gepubliceerd op 01 december 2016
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 juni 2002 tot vaststelling van maximale gehaltes aan contaminanten waaronder zware metalen in voedingssupplementen
28 OKTOBER 2016. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 juni 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/06/2002 pub. 25/07/2002 numac 2002022531 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van maximale gehaltes aan contaminanten waaronder zware metalen in voedingssupplementen sluiten tot vaststelling van maximale gehaltes aan contaminanten waaronder zware metalen in voedingssupplementen
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op verordening (EG) Nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen;
Gelet op de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de gebruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere produkten, artikel 5;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 juni 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/06/2002 pub. 25/07/2002 numac 2002022531 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van maximale gehaltes aan contaminanten waaronder zware metalen in voedingssupplementen sluiten tot vaststelling van maximale gehaltes aan contaminanten waaronder zware metalen in voedingssupplementen;
Gelet op advies nr. 9149 van de Hoge Gezondheidsraad, gegeven op 1 april 2015, over arseen en andere elementen in algen en voedingssupplementen op basis van algen;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 17 maart 2016;
Gelet op de mededeling aan de Europese Commissie, op 31 maart 2016, met toepassing van artikel 5, lid 1 van richtlijn 2015/1535/EU van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij;
Gelet op de mededeling aan de Europese Commissie, op 31 maart 2016, met toepassing van artikel 5, lid 3, eerste alinea, b), van verordening (EEG) Nr. 315/93 van de Raad van 8 februari 1993 tot vaststelling van communautaire procedures inzake verontreinigingen in levensmiddelen;
Gelet op advies nr. 59.353/3 van de Raad van State, gegeven op 30 mei 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat arsenobetaïne volgens recente wetenschappelijke adviezen wordt geacht niet giftig te zijn;
Overwegende dat het noodzakelijk is om de aard van de voedingsmiddelen, waarop het maximumgehalte aan arseen van toepassing is, te verduidelijken, op basis van de bepalingen van verordening (EG) nr. 1881/2006;
Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid en de Minister van Landbouw, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 2 van het koninklijk besluit van 14 juni 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/06/2002 pub. 25/07/2002 numac 2002022531 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van maximale gehaltes aan contaminanten waaronder zware metalen in voedingssupplementen sluiten tot vaststelling van maximale gehaltes aan contaminanten waaronder zware metalen in voedingssupplementen, vervangen bij het koninklijk besluit van 7 januari 2014, wordt vervangen als volgt: "
Art. 2.§ 1. Het is verboden voedingssupplementen in de handel te brengen met gehaltes aan arseen hoger dan 1 mg arseen per kg product. § 2. Voor de toepassing van paragraaf 1 wordt onder het gehalte aan arseen verstaan het gehalte aan totaal arseen waarvan het gehalte aan de species arsenobetaïne wordt afgetrokken. § 3. Het maximumgehalte uit paragraaf 1 is van toepassing op het product in de vorm waaronder het op de markt werd gebracht en is enkel van toepassing op het eetbaar gedeelte ervan.".
Art. 2.De minister bevoegd voor Volksgezondheid en de minister bevoegd voor de Veiligheid van de Voedselketen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 oktober 2016.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, M. DE BLOCK De Minister van Landbouw, W. BORSUS