gepubliceerd op 08 april 2004
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 oktober 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten, betreffende het statuut van de vakbondsafvaardiging « bedienden »
29 FEBRUARI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 oktober 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten, betreffende het statuut van de vakbondsafvaardiging « bedienden » (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 oktober 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten, betreffende het statuut van de vakbondsafvaardiging « bedienden ».
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 29 februari 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bewakingsdiensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 oktober 1999 Statuut van de vakbondsafvaardiging « bedienden » (Overeenkomst geregistreerd op 5 april 2000 onder het nummer 54531/CO/317)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en bedienden van de ondernemingen waar gemiddeld ten minste 5 bedienden zijn tewerkgesteld en die onder het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten ressorteren.
Onder het begrip « bedienden » worden zowel de mannelijke als de vrouwelijke bedienden begrepen.
Rekening houdend met de verscheidenheid van de feitelijke toestanden die kunnen worden aangetroffen, moet in elk geval worden beoordeeld, hoe er wegens de eigenlijke structuren aanleiding toe bestaat in een vakbondsafvaardiging te voorzien, waarin representatieve leden van de verschillende structuren van de onderneming zijn gegroepeerd.
Art. 2.In elke onderneming mag, volgens de hierna vermelde richtlijnen, een syndicale afvaardiging ingericht worden bij elke technische exploitatieëenheid overeenkomstig artikelen 19 en 21 van de wet van 20 september 1948 houdende de organisatie van het bedrijfsleven (Belgisch Staatsblad van 27-28 september 1948).
De syndicale afvaardiging is samengesteld uit effectieve en plaatsvervangende leden.
Het aantal syndicale afgevaardigden wordt vastgesteld als volgt : Effectieve leden : van 5 tot 50 bedienden : 2 afgevaardigden van 51 tot 125 bedienden : 4 afgevaardigden van 126 tot 250 bedienden : 6 afgevaardigden van 251 tot 375 bedienden : 8 afgevaardigden van 376 tot 500 bedienden : 10 afgevaardigden van 501 tot 625 bedienden : 12 afgevaardigden van 626 tot 750 bedienden : 14 afgevaardigden van 751 tot 875 bedienden : 16 afgevaardigden van 876 tot 1 000 bedienden : 18 afgevaardigden 1 001 en meer bedienden : 20 afgevaardigden Plaatsvervangende leden : Er zijn evenveel plaatsvervangende als effectieve leden. De betrokken syndicale organisaties kiezen hun plaatsvervangende afgevaardigden in eerste instantie onder hun reeds beschermde bedienden. Niettemin kan elke syndicale organisatie drie andere nog niet beschermde kandidaten voorstellen per technische exploitatie-eenheid.
Omtrent de bovenvermelde grenzen en cijfers kan een gunstiger akkoord in de ondernemingen gesloten worden.
Bij ontstentenis van een akkoord worden de betwiste gevallen aan het bevoegde paritair comité voor de meest gerede partij ter verzoening voorgelegd.
De partijen verbinden zich ertoe, tijdens de verzoening, naar de meest geschikte maatregelen te zoeken om de bijzondere toestanden in de onderneming op te lossen.
Art. 3.De syndicale afvaardigingen worden opgericht op initiatief van de vakcentrales aangesloten bij één van de in de Nationale Arbeidsraad vertegenwoordigde syndicale organisaties.
Rekening houdend met hun vertegenwoordiging in de onderneming, zullen deze syndicale organisaties het onderling eens zijn om op beroepsvlak degelijke en bekwame kandidaten voor te stellen die over de nodige autoriteit beschikken om hun taken in de beste voorwaarden te volbrengen. Men bedoelt met « vertegenwoordiging » : het aantal effectieve leden. In geval van betwisting wordt de vertegenwoordiging door de voorzitter van het paritair comité gecontroleerd.
De kandidaten zullen bovendien een voldoende kennis bezitten van het specifieke karakter van de ondernemingen en van de sector.
Het voordragen van de kandidaten wordt ter kennis gebracht van het ondernemingshoofd door elke representatieve vakbondsvereniging en dit per aangetekend schrijven aan de maatschappelijke zetel van de onderneming.
Het ondernemingshoofd bericht binnen de vijftien dagen ontvangst van de mededeling van de voorgedragen namen. Behalve onder voorbehoud, betekent dit bericht van ontvangst de officiële erkenning van de voorgedragen vakbondsafgevaardigden.
Indien het ondernemingshoofd wegens ernstige redenen, tegen één of andere aanwijzing bezwaar heeft, wordt de procedure als volgt vastgesteld : - het ondernemingshoofd stelt binnen de bovenvermelde termijn van vijftien dagen de betrokken vakvereniging in kennis van zijn bezwaren; - bij ontstentenis van een akkoord, wordt de zaak door de meest gerede partij aan het verzoeningsbureau van het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten voorgelegd dat na de partijen te hebben gehoord, eventueel bijgestaan door hun raadgever, zijn advies zal verlenen; - binnen de veertien dagen na het advies van het verzoeningsbureau, behoort het de betrokken vakvereniging toe het ondernemingshoofd schriftelijk te berichten van haar eventuele beslissing om de aanwijzing van de betrokken kandidaat te handhaven; - het ondernemingshoofd mag in laatste instantie een beroep doen op de arbeidsrechtbank om de annulering van de aanwijzing van de betrokken afgevaardigde te bekomen.
Art. 4.Om de functie van vakbondsafgevaardigde te kunnen vervullen, moeten de betrokkenen aan de volgende voorwaarden voldoen : 1. ten minste 18 jaar oud zijn op het ogenblik van de aanduiding;2. ten minste sedert drie maanden in de onderneming zijn tewerkgesteld na de proefperiode.Voor de ondernemingen die minder dan twee jaar bestaan, is voorvermelde termijn van drie maanden niet van toepassing; 3. aangewezen of voorgesteld zijn op initiatief van een vakcentrale aangesloten bij één van de in de Nationale Arbeidsraad vertegenwoordigde vakverenigingen.
Art. 5.Daar de mandaten van de afgevaardigden door de betrokken vakcentrales werden toegekend, delen deze aan de werkgever de eventuele wijzigingen in de aanwijzing van de afgevaardigde mee.
Het mandaat eindigt in geval van ontslag om een door de arbeidsrechtbank erkende dringende reden of wanneer de voorwaarden waarin het bestaan van de vakbondsafvaardigingen wordt geregeld niet meer worden vervuld.
Wanneer de werf waar een syndicaal afgevaardigde gewoonlijk werkt, wordt overgenomen door een andere werkgever, samen met het personeel waaronder die afgevaardigde, zal voorwaarde 2 van artikel 4 van deze overeenkomst niet gesteld worden.
In dat geval zal de betrokken vakbondsorganisatie deze afgevaardigde mogen voorstellen bij de nieuwe werkgever waardoor de beschikkingen van artikel 3 van deze overeenkomst in werking worden gesteld.
Nochtans, als de afgevaardigde niet wenst overgeplaatst te worden naar de werkgever die de werf overgenomen heeft, doet de uittredende werkgever zijn best om hem naar een andere werf en/of afdeling over te plaatsen.
Art. 6.De erkende effectieve en plaatsvervangende vakbondsafgevaardigden, evenals de afgevaardigden voor wie de aanvaardingsprocedure voorzien in artikel 3 van deze overeenkomst loopt, genieten de bescherming die bij de artikelen 18, 19 en 20 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 5, gesloten op 24 mei 1971 in de Nationale Arbeidsraad is voorzien ten gunste van de leden van de vakbondsafvaardiging (bericht van neerlegging, Belgisch Staatsblad van 1 juli 1971).
De afgevaardigde wiens mandaat door zijn organisatie of door de rechtbank wordt ingetrokken verliest de in dit artikel beoogde bescherming vanaf de dag van intrekking of annulering van het mandaat.
De afgevaardigde die van zijn mandaat afziet, verliest de beoogde bescherming vanaf de datum van zijn afstand.
Art. 7.De syndicale delegatie is bevoegd voor alle bedienden die afhangen van de betrokken technische exploitatieëenheid.
De bevoegdheid van de vakbondsafvaardiging heeft betrekking op de volgende zaken : a) Het tornen aan de fundamentele beginselen van de nationale overeenkomst van 16-17 juni 1947 betreffende de algemene principes van het statuut der vakbondsafvaardigingen en van de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 24 mei 1971 in de Nationale Arbeidsraad betreffende het statuut van de vakbondsafvaardigingen van het personeel van de ondernemingen.b) De toepassing van de sociale wetgeving, van de huishoudelijke reglementen van de onderneming en van de collectieve en individuele arbeidsovereenkomsten.c) De toepassing van de loonbedragen en van de regels van de classificatie overeenkomstig de vigerende wettelijke of overeengekomen bepalingen op het personeel van de onderneming.d) De syndicale afvaardiging heeft het recht door het ondernemingshoofd of zijn vertegenwoordiger te worden ontvangen naar aanleiding van ieder geschil of betwisting van collectieve aard, die in de onderneming voorkomt.Hetzelfde recht komt haar toe wanneer geschillen of betwistingen dreigen uit te breken. e) Iedere individuele klacht wordt door de betrokken werknemer, desgewenst met bijstand van een syndicale afgevaardigde naar zijn keuze, langs de gewone hiërarchische weg voorgelegd. Een syndicale afvaardiging heeft het recht te worden ontvangen naar aanleiding van alle geschillen of betwistingen van individuele aard die langs die weg niet kunnen worden opgelost.
Het ondernemingshoofd of zijn vertegenwoordiger zal deze syndicale afvaardiging zo spoedig mogelijk ontvangen en dit ten laatste binnen de acht dagen die volgen op het indienen van de aanvraag. In beide gevallen duidt elke syndicale organisatie vertegenwoordigd in de syndicale afvaardiging haar woordvoerders aan. f) In dringende gevallen wordt de syndicale afvaardiging binnen de drie werkdagen ontvangen door het ondernemingshoofd of zijn vertegenwoordiger.De directie kan de syndicale afvaardiging samenroepen als zij dit nodig acht. g) Als een probleem betreffende de onderneming in haar geheel en dat betrekking heeft op één van de specifieke bevoegdheden van de syndicale afvaardigingen zoals bepaald in de hoger vernoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 1971 moet besproken worden, dan zal het een nationale vergadering van de syndicale afvaardigingen zo spoedig mogelijk bijeenroepen.h) De plaatsvervangende afgevaardigden treden slechts op als het effectieve lid afwezig is of verhinderd is om zijn mandaat uit te voeren om welke reden ook.Het effectieve lid informeert de hiërarchie over zijn afwezigheid en verwittigt een plaatsvervangend lid dat hem moet vervangen. Deze laatste verwittigt zo snel mogelijk ook zijn hiërarchie zodat de werkgever de dienst kan regelen die de plaatsvervanger had moeten doen. i) Bij ontstentenis van een ondernemingsraad en/of een comité voor preventie en bescherming op het werk neemt de syndicale afvaardiging de bevoegdheden, rechten en plichten van deze organen over en de syndicale afgevaardigden genieten dan ook de bescherming aan de leden van deze organen toegekend door het artikel 21, §§ 2 tot 8 van de wet van 20 september 1948 houdende de organisatie van het bedrijfsleven. Als één derde van de vakbondsafvaardiging er schriftelijk om vraagt, kunnen er buitengewone vergaderingen plaatsvinden. In dergelijk geval wordt de voorgestelde agenda bij de uitnodiging gevoegd.
De buitengewone vergadering wordt gehouden binnen de vijftien dagen na indiening van het verzoek bij het ondernemingshoofd.
Art. 8.Voor de hieronder vermelde uren en binnen de voorziene grenzen, is de werkgever het normale loon verschuldigd aan de afgevaardigde.
De uren besteed aan erkende syndicale activiteiten moeten betrokken worden bij de berekening van de uren ter berekening van het gewaarborgd gemiddelde minimum maandinkomen, zoals bepaald in de van toepassing zijnde collectieve arbeidsovereenkomst.
Het gaat om : a) De tijd besteed aan op ondernemingsvlak besliste of toegelaten syndicale vergaderingen.b) De tijd besteed aan de verplaatsingen met het oog op het bijwonen van de vergaderingen op ondernemingsvlak van de syndicale afvaardiging op uitdrukkelijke voorwaarde dat die verplaatsingen binnen de normale prestatie-uren gebeuren. De gebeurlijke reiskosten zijn in dit geval ten laste van de werkgever. c) De tijd besteed aan het uitvoeren van syndicale opdrachten en/of taken.In het geval dat de normale regels niet worden gerespecteerd zal er naar een oplossing gezocht worden met de verantwoordelijke regionale secretarissen. d) De tijd besteed aan syndicale vorming en aan syndicale vergaderingen vreemd aan de onderneming met een maximum van acht dagen (van maximum 8 uur elk) per kalenderjaar en per effectief mandaat, conform de bepalingen van sectorale akkoorden betreffende de syndicale vorming.De toelating tot deelname aan dergelijke activiteiten moeten minstens tien dagen vooraf schriftelijk gevraagd worden. De deelname van de afgevaardigde aan de bedoelde vormingen en vergaderingen moet verrechtvaardigd worden aan de hand van een attest van de vakvereniging waarvan de betrokkene afhangt. De afgevaardigden kunnen, binnen de grenzen hierboven voorzien, deelnemen aan de sectoriële, intersectoriële, Europese of internationale vergaderingen en/of vormingen.
Art. 9.Afgevaardigden kunnen tijdens de vergaderingen met de directie voorzien in artikel 8, a), worden aangewezen om binnen de maand hun opgedragen taken te volbrengen.
De aldus aangewezen afgevaardigden zullen over de nodige tijd beschikken ten einde hun toe te laten die uit te oefenen. De nodige tijd zal bepaald worden in overleg met het ondernemingshoofd of zijn vertegenwoordiger.
In geval van problemen met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden bij de klant zijn bezoeken door de syndicale afgevaardigden aan de betrokken werven toegelaten na overleg met de plaatselijke vertegenwoordiger van de directie. In geval van weigering zal het geschil beslecht worden door het hogere hiërarchische niveau.
Deze verschillende prestaties worden vergoed op grond van wat de betrokkenen hadden verdiend als ze normaal hadden gewerkt.
De vergaderingen die plaatsvinden buiten het normale uurrooster worden vergoed aan het normale uurloon.
De werkgever neemt de eventuele verplaatsingskosten ten laste.
De werkgever stelt de syndicale afvaardiging een aangepast lokaal ter beschikking.
Art. 10.De syndicale afvaardiging moet over de nodige tijd en faciliteiten beschikken om het personeel degelijk te informeren over belangrijke gebeurtenissen en voorstellen van professionele of van syndicale aard. De wijze en het tijdstip waarop die informatie moet verstrekt worden, moet overeen gekomen worden op het vlak van de onderneming.
Art. 11.Wanneer er niettegenstaande de bemiddeling van een vakbondsafvaardiging geen akkoord kan worden bereikt om een geschil te beslechten, dan wordt het onderzoek van de betwiste punten verder gezet door een beroep te doen op de plaatselijke vertegenwoordigers van de betrokken werkgevers- en werknemerssorganisaties die deze overeenkomst hebben ondertekend.
Als het geschil niet kan worden beslecht, wordt het door de meest gerede partij ter kennis gebracht van de voorzitter van het paritair comité.
De voorzitter treft alle praktische maatregelen om de betrokken partijen tot verzoening te brengen, door ze eventueel op te roepen tot een vergadering van een beperkt comité van het paritair comité.
Art. 12.De ondertekenende partijen verbinden zich ertoe alles in het werk te stellen om het stipt naleven van deze collectieve arbeidsovereenkomst te waarborgen.
Art. 13.De collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 1993 geregistreerd onder het nummer 35298/CO/317, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten, betreffende het statuut van de vakbondsafvaardiging van de bedienden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 29 juni 1995, wordt vervangen door de in deze collectieve arbeidsovereenkomst voorziene bepalingen.
Art. 14.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juni 1999. Zij is gesloten voor onbepaalde duur.
Iedere ondertekende partij heeft altijd het recht wijzigingen in de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst voor te stellen.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan slechts opgezegd worden mits een opzeg van drie maanden.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 februari 2004.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE
Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 oktober 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten, betreffende het statuut van de vakbondsafvaardiging « bedienden » Systeem van toezicht aangaande de representativiteit van de syndicale organisaties
Artikel 1.In toepassing van artikel 3, § 2, van de organieke collectieve arbeidsovereenkomst zal de voorzitter van het paritair comité toezicht uitoefenen op de representativiteit door toepassing van de berekeningswijze welke wordt aangewend om het aantal afgevaardigden te bepalen in de ondernemingsraad en het comité voor preventie en bescherming op het werk, te weten : Berekeningswijze Het aantal effectieve leden van elke betrokken syndicale organisatie wordt vermenigvuldigd met het totaal aantal te begeven mandaten.
Het aldus bekomen resultaat wordt gedeeld door het aantal aangesloten leden van elke betrokken syndicale organisatie.
In geval deze deling een resultaat oplevert na de komma zal het resterend syndicaal mandaat worden toegewezen aan de syndicale organisatie die het hoogste decimale cijfer na de komma heeft bekomen.
Bij gelijke uitkomst van decimalen na de komma, zal het resterend sydicaal mandaat worden toegewezen aan de syndicale organisatie die het meeste aangesloten leden heeft.
Art. 2.Om deze berekening uit te voeren houdt men enkel rekening met het totaal aantal leden van de eventueel betrokken syndicale organisaties.
Art. 3.De berekening gebeurt aan de hand van het aantal syndicale lidboekjes in regel met een effectief lidmaatschap van minstens zes maanden op het ogenblik van de controle.
Het nazicht zal gebeuren onder toezicht van de voorzitter van het paritair comité.
Art. 4.De voorzitter van het verzoeningsbureau is gemachtigd op te treden in geval van betwisting tussen de organisaties.
Art. 5.Het verzoeningsbureau is ten volle bevoegd in geval van betwisting tussen de werkgever en een of meerdere werknemersorganisaties.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 februari 2004.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE