gepubliceerd op 17 november 2003
Koninklijk besluit tot bepaling van de uitgiftemodaliteiten van de loterij met biljetten genaamd "2004-For-Life", een door de Nationale Loterij georganiseerde openbare loterij
28 SEPTEMBER 2003. - Koninklijk besluit tot bepaling van de uitgiftemodaliteiten van de loterij met biljetten genaamd "2004-For-Life", een door de Nationale Loterij georganiseerde openbare loterij
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij, inzonderheid op artikel 3, § 1, eerste lid, en op artikel 6, § 1, 1° en 3°, gewijzigd bij de programmawet I van 24 december 2002;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Overwegende dat de evolutie van het gedrag van het publiek de Nationale Loterij tot de vaststelling heeft gebracht dat de aantrekkingskracht van de vormen van de door haar georganiseerde openbare loterijen, in het bijzonder met biljetten, sneller afneemt dan vroeger, waardoor de levensduur van dergelijke vormen van loterijen sterk wordt verkort;
Overwegende dat een dergelijke verminderde aantrekkingskracht een versnelde vernieuwing van de genoemde vormen van loterijen onontbeerlijk maakt opdat de Nationale Loterij al haar verplichtingen zou kunnen nakomen;
Overwegende dat de studie van de haalbaarheid, van het ontwerp, van de organisatie en van de rendabiliteit van de in dit besluit bedoelde vorm van openbare loterij vele maanden werk heeft gevergd van de diensten van de Nationale Loterij;
Overwegende dat de Nationale Loterij in 2003 niet al haar verplichtingen zal kunnen nakomen indien ze deze nieuwe vorm van openbare loterij, die haar extra inkomsten moet opleveren, niet onverwijld op de markt brengt;
Overwegende dat, om een dergelijke situatie te voorkomen, het absoluut noodzakelijk is dringend dit besluit te nemen opdat de Nationale Loterij onmiddellijk alle maatregelen zou kunnen treffen die vereist zijn voor een zeer snelle organisatie van de loterijvorm die door dit besluit wordt bedoeld;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gewettigd door de bovenstaande overwegingen;
Op de voordracht van Onze Minister van Overheidsbedrijven, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Onderhavig reglement is van toepassing op de door de Nationale Loterij uitgegeven loterij met biljetten, genaamd « 2004-For-Life ».
De « 2004-For-Life » is een loterij met biljetten waarvan het hoofdlot toegewezen wordt door een trekking en de andere loten uitsluitend zonder trekking worden toegewezen door middel van de vermelding op het biljet, dat een lot al of niet verkregen is, en dit volgens een door het toeval bepaalde verdeling. De vermelding in kwestie is verborgen onder een af te krassen ondoorzichtige deklaag.
Art. 2.Het aantal biljetten van elke uitgifte wordt door de Nationale Loterij vastgesteld hetzij op 1.250.000, hetzij op veelvouden van 1.250.000.
De verkoopprijs van een biljet is vastgelegd op 5 EUR.
Art. 3.Per hoeveelheid van 1.250.000 uitgegeven biljetten wordt het aantal loten vastgesteld op 420.720. Er is 1 lot bestaande uit een maandelijks uit te keren rente van 2.004 EUR, 19 loten van 2.004 EUR, 200 loten van 250 EUR, 2.000 loten van 50 EUR, 12.000 loten van 20 EUR, 2.000 loten van 15 EUR, 2.000 loten van 12 EUR, 130.000 loten van 10 EUR, 12.500 loten van 7 EUR, 130.000 loten van 5 EUR en 130.000 loten van 2 EUR.
Art. 4.§ 1. Aan de voorkant van de biljetten komen 31 speelzones voor die, duidelijk afgebakend en bedekt met een door de speler af te krassen ondoorzichtige deklaag, overeenkomen met de 31 kalenderdagen van de maand december.
Op de ondoorzichtige deklaag die de 31 zones bedoeld in het eerste lid bedekt staat de gemeenschappelijke vermelding « DEC » alsook een unieke vermelding waardoor elk vak van elkaar kan onderscheiden worden, gedrukt. Laatstgenoemde vermelding bestaat uit twee cijfers die, gaande van 01 tot 31, de zoveelste van de 31 dagen van de maand december aanwijst. § 2. Na het afkrassen van de ondoorzichtige deklaag die de 31 speelzones bedoeld in het eerste lid bedekt, verschijnt in elk van deze zones een variabel symbool uit een reeks van acht mogelijke symbolen die een « den », een « ster », een « kerstbal », een « belletje », een « laars », een « hoofd van de kerstman », een « sneeuwman » en een « met een lint versierd cadeau » voorstellen.
