gepubliceerd op 19 juni 1999
Koninklijk besluit betreffende het klasseren van geslachte varkens
29 APRIL 1999. - Koninklijk besluit betreffende het klasseren van geslachte varkens
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten;
Gelet op de verordening (EEG) nr. 3220/84 van de Raad van 13 november 1984 tot vaststelling van het communautaire indelingsschema voor geslachte varkens, gewijzigd bij verordening (EEG) nr. 3530/86 van de Raad van 17 november 1986;
Gelet op de verordening (EEG) nr. 2967/85 van de Commissie van 24 oktober 1985 houdende nadere bepalingen voor de toepassing van het communautaire indelingsschema voor geslachte varkens, gewijzigd bij de verordening van de Commissie (EEG) 3127/94 van 20 december 1994;
Gelet op het overleg met de Gewestregeringen;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het noodzakelijk is om onverwijld maatregelen te nemen inzake het klasseren van geslachte varkens ten einde de continuïteit van het kwaliteitsbeleid te verzekeren en de nationale regelgeving aan te passen aan de Europese regelgeving;
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de Minister : de Minister tot wiens bevoegdheid de landbouw behoort 2° de Dienst : de dienst Fokkerij & Vlees van het Ministerie van Middenstand en Landbouw 3° karkas : het geslachte varken, na verbloeding en verwijdering van de ingewanden, geheel of in twee helften verdeeld, zonder tong, haren, hoeven, geslachtsorganen, nieren, niervet en middenrif.4° klassering volgens het geraamd aandeel mager vlees : het klasseren van de karkassen volgens het volgende schema : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 5° klassering volgens de conformatie : het klasseren volgens de graad van bespierdheid HOOFDSTUK II.- Toepassingsgebied
Art. 2.§ 1. In alle slachthuizen die op jaarbasis meer dan 200 varkens per week slachten, de varkens die voor het fokken werden gebruikt uitgezonderd, is de klassering volgens het geraamd aandeel mager vlees overeenkomstig de bepalingen van dit besluit verplicht. § 2. In de slachthuizen die op jaarbasis tot 200 varkens per week slachten, de varkens die voor het fokken werden gebruikt uitgezonderd, en waar geklasseerd wordt volgens het geraamd aandeel mager vlees, moet dit verplicht gebeuren overeenkomstig de bepalingen van dit besluit. § 3. Karkassen van varkens die voor het fokken werden gebruikt, dienen niet te worden geklasseerd volgens het aandeel mager vlees. HOOFDSTUK III. - Het klasseren Afdeling 1. - Het klasseringsorganisme
Art. 3.De Minister vertrouwt de opdracht om de klassering volgens het geraamd aandeel mager vlees uit te voeren toe aan een interprofessioneel organisme.
In afwachting dat de Minister een Interprofessioneel Organisme erkent, voeren de slachthuizen de klassering volgens het geraamd aandeel mager vlees uit overeenkomstig de bepalingen van dit besluit.
Art. 4.Om erkend te worden en te blijven, moet dit interprofessioneel organisme : 1° samengesteld zijn uit vertegenwoordigers van de varkensproducenten en de slachthuizen;2° opgericht zijn als vereniging zonder winstoogmerk;3° beschikken over door de Minister goedgekeurde statuten;4° beheerd worden via een door de Minister goedgekeurd financieringsplan;5° beschikken over de nodige klasseerders en klasseringstoestellen;6° beschikken over een door de Minister goedgekeurd protocol inzake : a) de klassering volgens het geraamd aandeel mager vlees;b) de verwerking en de overdracht van gegevens;c) de wijze van zelfcontrole.7° zich onderwerpen aan de controle van de Dienst. Afdeling 2. - Klasseringsmethoden en toestellen
Art. 5.Voor de klassering volgens het geraamd aandeel mager vlees mag enkel gebruik gemaakt worden van door de EU-Commissie voor ons land goedgekeurde klasseringsmethoden.
Voor de klassering volgens de conformatie mag enkel gebruik gemaakt worden van door de Minister erkende methoden.
Art. 6.§ 1. Om nieuwe methoden voor de klassering volgens het geraamd aandeel mager vlees, methoden voor de klassering volgens de conformatie of wijzigingen aan reeds erkende methoden te laten goedkeuren, dient de geïnteresseerde aan de Minister een dossier voor te leggen met de volgende gegevens : 1° een technische beschrijving van de klasseringsmethode met in voorkomend geval een beschrijving van de punten waarop een op basis van artikel 5 bestaande methode gewijzigd werd;2° een beschrijving van de lokatie(s) waar de proeven kunnen worden uitgevoerd;3° de testperiode. § 2. Voor de karkassen die aan de testen onderworpen wordt, wordt ontheffing verleend van het bepaalde in artikel 5.
Art. 7.De Dienst is gelast de testen uit te voeren inzake : 1° nieuwe methoden voor de klassering volgens het geraamd aandeel mager vlees en aanpassingen van reeds erkende klasseringsmethodes overeenkomstig de procedure bepaald in bijlage 1 van dit besluit;2° nieuwe methoden voor de klassering volgens de conformatie en aanpassingen aan reeds erkende methodes overeenkomstig de procedure bepaald in bijlage 2 van dit besluit.
Art. 8.§ 1. De Dienst verzamelt de gegevens bepaald in bijlage 1.3 van dit besluit met het oog op het opstellen van de nodige protocollen.
Wanneer uit de testgegevens blijkt dat de wortel uit het gemiddelde van de gekwadrateerde afwijkingen van de fouten, gemeten bij nul, gelijk of groter is dan 2,5, wordt de testprocedure beëindigd en wordt geen protocol opgemaakt voor de EU-Commissie. § 2. De Dienst verzamelt de gegevens bepaald in bijlage 2.1. van dit besluit. Enkel de dossiers voor gunstig geteste methodes worden aan de Minister voor erkenning voorgelegd. Afdeling 3. - De klassering
Art. 9.De klassering volgens het geraamd aandeel mager vlees wordt uitgevoerd op karkassen die beantwoorden aan de definitie in artikel 1. 3° van dit besluit.Van de voorgeschreven aanbiedingsvorm kan enkel om sanitaire redenen afgeweken worden.
Art. 10.Het karkas wordt op eenduidige en onuitwisbare wijze geïdentificeerd.
Art. 11.Het karkas wordt zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 45 minuten na het steken, gewogen.
Van het resultaat, het warm geslacht gewicht, wordt 2,0 % afgetrokken voor de bepaling van het koud geslacht gewicht. Het warm geslacht gewicht en het koud geslacht gewicht worden bepaald tot op 0,2 kg nauwkeurig.
Art. 12.§ 1. Na de weging worden de karkassen geklasseerd volgens het geraamd aandeel mager vlees. § 2. De Minister kan modaliteiten bepalen voor een bijkomende klassering van de karkassen volgens de conformatie.
Art. 13.Het slachthuis moet alle schikkingen treffen om te waarborgen dat de gegevens in verband met de identificatie van de varkens, en de metingen van de weeginrichting volledig en ongecorrigeerd aan de klasseringsapparatuur worden doorgegeven.
Art. 14.§ 1. Onmiddellijk na de klassering volgens het geraamd aandeel mager vlees worden de karkassen op het zwoerd van de rug, de flank, de achterschenkel of de ham gemerkt ofwel met het kenteken dat de klasse bepaalt, ofwel met het percentage mager vlees, afgerond op hele procenten. Dit percentage wordt afgerond naar boven indien het cijfer na de komma gelijk is aan of groter dan 5 en naar beneden indien het cijfer na de komma kleiner is dan 5. § 2. De Minister kan de modaliteiten bepalen om bijkomend een kenteken aan te brengen waaruit de conformatie blijkt. § 3. De aangebrachte letters en cijfers moeten tenminste twee centimeter groot zijn. Voor het aanbrengen van het klasseringsresultaat of in voorkomend geval van een kenteken voor de conformatie, moet gebruik gemaakt worden van ofwel : 1° een niet giftige, onuitwisbare en hittebestendige inkt;2° etiketten die zonder beschadiging niet kunnen worden verplaatst;3° een ander door de Dienst goedgekeurd procédé.
Art. 15.De Minister bepaalt de vermeldingen die, na het slachten, verplicht moeten worden 1° meegedeeld aan de leverancier van de varkens.2° bijgehouden.3° overgemaakt aan de Dienst.4° ter beschikking gesteld van de vetmester van de varkens. HOOFDSTUK IV. - Handel
Art. 16.Het is verboden om karkassen in de handel te brengen, aan te bieden, tentoon of te koop te stellen, voor de verkoop te vervoeren, te verkopen of te leveren indien ze geslacht werden in een slachthuis waar de bepalingen van dit besluit niet werden nageleefd. HOOFDSTUK V. - Controle en sancties
Art. 17.De ambtenaren van de Dienst zijn belast met de controle op de naleving van dit besluit.
Art. 18.Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld, vervolgd en gestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen
Art. 19.§ 1. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 november 1998. § 2. Het Koninklijk besluit van 13 maart 1989 houdende vaststelling van het klasseringsschema voor geslachte varkens wordt opgeheven op 1 november 1998.
Art. 20.Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 29 april 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN
BIJLAGE 1.
Testen van klasseringsmethoden voor de raming van het aandeel mager vlees 1. De methoden voor de raming van het aandeel mager vlees van karkassen moeten gebaseerd zijn op : a) een representatief monster van de nationale of regionale varkensvleesproductie bestaande uit ten minste 50 geslachte dieren waarvan het aandeel mager vlees is vastgesteld overeenkomstig de onder 2.beschreven versnijdingsmethode en een in nationaal verband vastgestelde methode van snelle beoordeling van het karkas waarbij gebruik wordt gemaakt van dubbele regressie; b) of een andere statistisch verantwoorde werkwijze die minstens even nauwkeurig is als een standaardregressietechniek op 120 karkassen overeenkomstig de onder 2.beschreven versnijdingsmethode. 2. De raming van het mager vlees-aandeel is gebaseerd op de versnijding van de vier belangrijkste deelstukken.De versnijding wordt volgens de referentiemethode uitgevoerd.
Het referentieaandeel mager vlees wordt als volgt berekend : gewicht van de haas + gewicht van het mager vlees (inclusief bindweefsel) in schouder, karbonadestreng, ham en buik y = 1,3 x 100 x -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Gewicht van de haas + gewicht van de versneden deelstukken + gewicht van de overige deelstukken Het gewicht van het mager vlees in deze vier deelstukken wordt berekend door van het totaalgewicht ervan vóór versnijding het totaalgewicht van alle andere bestanddelen dan het mager vlees in die vier deelstukken af te trekken. 3. Teneinde de Dienst Dierlijke Producten van het Bestuur voor het Landbouwbeleid toe te laten de nodige protocollen op te stellen, zal de Cel Begeleiding van de Karkasclassificatie' een verslag opstellen waarin het volgende wordt meegedeeld : Het eerste deel wordt aan de EU-Commissie voorgelegd vóórdat de versnijdingsproef plaatsvindt.Het moet een gedetailleerde beschrijving van de versnijdingsproef bevatten en meer in het bijzonder : - de proefnemingsperiode en het tijdschema voor de volledige toelatingsprocedure; - het aantal slachthuizen en de adressen ervan; - de beschrijving van de bij de beoordelingsmethode betrokken varkenspopulatie; - een beschrijving van de in verband met de gekozen steekproef gebruikte statistische methoden - de beschrijving van de nationale snelle beoordelingsmethode; - de juiste aanbiedingsvorm van de te versnijden karkassen.
Het tweede deel moet een gedetailleerde beschrijving van de uitkomsten van de versnijdingsproef bevatten en meer in het bijzonder : - een beschrijving van de in verband met de gekozen steekproefmethode gebruikte statistische methoden; - de wiskundige vergelijking die toegepast of gewijzigd zal worden; - de weergave van de resultaten in cijfers, tabellen en grafieken; - een beschrijving van de nieuwe apparatuur; - de limiet inzake het gewicht van de karkassen waarvoor de nieuwe methode kan worden aangewend en alle andere beperkingen ten aanzien van de toepassing van de methode in de praktijk.
Gezien om te worden gevoegd bij Ons Besluit van 29 april 1999 betreffende het klasseren van geslachte varkens.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN
BIJLAGE 2 Testen van methoden voor de klassering volgens de conformatie 1. De methode voor de klassering van karkassen volgens de conformatie moet getoetst worden op een monster met grote spreiding in conformatie bestaande uit ten minste 500 geslachte dieren waarvan het aandeel mager vlees is vastgesteld met een erkende methode voor de klassering volgens het geraamde aandeel mager vlees, en de conformatie met de erkende referentiemethode voor de klassering volgens de conformatie; Het testen van de methoden bestaat uit het controleren van de juistheid van een aantal karkasmaten, en het opstellen van een regressievergelijking met het typegetal berekend volgens een erkende methode als referentie.
De door de methode te meten karkasmaten zijn : - de hoek van de ham uitgedrukt in graden, gemeten in afwijking van de horizontale lijn aan de binnenzijde van de ham. - de maximale breedte van de ham, uitgedrukt in mm.
Deze maten dienen genomen te worden op de linker karkashelft. 2. Het opstellen van een regressievergelijking gebeurt op basis van de meetresultaten van het erkende klasseringsapparaat, de erkende referentiemethode voor de bepaling van de conformatie en de nog te erkennen methode voor de bepaling van de conformatie. De juiste werking van de diverse onderdelen van de methode zal nagegaan worden door het meten van sjablonen die verschillende types varkenskarkassen nabootsen. 3. De proefopstelling. De methode wordt getest op een volledig gemonteerde meetinstallatie.
Alle kosten ter voorbereiding van de metingen uit te voeren door de Cel Begeleiding van de Karkasclassificatie zijn ten laste van de geïnteresseerde die een methode wil laten testen.
Op een plan dat de installatie voorstelt, worden volgende punten vermeld voor wat de beeldanalysesystemen betreft : 1. horizontale en verticale afstand van de camera tot het hakenspoor;2. plaats van de achtergrond en de belichtinginstallatie;3. plaats van de geleidingsstaaf ten opzichte van het hakenspoor;4. de positionering van het karkas ten opzichte van de camera (dorsaal of ventraal). Gezien om te worden gevoegd bij Ons Besluit van 29 april 1999 betreffende het klasseren van geslachte varkens.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN