Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 29 april 1999
gepubliceerd op 27 november 1999

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 april 1998, gesloten in Paritair Comité voor de warenhuizen, betreffende de vaststelling, voor het jaar 1998, van de wijze van financiering, van de begunstigden, het bedrag en de toekennings- en uitkeringsmodaliteiten van het ristorno op de syndicale bijdrage

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1999012310
pub.
27/11/1999
prom.
29/04/1999
ELI
eli/besluit/1999/04/29/1999012310/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 APRIL 1999. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 april 1998, gesloten in Paritair Comité voor de warenhuizen, betreffende de vaststelling, voor het jaar 1998, van de wijze van financiering, van de begunstigden, het bedrag en de toekennings- en uitkeringsmodaliteiten van het ristorno op de syndicale bijdrage (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 januari 1981, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 4 mei 1981, inzonderheid op artikel 3, 2° van de statuten;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de warenhuizen;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 april 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, betreffende de vaststelling, voor het jaar 1998, van de wijze van financiering, van de begunstigden, het bedrag en de toekennings- en uitkeringsmodaliteiten van het ristorno op de syndicale bijdrage.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 april 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Koninklijk besluit van 4 mei 1981, Belgisch Staatsblad van 23 mei 1981.

Bijlage Paritair Comité voor de warenhuizen Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 april 1998 Vaststelling, voor het jaar 1998, van de wijze van financiering, de begunstigden, het bedrag en de modaliteiten van toekennings- en uitkeringsmodaliteiten van het ristorno op de syndicale bijdrage (Overeenkomst geregistreerd op 2 juli 1998 onder het nummer 48570/CO/312) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de warenhuizen. HOOFDSTUK II. - Ristorno op de syndicale bijdrage Afdeling 1. - Aard van het voordeel

Art. 2.De werknemers die zijn tewerkgesteld in één van de ondernemingen bedoeld in artikel 5, a, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 januari 1981, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 4 mei 1981, hebben recht op een korting op de syndicale bijdrage ten laste van het « Sociaal Fonds voor de warenhuizen » onder de voorwaarden die zijn vastgesteld bij deze collectieve arbeidsovereenkomst. Afdeling 2. - Financiering

Art. 3.Om het sociaal fonds in de mogelijkheid te stellen de korting op de syndicale bijdrage te vereffenen, wordt de bijdrage die door de werkgevers aan het sociaal fonds moet worden betaald, bepaald op 4 900 F per tewerkgestelde werknemer op datum van 30 september 1997.

De aangifte bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid voor het derde kwartaal 1997 is een rechtsgeldig bewijs voor de berekening van het tewerkgesteld personeel op 30 september 1997.

Art. 4.De inning van de bijdragen van de werkgevers door het sociaal fonds berekend overeenkomstig artikel 3 geschiedt in de maand mei.

De werkgevers moeten de verschuldigde bedragen uiterlijk op 31 mei storten aan het sociaal fonds. Afdeling 3. - Bedrag

Art. 5.Het bedrag van de korting wordt als volgt vastgesteld : a) 3 700 F per jaar voor werknemers met volledige dienstbetrekking (normale syndicale bijdragen) en die in regel zijn met de betaling van de bijdragen op het ogenblik van de betaling van de korting;b) 1 850 F per jaar voor werknemers met gedeeltelijke dienstbetrekking (beperkte syndicale bijdragen) en die in regel zijn met de betaling van de bijdragen op het ogenblik van de betaling van de korting. Afdeling 4. - Toekenningsvoorwaarden

Art. 6.Om de korting te kunnen genieten, moeten de onder artikel 2 bedoelde werknemers voldoen aan de volgende voorwaarden : 1° op 31 maart 1998 minstens drie maanden lid zijn van één van de representatieve interprofessionele werknemersorganisaties die op nationaal plan verbonden zijn, namelijk : - het Algemeen Belgisch Vakverbond; - het Algemeen Christelijk Vakverbond van België; - de Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België. 2° ofwel tijdens de periode van de betaling van de korting zijn verbonden door een arbeidsovereenkomst, dat wil zeggen in dienst zijn of gedekt zijn door het stelsel van gelijkgestelde dagen, voorzien in de artikelen 16 en 18 van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot vaststelling van de algemene modaliteiten voor de uitvoering van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie der loonarbeiders; ofwel met brugpensioen zijn gegaan hetzij overeenkomstig het stelsel bepaald bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975, hetzij overeenkomstig de wet van 30 maart 1976 betreffende de economische herstelmaatregelen of hun brugrustpensioen hebben genomen in toepassing van het koninklijk besluit nr. 95 van 28 september 1982 betreffende het brugrustpensioen voor werknemers, en voor zover zij de pensioengerechtigde leeftijd niet hebben bereikt. Afdeling 5. - Betalings- en controleformulier

Art. 7.Het model van het betalings- en controleformulier wordt vastgesteld door de raad van bestuur van het sociaal fonds.

Het sociaal fonds verstrekt deze formulieren ambtshalve of op aanvraag van de ondernemingen.

De werkgevers van de onder artikel 3 bedoelde ondernemingen overhandigen, bij de betaling van het loon op het einde van de maand mei, een betalings- en controleformulier aan iedere werknemer verbonden door een arbeidsovereenkomst, hetzij dat hij in dienst is, hetzij dat hij gedekt is door het stelsel van gelijkgestelde dagen zoals bedoeld in artikel 6, 2°.

De werknemers die na het einde van de maand mei worden aangeworven, maar vóór 30 september, en die voldoen aan de toekenningsvoorwaarden van de in artikel 6 voorziene korting, kunnen het formulier bij de onderneming bekomen, indien zij het aanvragen vóór het einde van de betalingsperiode zoals bepaald bij de artikelen 10 en 13.

De werknemers die het brugpensioen of het brugrustpensioen genieten bedoeld bij artikel 6, 2°, kunnen eveneens het formulier bij de onderneming bekomen tussen 1 juni en 30 september, voor zover zij de pensioengerechtigde leeftijd niet hebben bereikt. Afdeling 6 Modaliteiten van betaling, onderzoek en controle.

Art. 8.De betaling van de korting geschiedt ofwel in speciën, ofwel met een bankcheque. Voor de werknemersorganisaties die zijn bedoeld in artikel 6, 1°, en in speciën betalen, zijn de modaliteiten vastgesteld bij de artikelen 9, 10 en 11.

Voor de werknemersorganisaties die zijn bedoeld in artikel 6, 1° en betalen met een bankcheque, zijn de modaliteiten vastgesteld bij de artikelen 12, 13 en 14.

A. Betaling in speciën.

Art. 9.Elke representatieve interprofessionele werknemersorganisatie, bedoeld in artikel 6, 1°, die de korting in speciën betaalt, duidt een vereniging zonder winstoogmerk aan waaraan het sociaal fonds de bedragen stort die nodig zijn om de betaling te verzekeren.

Art. 10.De werknemers die voldoen aan de onder artikel 6 gestelde voorwaarden, dienen bij de representatieve interprofessionele werknemersorganisaties, bedoeld in artikel 6, 1°, waarvan zij lid zijn, het in artikel 7 bedoeld formulier in.

Deze organisatie onderzoekt het werkelijk lidmaatschap van de betrokken werknemer, berekent het bedrag van de korting, laat deze operaties controleren door een andere representatieve interprofessionele werknemersorganisatie bedoeld in artikel 6, 1°, en geeft de begunstigde het bedrag waarop hij recht heeft.

Het onderzoek, de controle en de betaling geschieden tussen 16 juni en 30 september. De raad van bestuur van het sociaal fonds kan evenwel, na een bijzondere deliberatie, beslissen deze data te veranderen.

Art. 11.Uiterlijk tegen 15 november moet elke representatieve interprofessionele werknemersorganisatie, die bedoeld is in artikel 6, 1°, aan het sociaal fonds een afrekening bezorgen met het bedrag van de ontvangen sommen, het aantal door de begunstigden ondertekende formulieren en het bedrag dat ermee overeenstemt.

Zij zijn gehouden de dubbels van de terugbetalingsformulieren te bewaren. De controle ervan wordt gedaan door personen die daartoe door het sociaal fonds zijn belast.

De organisaties betalen aan het sociaal fonds de bedragen terug waarover zij nog beschikken na de betaling van de begunstigden.

B. Betaling met een bankcheque.

Art. 12.Elke representatieve interprofessionele werknemersorganisatie die is bedoeld in artikel 6, 1°, en de korting betaalt met een bankcheque, duidt een vereniging zonder winstoogmerk aan, waaraan het sociaal fonds het aantal bankcheques stuurt dat nodig is om de betaling van de syndicale korting te verzekeren.

Art. 13.De werknemers die voldoen aan de bij artikel 6 gestelde toekenningsvoorwaarden moeten aan de in artikel 6, 1° vermelde organisatie waarvan zij lid zijn, een exemplaar in dubbel geven van het in artikel 7 bedoeld formulier.

Deze organisatie onderzoekt het werkelijke lidmaatschap van de werknemer benevens de rechtvaardiging van zijn aanspraak en berekent het bedrag van de korting. Zij laat haar operaties controleren door een andere in artikel 6, 1°, vermelde representatieve interprofessionele werknemersorganisatie en schrijft op naam en ten gunste van de betrokkene een genummerde bankcheque uit ten belope van de korting waarop hij recht heeft. Deze cheque wordt aan de organisatie verstrekt door de administratie van het sociaal fonds.

Het onderzoek, de controle en de betaling geschieden tussen 16 juni en 30 september. De raad van bestuur van het sociaal fonds kan evenwel, na een bijzondere deliberatie, beslissen deze data te veranderen.

Art. 14.Uiterlijk tegen 15 november moet elke organisatie die is bedoeld in artikel 6, 1°, aan het sociaal fonds een afrekening bezorgen met het aantal, de nummers en het totaal bedrag van de door haar uitgegeven cheques.

De organisaties zijn gehouden de dubbels van de terugbetalingsformulieren te bewaren. De controle ervan wordt gedaan door personen die daartoe door de raad van bestuur van het sociaal fonds zijn belast.

De niet gebruikte bankcheques worden teruggegeven aan de administratie van het sociaal fonds, en dit hoogstens acht dagen na het einde van de betalingstermijn. HOOFDSTUK III. - Inwerkingtreding en duur

Art. 15.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1998 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1998.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 april 1999.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET

^