gepubliceerd op 14 juni 2016
Koninklijk besluit tot bepaling van de beroepen of activiteiten die niet beschouwd worden als activiteiten zoals bedoeld in artikel 1 van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de bijzondere en private veiligheid. - Duitse vertaling
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN
29 JUNI 2014. - Koninklijk besluit tot bepaling van de beroepen of activiteiten die niet beschouwd worden als activiteiten zoals bedoeld in artikel 1 van de
wet van 10 april 1990Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
10/04/1990
pub.
08/04/2000
numac
2000000153
bron
ministerie van binnenlandse zaken
Wet op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten . - Duitse vertaling
sluiten tot regeling van de bijzondere en private veiligheid. - Duitse vertaling
De hierna volgende tekst is de Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 29 juni 2014 tot bepaling van de beroepen of activiteiten die niet beschouwd worden als activiteiten zoals bedoeld in artikel 1 van de
wet van 10 april 1990Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
10/04/1990
pub.
08/04/2000
numac
2000000153
bron
ministerie van binnenlandse zaken
Wet op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten . - Duitse vertaling
sluiten tot regeling van de bijzondere en private veiligheid (Belgisch Staatsblad van 27 augustus 2014).
Deze vertaling is opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling in Malmedy.
FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST INNERES 29. JUNI 2014 - Königlicher Erlass zur Bestimmung der Berufe oder Tätigkeiten, die nicht als eine in Artikel 1 des Gesetzes vom 10. April 1990 zur Regelung der privaten und besonderen Sicherheit erwähnte Tätigkeit angesehen werden PHILIPPE, Konig der Belgier, Allen Gegenwartigen und Zukunftigen, Unser Gruß! Aufgrund des Gesetzes vom 10. April 1990 zur Regelung der privaten und besonderen Sicherheit, des Artikels 21 § 1 Absatz 2, abgeändert durch Artikel 21 des Gesetzes vom 13. Januar 2014;
Aufgrund der Stellungnahme des Finanzinspektors vom 17. Januar 2014;
Aufgrund des Einverständnisses Unseres Ministers des Haushalts vom 5.
Februar 2014;
Aufgrund der Auswirkungsanalyse beim Erlass von Vorschriften, die gemäß den Artikeln 6 und 7 des Gesetzes vom 15. Dezember 2013 zur Festlegung verschiedener Bestimmungen in Sachen administrative Vereinfachung durchgeführt worden ist;
Aufgrund des Gutachtens Nr. 56.232/2 des Staatsrates vom 26. Mai 2014, abgegeben in Anwendung von Artikel 84 § 1 Absatz 1 Nr. 2 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat, ersetzt durch das Gesetz vom 2. April 2003; Auf Vorschlag Unserer Ministerin des Innern und aufgrund der Stellungnahme der Minister, die im Rat darüber beraten haben, Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Artikel 1 - Nicht als eine in Artikel 1 des Gesetzes vom 10. April 1990 zur Regelung der privaten und besonderen Sicherheit erwähnte Tätigkeit werden Tätigkeiten angesehen, die ausgeübt werden von: 1. den im Gesetz vom 5.August 1992 über das Polizeiamt erwähnten Mitgliedern eines Polizeidienstes, 2. den im Gesetz vom 15.Mai 2007 zur Schaffung der Funktion eines Ordnungshüters, zur Einrichtung eines Ordnungshüterdienstes und zur Abänderung von Artikel 119bis des neuen Gemeindegesetzes erwähnten Ordnungshütern und feststellenden Ordnungshütern, 3. den im Feldgesetzbuch erwähnten Privatfeldhütern, 4.den im Gesetz vom 21. Dezember 1998 über die Sicherheit bei Fußballspielen erwähnten Ordnern, 5. den im Gesetz vom 28.Februar 2007 zur Festlegung des Statuts der Militärpersonen und angehenden Militärpersonen des aktiven Kaders der Streitkräfte erwähnten Mitgliedern des aktiven Kaders der Streitkräfte, 6. den im Grundlagengesetz vom 30.November 1998 über die Nachrichten- und Sicherheitsdienste erwähnten Schutzoffizieren, 7. den im Gesetz vom 25.Februar 2003 zur Schaffung der Funktion eines Sicherheitsbediensteten im Hinblick auf die Ausführung von Aufträgen zur Aufrechterhaltung der Ordnung in Gerichtshöfen und Gerichten und zur Überführung von Häftlingen erwähnten Sicherheitsbediensteten.
Art. 2 - Der in Artikel 1 vorgesehene Ausschlussgrundsatz findet nur Anwendung, sofern die Tätigkeiten der in Artikel 1 erwähnten Fachkräfte in Übereinstimmung mit den Kompetenzen ausgeübt werden, so wie sie in der auf sie jeweils anwendbaren Regelung vorgesehen sind.
Art. 3 - Unser Minister des Innern ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.
Gegeben zu Brüssel, den 29. Juni 2014 PHILIPPE Von Königs wegen: Die Ministerin des Innern Frau J. MILQUET