Eenzelfde symbool kan weergegeven worden in een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen of tien speelzones. § 3. Geeft recht op : 1° deelname aan de trekking bedoeld in artikel 5, eerste lid, het biljet waarvan tien speelzones allemaal het symbool bevatten dat het « met een lint versierd cadeau » voorstelt;2° een lot van 250 EUR, het biljet waarvan negen speelzones allemaal het symbool bevatten dat de « sneeuwman » voorstelt;3° een lot van 50 EUR, het biljet waarvan acht speelzones allemaal het symbool bevatten dat het « hoofd van de kerstman » voorstelt;4° een lot van 20 EUR, het biljet waarvan zeven speelzones allemaal het symbool bevatten dat de « laars » voorstelt;5° een lot van 15 EUR, hetzij het biljet waarvan zes speelzones allemaal het symbool bevatten dat het « klokje » voorstelt, hetzij het biljet waarvan vijf speelzones allemaal het symbool bevatten dat de « kerstbal » voorstelt en waarvan vier andere speelzones allemaal het symbool bevatten dat de « ster » voorstelt;6° een lot van 12 EUR, het biljet waarvan vijf speelzones allemaal het symbool bevatten dat de « kerstbal » voorstelt en waarvan drie andere speelzones allemaal het symbool bevatten dat de « den » voorstelt;7° een lot van 10 EUR, het biljet waarvan vijf speelzones allemaal het symbool bevatten dat de « kerstbal » voorstelt;8° een lot van 7 EUR, het biljet waarvan vier speelzones allemaal het symbool bevatten dat de « ster » voorstelt en waarvan drie andere speelzones allemaal het symbool bevatten dat de « den » voorstelt;9° een lot van 5 EUR, het biljet waarvan vier speelzones allemaal het symbool bevatten dat de « ster » voorstelt;10° een lot van 2 EUR, het biljet waarvan drie speelzones allemaal het symbool bevatten dat de « den » voorstelt. § 4. Elk biljet dat niet één van de configuraties bedoeld in § 3 voorstelt, is niet winnend.
Art. 5.Onder voorbehoud van de voorschriften van artikel 9, § 1, eerste lid, nemen de winnende biljetten bedoeld in artikel 4, § 3, 1° deel aan een publieke trekking die onder deze biljetten één biljet aanduidt dat zal genieten van de rente bedoeld in artikel 3. De niet getrokken biljetten genieten elk van een lot van 2.004 EUR. De datum en de praktische modaliteiten van de trekking bedoeld in het eerste lid worden door de Nationale Loterij vastgelegd en bekendgemaakt, te verstaan dat deze trekking vastgelegd wordt op een datum later dan de termijn van twee maanden bedoeld in artikel 9, § 1, eerste lid.
De trekking vindt plaats in het openbaar, onder het toezicht van een gerechtsdeurwaarder en onder de leiding van de gedelegeerd bestuurder van de Nationale Loterij of van diens afgevaardigde.
De toevallige afwezigheid, op het geplande uur, van de gerechtsdeurwaarder vormt geen beletsel voor de trekking die dan uitzonderlijk doorgaat onder het toezicht van de gedelegeerd bestuurder van de Nationale Loterij of van diens afgevaardigde.
Als een trekking, om een reden onafhankelijk van de wil van de Nationale Loterij, niet op de geplande datum kan worden verricht, wordt ze uitgevoerd op een latere datum die door de Nationale Loterij wordt vastgelegd en met de door haar nuttig geachte middelen wordt bekendgemaakt.
De gedelegeerd bestuurder of zijn afgevaardigde regelt elk ander met de trekking verband houdend incident.
De Nationale Loterij maakt de uitslagen van de trekking bekend met de middelen die ze nuttig acht.
Art. 6.Op de voor- of op de achterkant van de biljetten kunnen de volgende vermeldingen staan, uitsluitend voor de controle en het administratief beheer van deze biljetten : 1° een reeks zichtbare cijfers;2° een reeks cijfers, bedekt met een ondoorzichtige deklaag;3° twee zichtbare streepjescodes.
Art. 7.In de zones, bedoeld in artikel 4, § 2, eerste lid, kunnen controlevermeldingen staan onder elke vorm die de Nationale Loterij nuttig acht.
Alleen de Nationale Loterij heeft het recht om, ter controle, de in artikel 4, § 1, eerste lid, en in artikel 6, 2° bedoelde ondoorzichtige deklagen van de onverkochte biljetten af te krassen.
Art. 8.Teneinde te waarborgen dat de toewijzing van de loten enkel wordt bepaald door het toeval : 1° wordt elke vorm van stelselmatigheid vermeden bij het drukken van de vermeldingen met betrekking tot de toewijzing van de loten;2° mogen de biljetten uiterlijk geen enkel verschil vertonen waarmee elementen kunnen worden onthuld met betrekking tot de toewijzing van de loten. Op de voor- of de achterkant van de biljetten worden er cijfers en/of letters vermeld ter identificatie van de uitgifte waartoe deze biljetten behoren. Het aantal uitgiften wordt vastgelegd door de Nationale Loterij.
Art. 9.§ 1. De winnende biljetten bedoeld in artikel 4, § 3, 1° mogen, vanaf hun aankoop, uitsluitend aangeboden en afgegeven worden ten zetel van de Nationale Loterij of in een Regionaal Kantoor van de Nationale Loterij tot en met de laatste dag van een termijn van twee maanden, te rekenen vanaf de afsluitingsdatum van de verkoop van de uitgifte waartoe de biljetten behoren. Na deze termijn worden de biljetten in kwestie waardeloos en verblijven de loten die ermee verband houden aan de Nationale Loterij.
De houder dient op de keerzijde van het winnend biljet zijn naam, voornaam, adres en geboortedatum in drukletters te schrijven. Die gegevens dienen om de Nationale Loterij in staat te stellen alle nuttige maatregelen te treffen met het oog op de betaling van, al naar gelang het resultaat van de trekking bedoeld in artikel 5, eerste lid, hetzij de lijfrente van 2.004 EUR per maand, hetzij een lot van 2.004 EUR. De houder verbindt zich ertoe, in het kader van de eventuele toekenning van voornoemde rente, alle andere gegevens mee te delen die de Nationale Loterij nodig acht, ongeacht of ze hiervoor al dan niet een beroep doet op de diensten van een derde met het oog op de betaling van bovengenoemde rente.
De teruggave van de winnende biljetten aan de Nationale Loterij zoals bedoeld in het eerste lid, gebeurt tegen afgifte van een ontvangstbewijs aan de houder van het biljet. § 2. De toekenning van de lijfrente, voor een bedrag van 2.004 EUR per maand, aan de eigenaar van het door de in artikel 5, eerste lid bedoelde trekking aangewezen winnende biljet, beantwoordt aan de volgende modaliteiten: 1° het bedrag van 2.004 EUR is een vast bedrag dat niet vatbaar is voor enige aanpassing; 2° onder voorbehoud van de voorschriften van § 1, eerste lid, is de aanvang van de rente vastgesteld op de eerste dag van de eerste maand volgend op de maand waarin de trekking plaats vond;3° de betaling van de rente wordt gestaakt bij het overlijden van de begunstigde;4° de rente is niet overdraagbaar en kan bij overlijden van de begunstigde evenmin aanleiding geven tot terugvalling;5° Artikel 17, § 1, 4° en artikel 20 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 zijn niet van toepassing op het lot bestaande uit voormelde rente. § 3. De loten van 2.004 EUR toegekend aan de biljetten die niet getrokken werden naar aanleiding van de trekking bedoeld in artikel 5, eerste lid, worden door de Nationale Loterij aan hun begunstigden betaald binnen een termijn van één maand te rekenen vanaf de dag van voornoemde trekking. De uitbetaling gebeurt op elke wijze die door de Nationale Loterij nuttig wordt geacht. § 4. De loten van 250 EUR, 50 EUR, 20 EUR, 15 EUR, 12 EUR, 10 EUR, 7 EUR, 5 EUR en 2 EUR zijn betaalbaar aan toonder tegen afgifte van de winnende biljetten bij de verkopers, vanaf de aankoop van de biljetten tot en met de laatste dag van een termijn van twee maanden, te rekenen vanaf de afsluitingsdatum van de verkoop van de uitgifte waartoe de biljetten behoren. Na deze termijn verblijven de niet opgeëiste loten aan de Nationale Loterij.
Art. 10.Voor elke biljettenuitgifte worden de afsluitingsdatum van de verkoop en de daarmee samenhangende afsluitingsdatum van de uitbetaling van de loten door de Nationale Loterij bekendgemaakt met alle door haar nuttig geachte middelen.
Art. 11.Klachten over de loten moeten, op straffe van verval, binnen de in artikel 9, § 1, eerste lid en § 4 bedoelde termijn van twee maanden worden ingediend. Ze dienen per aangetekende brief aan de Nationale Loterij te worden gericht of in ruil voor een ontvangstbewijs bij de Nationale Loterij te worden afgegeven.
Elke klacht moet vergezeld gaan van het betrokken biljet. Op de keerzijde van het biljet moet de deelnemer zijn naam, voornaam en adres vermelden.
Art. 12.Het is minderjarigen verboden deel te nemen.
Art. 13.De Nationale Loterij erkent slechts één eigenaar van een winnend biljet, namelijk de toonder ervan. De staving van de identiteit wordt evenwel geëist : 1° als er twijfel bestaat over de geldigheid van het biljet, als het besmeurd, gescheurd, onvolledig of herplakt is.In dat geval wordt het biljet door de Nationale Loterij ingehouden totdat ze een beslissing heeft genomen, en ontvangt de toonder van het biljet een bewijs van afgifte; 2° als dit noodzakelijk is voor de door de Nationale Loterij vastgelegde betalingswijze van de loten;3° als het vermoeden bestaat dat de toonder van het biljet minderjarig is;4° als het vermoeden bestaat dat de toonder het biljet op onrechtmatige wijze heeft verworven;5° als om het even welke wettelijke bepaling daarin voorziet.
Art. 14.Geen enkel bezwaar noch verzet wordt aanvaard bij diefstal, verlies of vernietiging van een biljet of van een ten gunste van de toonder opgesteld bewijs van afgifte.
Elk bedrog dat wordt gepleegd om een lot uitgekeerd te krijgen, in het bijzonder elke valsheid in geschrifte of elk gebruik ervan, geeft aanleiding tot een klacht bij het parket.
De Nationale Loterij en de tussenpersonen van haar distributienet respecteren de anonimiteit van de deelnemers, behalve wanneer laatstgenoemden hieraan verzaken. Evenwel: 1° deelt de Nationale Loterij de identiteit en de gegevens van de begunstigde van de lijfrente van 2.004 EUR per maand mee aan de derden waarop zij eventueel beroep doet voor de betaling daarvan; 2° aanvaarden de eigenaars van de winnende biljetten bedoeld in artikel 5, eerste lid, af te zien van hun anonimiteit en staan zij de Nationale Loterij gratis toe hun identiteit, woonplaats en afbeelding voor alle publicitaire en promotionele acties te gebruiken, en dit ongeacht het voor deze acties gebruikte communicatiekanaal in de media.
Art. 15.De biljetten kunnen nog de volgende vermeldingen bevatten : 1° uitleg, voorschriften en informatie bestemd voor de deelnemers;2° reclame ten gunste van de Nationale Loterij en, in ruil voor een financiële of andere compensatie, ten gunste van derden met wie de Nationale Loterij het commercieel opportuun acht om samen te werken teneinde haar activiteiten te promoten.
Art. 16.In het kader van door de Nationale Loterij georganiseerde promotie-acties, alleen of samen met derden, kunnen er extra loten in natura of in speciën worden toegekend, hetzij door een trekking, hetzij door een wedstrijd. De modaliteiten van deze promotie-acties worden door de Nationale Loterij bepaald en bekendgemaakt met alle door haar nuttig geachte middelen.
Het is minderjarigen verboden deel te nemen aan de in het eerste lid bedoelde promotie-acties.
Art. 17.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 18.De Minister bevoegd voor de Nationale Loterij is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 september 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE