29 FEBRUARI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december 2000, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997 betreffende de toekenning aan sommige bejaarde werklieden van een aanvullende vergoeding (brugpensioen) ten laste van het « Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf » en de specifieke maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de toekenning aan sommige bejaarde werklieden van een aanvullende vergoeding (brugpensioen) ten laste van het « Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf » en de specifieke maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 oktober 2000, inzonderheid de artikelen 15 et 21;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december 2000, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de toekenning aan sommige bejaarde werklieden van een aanvullende vergoeding (brugpensioen) ten laste van het « Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf » en de specifieke maatregelen ter bevordering van de tewerksteltot verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997 betreffende de toekenning aan sommige werklieden van een aanvullende vergoeding (brugpensioen) ten laste van het « Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf » en de specifieke maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 februari 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Koninklijk besluit van 5 oktober 2000, Belgisch Staatsblad van 6 december 2000.

Bijlage Paritair Comité voor het bouwbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december 2000 Verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997 betreffende de toekenning aan sommige bejaarde werklieden van een aanvullende vergoeding (brugpensioen) ten laste van het « Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf » en de specifieke maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling (Overeenkomst geregistreerd op 16 januari 2001 onder het nummer 56200/CO/124)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel de geldigheidsduur te verlengen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997 betreffende de toekenning aan sommige bejaarde werklieden van een aanvullende vergoeding (brugpensioen) ten laste van het « Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf » en de specifieke maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 oktober 2000 (Belgisch Staatsblad van 6 december 2000), met uitzondering van de bepalingen inzake het conventioneel brugpensioen op een lagere leeftijd dan 58 jaar, zoals gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 december 1997, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 28 maart 2001 (Belgisch Staatsblad van 15 mei 2001), de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 1998, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 26 februari 2002 (Belgisch Staatsblad van 2 juli 2002) en de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 mei 1999, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 26 februari 2002 (Belgisch Staatsblad van 28 mei 2002).

Deze overeenkomst stelt ook de bijdrage bestemd voor de financiering van de aanvullende vergoeding vast voor het eerste en tweede kwartaal van 2001.

Art. 2.Artikel 21 van de voornoemd collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997 wordt vervangen door de volgende bepaling : « Deze overeenkomst is gesloten voor een bepaalde duur. Ze treedt in werking op 1 januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 2001, met uitzondering van de bepalingen van hoofdstuk 3, die verstrijken op 31 december 2000. »

Art. 3.Het artikel 15, 2e lid van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997 wordt vervangen door de volgende bepaling : « Deze bijdrage bedraagt 0,75 pct. van het op 108 pct. gebrachte bedrag van alle lonen die bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid zijn aangegeven met betrekking tot de in artikel 1 bedoelde werklieden respectievelijk voor de vier kwartalen van 1997, 1998,1999 en 2000, en voor het eerste en tweede kwartaal van 2001. »

Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een bepaalde duur.

Zij treedt in werking op 1 januari 2001 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 2001.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 februari 2004.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE