29 APRIL 1999. - Koninklijk besluit betreffende de wijze van uitgifte van de door de Nationale Loterij georganiseerde openbare loterij met biljetten « Hulp aan de Kosovaarse vluchtelingen » genaamd

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 22 juli 1991 betreffende de Nationale Loterij, inzonderheid op artikel 2, eerste lid, en op artikel 27, tweede lid;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Overwegende dat de Belgische Staat in het kader van de in de Federale Republiek Joegoslavië aan gang zijnde gebeurtenissen en overeenkomstig het besluit van de federale regering steun verleent aan het opzetten van opvangstructuren voor Kosovaarse vluchtelingen in Albanië;

Overwegende dat de omvang van de behoeften ten gevolge van de ernst van de toestand de werving van aanzienlijke fondsen vergt met het oog op volgehouden en intensieve hulp aan voornoemde vluchtelingen;

Overwegende dat de bestemming van de winst van de in dit besluit bedoelde loterij met biljetten aan de opvangstructuren voor Kosovaarse vluchtelingen in Albanië een middel is om dit doel te bereiken;

Overwegende dat het in deze omstandigheden absoluut noodzakelijk is dringend dit besluit te nemen zodat de Nationale Loterij onmiddellijk alle nodige maatregelen kan nemen voor de spoedige organisatie van de daarin bedoelde loterijvorm;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gewettigd door bovenstaande overwegingen;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit reglement is van toepassing op de door Nationale Loterij uitgegeven loterij met biljetten « Hulp aan de Kosovaarse vluchtelingen » genaamd.

De loten van deze loterij worden uitsluitend zonder loting toegekend door middel van een vermelding op het biljet dat een lot al dan niet gewonnen werd volgens een door het lot bepaald toeval. Deze vermelding is verborgen onder een af te krassen ondoorzichtige bedekkingslaag.

Art. 2.Het aantal uitgegeven biljetten wordt vastgesteld op twee miljoen.

De verkoopprijs per biljet is vastgesteld op 100 frank (2,48 euro).

Art. 3.De uitgifte omvat 100 loten van één miljoen frank (24 789,35 euro), voor een totaal bedrag van 100 miljoen frank (2 478 935,25 euro).

Art. 4.In een afgebakende zone van de biljetten staat de vermelding « 1 000 000 F » als het om een winnend biljet gaat, of de vermelding « Merci - Dank u - Vielen Dank » als het biljet niet wint.

In dezelfde zone kunnen ook controlevermeldingen voorkomen.

De zone is bedekt met een ondoorzichtige laag die de deelnemers moeten afkrassen.

Alleen de Nationale Loterij mag ter controle de in het derde lid bedoelde ondoorzichtige laag van de onverkochte biljetten afkrassen.

Art. 5.Op de voor- of keerzijde van de biljetten kunnen de volgende vermeldingen staan, uitsluitend voor de controle en het administratief beheer ervan : 1° een reeks zichtbare cijfers;2° een reeks cijfers bedekt met een ondoorzichtige laag;3° een zichtbare streepjescode. Om te garanderen dat alleen het toeval de toewijzing van de zonder loting toegewezen loten bepaalt : 1° wordt elke stelselmatigheid geweerd bij het drukken van de vermeldingen die betrekking hebben op de toewijzing van de loten;2° mogen de biljetten geen uiterlijk verschil vertonen dat elementen in verband met de toewijzing der loten kan onthullen.

Art. 6.De loten zijn vrijgesteld van alle belastingen ten bate van de Staat.

Art. 7.De loten zijn betaalbaar aan toonder, vanaf de aankoop van de biljetten, tegen afgifte van de winnende biljetten, ten zetel van de Nationale Loterij, tot en met de laatste dag van een termijn van twee maanden vanaf de afsluitingsdatum van de biljettenverkoop. De afsluitingsdatum van de verkoop en de daarmee samenhangende afsluitingsdatum van de uitbetaling van de loten, wordt door de Nationale Loterij bekendgemaakt met alle door haar nuttig geachte middelen.

De loten die niet binnen de in het eerste lid bepaalde termijn zijn opgeëist, verblijven aan de Nationale Loterij.

Klachten over de lotenuitbetaling moeten op straffe van nietigheid worden ingediend binnen de in het eerste lid bedoelde termijn van twee maanden. Ze moeten per aangetekende brief aan de Nationale Loterij worden gericht of er tegen ontvangstbewijs worden afgegeven.

Elke klacht moet vergezeld gaan van het betrokken biljet. Op de keerzijde ervan moet de deelnemer zijn naam, voornaam en adres vermelden.

Art. 8.De Nationale Loterij erkent maar één eigenaar van een winnend biljet, namelijk de houder ervan. De staving van de identiteit wordt geëist als er twijfel bestaat over de geldigheid van het biljet, als het besmeurd, gescheurd, onvolledig of gelijmd is. In dat geval houdt de Nationale Loterij het biljet in tot ze een beslissing heeft genomen en ontvangt de houder van het biljet een bewijs van afgifte.

Geen enkel bezwaar of verzet wordt aanvaard bij diefstal, verlies of vernietiging van een biljet of van een aan toonder opgesteld bewijs van afgifte.

De eigenaar van een biljet met een druktechnisch gebrek kan geen aanspraak maken op een lot maar alleen op de terugbetaling van zijn biljet.

Voor minderjarigen is deelneming verboden.

Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 10.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 april 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, J.-J. VISEUR