële toelagen - Prioriteiten Afdeling 1 - Financiering en prioriteiten
Art. 2.§ 1. Een financiële toelage van 600.000 euro wordt toegekend aan de volgende gemeenten voor de financiering van projecten in het kader van de preventie van terrorisme en extremisme .
De aangewezen gemeenten zijn Anderlecht, Antwerpen, Brussel, Luik, Maaseik, Mechelen, Schaarbeek, Sint-Jans-Molenbeek, Verviers en Vilvoorde.
In dat kader wordt een toelage van 60.000 euro toegekend aan elk van de gemeenten betrokken. § 2. De gefinancierde projecten dragen bij aan de uitvoering van de algemene doelstellingen die worden bepaald door de minister en vertolken aldus de prioriteiten van de minister, die met name in zijn algemene beleidsnota worden gedefinieerd.
De gefinancierde projecten moeten betrekking hebben op de federale bevoegdheden van de minister en geen inbreuk maken op de bevoegdheden van de gemeenschappen. § 3. De aanwending van de financiële toelage beoogt eveneens een maximale synergie met het zonaal veiligheidsplan en het strategisch veiligheids- en preventieplan te waarborgen, en viseert de twee volgende activiteitssectoren: 1° Activiteitssector 1 : veiligheids- en/of socio-preventieve en gemeentelijke projecten;2° Activiteitssector 2 : storten van een deel of van de volledige toelage aan de politiezone in het kader van specifieke projecten. § 4. De acties met betrekking tot activiteitssector 2 zullen prioritair moeten plaatsvinden in het kader van de volgende activiteitsdomeinen: - Domein: Socio-preventief werk, met inbegrip van het tot stand brengen van netwerken; - Domein: Verhoging van het veiligheidsgevoel; - Domein: Analyse - Diagnose - Monitoring; - Domein: Coördinatie en opvolging van de lokale veiligheids- en/of socio-preventieve projecten.
De acties met betrekking tot activiteitssector 2 zullen prioritair moeten plaatsvinden in het kader van de volgende activiteitsdomeinen: - Domein: Dreigingsanalyse - Domein: Monitoring - Domein: Opsporing en inlichting - Domein: Follow-up van de « returnees » De uitgaven in verband met de algemene opdrachten van lokale politie, de interventie en de ordehandhaving zijn dus uitgesloten.
De lijst met de in aanmerking komende uitgaven en de toepasselijke voorwaarden bevindt zich in bijlage 1 bij dit besluit.
Art. 3.De financiële toelage bedoeld op artikel 2 wordt aangerekend op het begrotingsartikel 56 82 432202 van de sectie 13 van de algemene uitgavenbegroting. Afdeling 2 - Modaliteiten inzake de toekenning van de financiële
toelagen
Art. 4.§ 1. De minister richt een projectoproep aan de weerhouden gemeenten, overeenkomstig artikel 2. § 2. Om ontvankelijk te worden verklaard, voldoet het ingediende dossier aan de volgende voorwaarden: 1° Het ingediende dossier is volledig ingevuld en onder elektronische vorm tijdig ingediend, volgens het model dat door de administratie ter beschikking wordt gesteld;2° Het dossier bevat het uittreksel uit het register van de beraadslagingen van de Gemeenteraad of van het College van Burgemeester en Schepenen/Gemeentecollege tot goedkeuring van de ingediende project. De gemeente respecteert de specifieke indieningsprocedures zoals uitgewerkt door de administratie. § 3. De administratie beoordeelt de toelaatbaarheid van de ontvankelijk verklaarde dossiers volgens de volgende criteria: 1° Aan de voorwaarden van artikel 2 § 2 § 3 en § 4 is voldaan;2° Het projectplan bevat algemene, strategische en operationele doelstellingen en de beoogde indicatoren;3° De operationele doelstellingen zijn specifiek, meetbaar, aanvaardbaar, realistisch en tijdgebonden;4° Het ingediende projectplan leidt tot aantoonbare kwantitatieve en kwalitatieve resultaten;5° De gemeente verbindt zich ertoe de nodige organisatorische maatregelen te nemen om een permanente follow-up en ondersteuning van de in het plan opgenomen initiatieven te waarborgen en alles in het werk te stellen om de doelstellingen en resultaten te bereiken; § 4. Na analyse van de ontvankelijkheid van het dossier en toelaatbaarheid van het project keurt de minister bij ministerieel besluit het definitieve toegekende bedrag en de doelstellingen en activiteiten van de gefinancierde project goed.
HOOFDSTUK 3. - Modaliteiten inzake de aanwending, betaling en controlewerkwijze voor de financiële toelage Afdeling 1 - Modaliteiten inzake de aanwending van de toelagen
Art. 5.De financiële toelage wordt toegekend als tussenkomst in de kosten die voortkomen uit de uitvoering van de acties, activiteitendomeinen, doelstellingen en prioriteiten bedoeld in artikel 2, en dit binnen de grenzen die zijn vastgesteld bij het in artikel 4 bedoelde ministeriële besluit.
Art. 6.§ 1. Het bedrag van de toegekende toelage ligt vast, en kan niet verhoogd worden met de beschikbare saldi die vastgesteld worden naar aanleiding van de voorgaande afrekeningen die door de administratie opgesteld worden.
Het bedrag van de toelage dat niet aangewend is op 31 december 2024, gaat definitief verloren § 2. De voorziene toelage wordt toegekend volgens het principe van een globale enveloppe.
De modaliteiten voor de verdeling van de kredieten binnen de globale enveloppe worden vastgesteld door de minister, die de maximale en minimale quota.
Art. 7.De aanwending van de toelage is onderworpen aan het annualiteitsbeginsel van de uitgaven. Alleen de tussen 1 januari en 31 december 2024 vastgelegde uitgaven zullen in overweging genomen worden.
Art. 8.De aanwending van de toelage wordt onderworpen aan het beginsel van de bestemming van de uitgaven.
Art. 9.De aanwending van de toelage wordt onderworpen aan het beginsel van het in aanmerking komen der uitgaven.
Art. 10.§ 1. De aanwending van de toelage wordt onderworpen aan het opportuniteitsbeginsel van de uitgaven. § 2. Kunnen in aanmerking genomen worden voor de financiële toelage, enkel de uitgaven die betrekking hebben op het lokale veiligheids- en preventiebeleid en verband houden met de bevoegdheden van de minister. § 3. De verrichte uitgaven verband houden met één of meerdere doelstellingen van het ministerieel besluit bedoelde in artikel 4. Afdeling 2 . - Betalingsmodaliteiten
Art. 11.§ 1. De vastlegging en de vereffening van de toelage gebeurt onder voorbehoud van de beschikbare kredieten. § 2. De vereffening van de verschuldigde toelage gebeurt volgens een voorschot/saldosysteem.
Een voorschot van 70% van het totaal van de toegekende toelage wordt gestort bij de publicatie van het huidige besluit.
Het saldo wordt gestort na controle van de door de gemeente ingediende uitgaven.
Art. 12.De onverschuldigde bedragen, die na grondige controle van de uitgaven worden vastgesteld, worden van rechtswege teruggevorderd door de administratie. Afdeling 3 - Controlewerkwijze voor de financiële toelagen
Art. 13.§ 1. De gemeenten rechtvaardigen hun uitgaven door een financieel dossier voor te stellen.
Het financieel dossier is samengesteld uit twee delen: 1° De financiële vordering die ter beschikking gesteld wordt via het ICT-platform online van de administratie;2° De bewijsdocumenten betreffende van het referentiejaar betreffende de personeels-, werkings- en investeringsuitgaven, die uitsluitend via het ICT-platform online worden doorgegeven. Elke voorgelegde uitgave moet vergezeld worden door een bewijsdocument en een betalingsbewijs.
De lijst met vereiste bewijsdocumenten bevindt zich in bijlagen 2.
Moeten ook bij het financieel dossier gevoegd worden : a) Een uittreksel uit het register van de beraadslagingen van de Gemeenteraad of van het College van Burgemeester en Schepenen/Gemeentecollege : - tot goedkeuring van de uitgaven gerechtvaardigd in het kader van de toelage; - als bewijs dat de uitgaven voorgesteld via de online samenvattende uitgavenstaat werkelijk verwezenlijkt werden in het kader van de toelage bestemd voor de uitwerking van een lokaal veiligheids- en preventiebeleid in de strijd tegen gewelddadige radicalisering voor het jaar 2024; b) Een verklaring op erewoord van de Financieel directeur/Gemeentelijke ontvanger die de vereffening van de door de toelage gerechtvaardigde uitgaven bewijst. § 2. De schuldvordering wordt, samen met de bewijstukken, online vervolledigd en gevalideerd n en dat uiterlijk op 30 juni 2025.
De financiële schuldvordering wordt pas gevalideerd op voorwaarde dat de datum van goedkeuring van de financiële schuldvordering ingevoerd wordt in het systeem en dat het uittreksel uit het register van de beraadslagingen van de Gemeenteraad of van het College van Burgemeester en Schepenen/Gemeentecollege als bijlage overgemaakt wordt.
In alle gevallen, op straffe van het niet in aanmerking nemen, is de beraadslaging van de Gemeenteraad of van het College van Burgemeester en Schepenen/Gemeentecollege voorafgaan aan de online indiening van het financieel dossier, anders wordt ze niet in aanmerking genomen. § 3. De beveiligde toegangscodes die de vertrouwelijkheid van de gegevens waarborgen, en tevens een handleiding van de online toepassing, worden verspreid aan elke door de gemeentelijke overheid aangestelde verantwoordelijke via beraadslaging van het College van Burgemeester en Schepenen/Gemeentecollege.
De gemeentelijke overheid blijft verantwoordelijk voor de geleverde toegang en geeft informatie aan de administratie over de bestemmingsveranderingen en toegangswijzigingen noodzakelijk voor de goede opvolging van de financiële controleprocedures.
Art. 14.§ 1. De administratie voert een controle uit van de bestanddelen van het financieel dossier.
De administratie kan bijkomende informatie opvragen. Het niet bezorgen van de opgevraagde aanvullingen leidt tot de afwijzing van de betrokken uitgaven. § 2. Elke gemeente ontvangt een voorlopige afrekening en beschikt over twintig werkdagen om haar akkoord te geven of, in geval van niet-akkoord over de toegekende bedragen, haar argumenten voor te leggen. Alleen argumenten die via het online ICT-platform en binnen de termijn van 20 werkdagen worden ingediend, zullen in aanmerking worden genomen.
Deze termijn begint te lopen op de datum van voorlegging van de voorlopige afrekening, via het online ICT-platform.
Wanneer de termijn overschreden is of in geval van akkoord over de bedragen van de afrekening, stelt de administratie de definitieve afrekening op.
Wanneer er geen akkoord is over de voorlopige afrekening, worden de motiveringen en/of bijkomende bewijzen aangevoerd door de gemeente, onderzocht om de definitieve afrekening op te stellen. § 3. De bewijsdocumenten worden bewaard gedurende tien jaar. Die termijn gaat in vanaf de afsluiting van de procedure van de financiële controle.
Art. 15.Aan het eind van de controleprocedure wordt de gemeente elektronisch in kennis gesteld van de door de administratie opgestelde eindafrekening. Afdeling 4. - Terugvordering van onverschuldigd bedragen en Financiële
sancties
Art. 16.§ 1. De onverschuldigde bedragen, die na controle van de uitgaven worden vastgesteld, worden van rechtswege teruggevorderd. § 2. Bovendien kunnen de onverschuldigde bedragen die in het kader van de niet-naleving van de wettelijke bepalingen en/of van de resultaatsverbintenis die in artikel 21 bedoeld worden, teruggevorderd worden.
Art. 17.De in artikel 16 bedoelde onverschuldigde bedragen worden door de administratie teruggevorderd.
Art. 18.§ 1. De Administratie onderbreekt de betalingen in geval het niet naleven van de algemene verplichtingen wordt vastgesteld; § 2. Budgetbegeleiding kan opgestart worden, op beslissing van de minister of zijn administratie, voor de steden en gemeenten waarvoor uit de opvolging en/of evaluatie de aanwezigheid blijkt van tekortkomingen bij de uitvoering van het ministerieel besluit bedoelde in artikel 4.
HOOFDSTUK 4 - . Opvolging en evaluatie
Art. 19.§ 1. De resultaatsverbintenis brengt voor de gemeente de noodzaak met zich mee om regelmatig over te gaan tot de opvolging en de evaluatie van haar doelstellingen.
Op basis van de vaststellingen op het terrein en een gedetailleerde analyse van elke doelstelling, realiseert de gemeente een zelfevaluatie teneinde de uitvoering van de verschillende doelstellingen en resultaten binnen het project te verifiëren.
De evaluatie moet betrekking hebben op alle projecten en activiteiten die zijn gevalideerd in het in artikel 4 bedoelde ministeriële subsidiebesluit. § 3. Op verzoek van de gemeente of op haar eigen initiatief kan de administratie terreinbezoeken organiseren. De bezoeken die hiertoe werden uitgevoerd, hebben als doel de begunstigde gemeente zo goed mogelijk te ondersteunen bij de lancering, de uitvoering en de evaluatie van haar activiteiten of bij het toezicht op de uitvoering van de doelstellingen en de criteria voor het bereiken van de doelstellingen zoals vastgelegd in het in artikel 4 bedoelde ministeriële subsidiebesluit.
Art. 20.De gemeenten maken tegen uiterlijk 30 juni 2025 hun evaluatierapport over aan de administratie.
Het rapport is volledig ingevuld en onder elektronische vorm tijdig ingediend, volgens het model dat door de administratie ter beschikking wordt gesteld
Art. 21.Bij niet-uitvoering van de bepalingen van dit besluit en/of wanneer de beoogde doelstellingen niet worden bereikt, waarbij het niet-behalen niet of onvoldoende kan worden gemotiveerd door de gemeente, dient de verleende financiële toelage volledig of gedeeltelijk te worden teruggestort.
HOOFDSTUK 5. - Eindbepalingen
Art. 22.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2024.
Art. 23.Onze minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 20 mei 2024.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. VERLINDEN
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld