28 SEPTEMBER 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 35, §§ 1 en 2, gewijzigd bij de wet van 20 december 1995, het koninklijk besluit van 25 april 1997, bevestigd bij de wet van 12 december 1997, en de wetten van 22 februari 1998, 25 januari 1999, 24 december 1999, 10 augustus 2001, 22 augustus 2002;

Gelet op de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, inzonderheid op artikel 28, § 8, vervangen bij het koninklijk besluit van 31 augustus 1998 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1999, 10 juni 2001, 16 juli 2001, 24 augustus 2001 en 15 oktober 2001;

Gelet op de beslissing van de Overeenkomstencommissie bandagisten-verzekeringsinstellingen genomen op 30 april 2003;

Overwegende dat artikel 27, vierde lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, voorziet dat het advies van de Dienst voor geneeskundige controle geacht wordt gegeven te zijn wanneer het niet is geformuleerd binnen de voorziene termijn van vijf werkdagen en dat dit hier het geval is;

Gelet op het advies van de Commissie voor Begrotingscontrole, gegeven op 11 juni 2003;

Gelet op de beslissing van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, genomen op 16 juni 2003;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 7 juli 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 6 augustus 2003;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid : dat de Ministerraad op 24 februari 2000 heeft beslist dat de hoogdringendheid van 3 dagen kan gevraagd worden als door de Europese Commissie een procedure tegen België is aangevat; dat de Europese Commissie op 3 februari 2003 een klacht heeft neergelegd bij het Europees Hof van Justitie betreffende inbreuken op het vrije verkeer van goederen en meer bepaald de rolstoelen; dat volgens de Europese Commissie de inbreuken op het vrije verkeer van goederen het gevolg zijn van : - de technische criteria zoals wieldiameter, bekleding en opvulsel van zit en rug, hoofdsteunen, beensteunen,... waardoor rolstoelen van de lijst van voor vergoeding aangenomen producten worden uitgesloten; - criteria zoals leverbaar in een minimum aantal zitbreedtes - te starre procedure voor de bijwerking van de lijst van voor vergoeding aangenomen producten. dat dit besluit tegemoetkomt aan de klacht betreffende de algemene criteria zoals leverbaar in een minimum aantal zitbreedtes; dat aan de twee andere klachten verholpen wordt via de volledige herziening van de nomenclatuur van de rolstoelen; dat dit besluit dus dringend moet in voege treden teneinde een veroordeling voor het Europees Hof van Justitie voor dit punt te vermijden;

Gelet op het advies 35.863/1/V van de Raad van State, gegeven op 11 september 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 28, § 8, 18°, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, vervangen bij het koninklijk besluit van 31 augustus 1998 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1999, 10 juni 2001, 16 juli 2001, 24 augustus 2001 en 15 oktober 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) In het opschrift « Bijzondere voorwaarden voor de invalidenwagentjes : » wordt vóór punt 4° een punt 3°bis ingevoegd, luidend als volgt : « 3°bis .Voor de wagentjes bedoeld onder de verstrekkingen 615171-615182, 615193-615204, 615053, 615215-615226, 615355-615366, 615333-615344, 615414-615425, 615436-615440, 615591-615602, 615613-615624, 616372-616383 en 616394-616405 moet de prijs van het wagentje voor de standaardzitbreedtes tussen 38 cm en 48 cm per type wagentje dezelfde zijn. » b) In het opschrift « Bijzondere voorwaarden voor de wagentjes zonder persoonlijke aandrijving » worden de volgende wijzingen aangebracht : 1) in het tweede lid wordt de zin « Het is leverbaar in minimum vier verschillende zitbreedtes » geschrapt.2) het derde en vierde lid worden geschrapt.c) In het opschrift « Bijzondere voorwaarden voor de wagentjes met persoonlijke aandrijving » worden de volgende wijzingen aangebracht : 1) in het eerste lid wordt de zin « Het is leverbaar in minimum vier zitbreedtes » geschrapt.2) in het tweede lid wordt de zinsnede « en is leverbaar in minimum twee zitbreedtes » geschrapt.3) in het derde lid wordt de zin « zij zijn leverbaar in minimum vier zitbreedtes » geschrapt.4) in het vijfde lid wordt de zinsnede « en is leverbaar in minimum vier zitbreedtes » geschrapt.5) in het zevende lid wordt de zinsnede « en is leverbaar in minimum drie zitbreedtes » geschrapt.6) in het tiende lid wordt de zinsnede « en is leverbaar in minimum vier zitbreedtes » geschrapt.7) in het elfde lid wordt de zinsnede « en is leverbaar in vier zitbreedtes » geschrapt.8) in het dertiende lid worden de woorden « minimaal vier zitbreedtes en » in de zin « Er zijn minimaal vier zitbreedtes en twee zitdieptes leverbaar.» geschrapt. 9) in het vijftiende lid worden de woorden « minimaal vier zitbreedtes en » in de zin « Er moeten minimaal vier zitbreedtes en twee zitdieptes aangeboden worden.» geschrapt.

Art. 2.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 september 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE