29 FEBRUARI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 september 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, betreffende het herstel van de loonspanning van het productiepersoneel in de beschutte werkplaatsen (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 september 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, betreffende het herstel van de loonspanning van het productiepersoneel in de beschutte werkplaatsen.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 februari 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 september 2001 Herstel van de loonspanning van het productiepersoneel in de beschutte werkplaatsen (Overeenkomst geregistreerd op 24 oktober 2001 onder het nummer 59346/CO/327) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de Waalse "entreprises de travail adapté" die ressorteren onder het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen en op de werknemers die zij tewerkstellen in de productie.

Onder productiepersoneel moeten de werknemers worden verstaan die niet worden beoogd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 1997 betreffende de functieclassificatie voor sommige personeelsleden in de beschutte werkplaatsen.

Het productiepersoneel wordt gekoppeld aan de 5 functiecategorieën zoals deze waren vastgelegd door artikel 3, § 1, van het koninklijk besluit van 23 maart 1970, toepasbaar gehouden door de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 januari 1997 en verlengd tot 31 december 1998 door de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 oktober 1998 betreffende de toepassing van het gewaarborgd minimum inkomen op de werknemers die tewerkgesteld zijn in de beschutte werkplaatsen. HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen

Art. 2.In het raam van de interprofessionele akkoorden 1999-2000 en van de akkoorden van de non-profit gaan de partijen akkoord om in de beschutte werkplaatsen bij voorrang een loonherwaardering toe te passen op het productiepersoneel dat de overgang naar het gewaarborgd minimuminkomen niet heeft genoten op 1 januari 1999. HOOFDSTUK III. - Toepassingsmodaliteiten

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst beoogt opnieuw een loonspanning in te voeren over een periode van 5 jaar in 5 fasen.

De jaarlijkse verhoging van de minima van elke categorie wordt vastgesteld op 5,58 BEF per uur en wordt berekend op basis van het gewaarborgd minimumuurloon dat op 1 juni 1999 overeenstemde met 279,16 BEF. De herwaarderingen zullen plaatsvinden op de volgende data voor alle categorieën, met uitzondering van de categorieën 4 en 5 waarvan de modaliteiten in de volgende paragraaf worden bepaald : - op 1 januari 2000; - op 1 januari 2001; - op 1 januari 2002; - op 1 januari 2003; - op 1 januari 2004.

De 4e categorie is niet betrokken bij de verhogingen waarin voorzien is op 1 januari 2000 en op 1 januari 2001.

Zij geniet een verhoging die met de helft verminderd is op 1 januari 2002 en op 1 januari 2003.

De 5e categorie is uitgesloten uit het voordeel van deze arbeidsovereenkomst.

Deze herwaarderingen hebben enkel betrekking op de minima van elke categorie voor het jaar 2000.

Zij betreffen de minima en de reële lonen voor de jaren 2001 tot 2004.

Voor werknemers die jonger zijn dan 21 jaar wordt het gewaarborgd minimumloon vermenigvuldigd met de volgende breuk : 20 jaar x 94 pct.; 19 jaar x 88 pct.; 18 jaar x 82 pct.

Art. 4.De sociale partners wensen de functiecategorieën en hun huidige definitie in stand te houden gedurende een jaar en verbinden zich ertoe binnen deze termijn, vanaf de toepassingsdatum van deze overeenkomst, de functieclassificatie te herdefiniëren opdat elke werknemer zou behoren tot de categorie die objectief overeenstemt met zijn beroepsbekwaamheid en met de uitgeoefende functie.

Art. 5.Deze overeenkomst heft de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999 op, treedt in werking op 1 oktober 2001 en wordt gesloten voor onbepaalde tijd.

Zij kan worden opgezegd door elk van de partijen met een opzegtermijn van 6 maanden betekend aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen die hiervan een kopie bezorgt aan elk van de organisaties die vertegenwoordigd zijn in het paritair comité.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 februari 2004.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE