gepubliceerd op 20 juni 2019
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 januari 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de zeevisserij, betreffende de maatregelen ten gunste van de risicogroepen
28 MEI 2019. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 januari 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de zeevisserij, betreffende de maatregelen ten gunste van de risicogroepen (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de zeevisserij;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 januari 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de zeevisserij, betreffende de maatregelen ten gunste van de risicogroepen.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 mei 2019.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de zeevisserij Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 januari 2019 Maatregelen ten gunste van de risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 28 februari 2019 onder het nummer 150720/CO/143)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders en arbeidsters, hierna "werknemers" genaamd, van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de zeevisserij en gekend onder kengetal 019 en 086.
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in toepassing van hoofdstuk VIII van titel XIII van de wet houdende diverse bepalingen van 27 december 2006 (Belgisch Staatsblad van 28 december 2006).
Art. 3.§ 1. Als "risicogroepen" worden in deze collectieve arbeidsovereenkomst beschouwd : langdurige werklozen, laaggeschoolde werklozen, gehandicapten, deeltijds leerplichtigen, herintreders, bestaansminimumtrekkers, laaggeschoolde werknemers en allochtonen. a) Onder "langdurige werkloze" wordt verstaan : de werkloze die gedurende de twaalf maanden die aan zijn indienstneming voorafgaan zonder onderbreking genoten heeft van werkloosheids- of wachtuitkeringen voor alle dagen van de week.b) Onder "laaggeschoolde werkloze" wordt verstaan: de werkloze ouder dan 18 jaar, die geen houder is van : 1.ofwel een diploma van het universitair onderwijs; 2. ofwel een diploma of een getuigschrift van het hoger onderwijs van het lange of korte type;3. ofwel een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs.c) Onder "gehandicapte" wordt verstaan : de werkzoekende mindervalide die op het ogenblik van zijn indienstneming bij het "Vlaams Agentschap voor personen met een handicap" of het "Fonds communautaire pour l'intégration sociale et professionnelle des handicapés" ingeschreven is.d) Onder "deeltijds leerplichtige" wordt verstaan : de werkzoekende van minder dan 18 jaar die onderworpen is aan de deeltijdse leerplicht en die het secundair onderwijs met volledig leerplan niet meer volgt.e) Onder "herintreder" wordt verstaan : de werkzoekende die tegelijkertijd de volgende voorwaarden vervult : 1.geen werkloosheidsuitkeringen of loopbaanonderbrekingsuitkeringen genoten heeft gedurende de periode van drie jaar die zijn indienstneming voorafgaat; 2. geen beroepsactiviteit verricht heeft gedurende de periode van drie jaar die zijn indienstneming voorafgaat;3. voor de periode van drie jaar voorzien in punten 1.en 2. zijn beroepsactiviteit onderbroken heeft ofwel nooit een dergelijke activiteit begonnen heeft. f) Onder "bestaansminimumtrekker" wordt verstaan : de werkzoekende die op het ogenblik van zijn indienstneming sinds minstens zes maanden zonder onderbreking het bestaansminimum ontvangt.g) Onder "laaggeschoolde werknemer" wordt verstaan : de werknemer, ouder dan 18 jaar, die geen houder is van : 1.ofwel een diploma van het universitair onderwijs; 2. ofwel een diploma of een getuigschrift van het hoger onderwijs van het lange of korte type;3. ofwel een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs.h) Onder "allochtonen" wordt verstaan : de personen van een niet-Belgische afkomst. § 2. Ook de personen die het begeleidingsplan dat voor werklozen uitgewerkt is, gevolgd hebben, vallen onder de in deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde doelgroepen.
Ook allochtonen die aangenomen worden met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur worden beschouwd als behorende tot de doelgroepen bedoeld in deze collectieve arbeidsovereenkomst. Onder "allochtonen" wordt verstaan : de persoon waarvan, naast de allochtoon zelf, tenminste één van de ouders of tenminste twee van de grootouders een nationaliteit heeft die niet behoort tot één van de landen van de EU-15. § 3. Alle werknemers die, bij ontslag uit de sector, zonder bijkomende vorming zeer weinig kansen hebben op de arbeidsmarkt gezien de specificiteit van de activiteiten in de sector.
Art. 4.De ondertekenende partijen verbinden zich ertoe om zowel tijdens 2019 als 2020 0,10 pct. van de loonmassa te besteden aan initiatieven gericht op deze risicogroepen.
Waarvan, zoals het koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) sluiten voorziet : 1. Ten minste 0,05 pct.van de loonmassa voorbehouden is aan één of meerdere van de risicogroepen bepaald in het koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) sluiten; 2. Ten minste 0,025 pct.van de loonmassa ten behoeve is van : - jongeren onder de 26 jaar die een opleiding volgen (artikel 1, 5° van het koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) sluiten); - werknemers onder de 26 jaar die niet werken of met een verminderde arbeidsgeschiktheid (artikel 1, 3° en 4° van het koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) sluiten).
Art. 5.De initiatieven vermeld in artikel 4 zullen versterkt worden naar de opleiding van jongeren met het oog op de aanwerving van deze jongeren. Daartoe zal de sector de helft van de 0,10 pct. aanwenden.
Art. 6.Deze initiatieven worden ontwikkeld door respectievelijk het "Zeevissersfonds" voor de zeevissers en het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de zeevisserij" voor de andere categorieën arbeiders.
Art. 7.Jaarlijks zal een financieel en evaluatieverslag van de ontwikkelde activiteiten door de respectievelijke fondsen worden overgemaakt aan de Griffie van de Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2019 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2020.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 mei 2019.
De Minister van Werk, K. PEETERS .