gepubliceerd op 28 juli 2003
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 mei 1999 houdende regeling van de opleidings- en certificatievoorwaarden van de inspecteurs en van de adjunct-hoofdinspecteurs van de luchthaveninspectie
28 MEI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 mei 1999 houdende regeling van de opleidings- en certificatievoorwaarden van de inspecteurs en van de adjunct-hoofdinspecteurs van de luchthaveninspectie
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Verdrag inzake de internationale burgerlijke luchtvaart, ondertekend te Chicago op 7 december 1944 en goedgekeurd door de wet van 30 april 1947, inzonderheid op de bijlagen 14 en 17;
Gelet op de verordening nr. 2320/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart;
Gelet op de wet van 27 juni 1937 houdende herziening van de wet van 16 november 1919 betreffende de regeling der luchtvaart, inzonderheid op artikel 5, op artikel 38, gewijzigd bij de wet van 3 mei 1999 en op artikel 39 gewijzigd bij de wet van 30 december 2001;
Gelet op het koninklijk besluit van 4 mei 1999 houdende regeling van de opleidings- en certificatievoorwaarden van de inspecteurs en van de adjunct-hoofdinspecteurs van de luchthaveninspectie;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 6 mei 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 8 mei 2003;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1 vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de verordening nr. 2320/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart, op 19 januari 2003 in werking getreden is;
Overwegende dat artikel 5, § 1 van deze verordening bepaalt dat iedere lid-Staat binnen de drie maanden na de inwerkingtreding van deze verordening, zijnde op 19 april 2003, een nationaal programma voor beveiliging van de burgerluchtvaart, met inbegrip van de certificatie van het beveiligingspersoneel, dient op te stellen;
Overwegende dat met het oog op de certificatie van het beveiligingspersoneel van de exploitant van luchthaven Brussel-Nationaal, het koninklijk besluit van 4 mei 1999 houdende regeling van de opleidings- en certificatievoorwaarden van de inspecteurs en van de adjunct-hoofdinspecteurs van de luchthaveninspectie onmiddellijk dient aangepast te worden aan de bepalingen vervat in de programmawet van 30 december 2001 tot wijziging van de wet van 27 juni 1937 betreffende de regeling der luchtvaart;
Overwegende dat in uitvoering van een beslissing van de Ministerraad van 19 juli 2001 de exploitant van de luchthaven Brussel-Nationaal overging tot de selectie en aanwerving van 41 personeelsleden met het oog op een verbeterde beveiliging van deze luchthaven;
Overwegende dat de basisopleiding van deze personeelsleden momenteel afgerond wordt zodat zij in aanmerking komen voor de certificatie als inspecteurs van luchthaveninspectie;
Overwegende dat het, gelet op de internationale politieke omstandigheden en de daaruit volgende huidige dreiging tegen de burgerlijke luchtvaart, absoluut noodzakelijk is dat het beveiligingspersoneel ten spoedigste zou gecertificeerd worden conform de voormelde Europese verordening en dat hen een type-bevoegdverklaring zou afgeleverd worden voor de nieuwe detectieapparatuur in gebruik op de luchthaven Brussel-Nationaal;
Overwegende dat de certificatiecriteria van dit personeel moeten overeenstemmen met de technische certificatiecriteria van deze nieuwe apparatuur;
Op de voordracht van Onze Minister belast met Mobiliteit en Vervoer en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 4 mei 1999 houdende regeling van de opleidings- en certificatievoorwaarden van de inspecteurs en van de adjunct-hoofdinspecteurs van de luchthaveninspectie worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de bestaande tekst die § 1 zal vormen, wordt de volgende definitie ingelast op het einde van de lijst : « Directeur-generaal : de Directeur-generaal van het Directoraat-generaal Luchtvaart.»; 2° in de Nederlandse tekst van de definitie « Mandaat », wordt het woord « houdende » vervangen door de woorden « betreffende de »;3° er wordt een § 2 ingevoegd, die luidt als volgt : « § 2.Elke keer dat er « Directeur-generaal van het Bestuur van de Luchtvaart » wordt vermeld in dit besluit moet dit opgevat worden als « Directeur-generaal ».
Art. 2.In de Nederlandse tekst van artikel 3 van hetzelfde besluit wordt het woord « houdende » vervangen door de woorden « betreffende de ».
Art. 3.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 2 wordt vervangen als volgt : « § 2.De type bevoegdverklaringen voor de leden van de luchthaveninspectie met bevoegdverklaring beveiliging zijn : 1° toegangscontrole;2° veiligheidscontrole of fouillering van de passagier en zijn handbagage;3° veiligheidscontrole met conventionele x-ray apparatuur;4° veiligheidscontrole van de ruimbagage;5° veiligheidscontrole met behulp van Heimann 10080 2is-apparatuur;6° veiligheidscontrole met behulp van Invision CTX5500DS-apparatuur;7° veiligheidscontrole met behulp van sporendetectie-apparatuur Barringer lonscan;8° veiligheidscontrole met behulp van decompressiekamer.»; 2° § 3 wordt § 4;3° een nieuwe § 3 wordt ingelast luidend als volgt : « § 3.De Minister die met het Directoraat-generaal Luchtvaart is belast op de Directeur-generaal kan bijkomende type bevoegdverklaringen veiligheidscontrole bepalen in functie van de technische specificaties van de gebruikte detectieapparatuur.
Voor deze bijkomende type bevoegdverklaringen bepaalt hij de opleidings- en examenprogramma's. »
Art. 4.Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 12.Het mandaat van inspecteur van luchthaveningspectie met bevoegdverklaring beveiliging verleent aan de houder de bevoegdheden bepaalt in artikel 38, § 1 en §§ 3 tot 5 van de wet van 27 juni 1937 betreffende de regeling der luchtvaart, wat betreft : 1° de inbreuken op de reglementen bedoeld in de artikelen 176bis en 194 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven die niet stafbaar zijn gesteld;2° de inbreuken op de voormelde wet van 27 juni 1937, vastgesteld naar aanleiding van de toegangs- en veiligheidscontroles bij het aan boord gaan van een vliegtuig of bij de overgang van landzijde naar luchtzijde op de luchthaven Brussel-Nationaal;3° het toezicht op en het vaststellen van inbreuken op het beveiligingsplan van de luchthaven Brussel-Nationaal, goedgekeurd door het Directoraat-generaal Luchtvaart;4° het vaststellen binnen de luchthaven Brussel-Nationaal, van inbreuken op de luchtvaartwetgeving begaan door passagiers aan boord van luchtvaartuigen, ingeschreven in het Belgische luchtvaartregister en met de luchthaven Brussel-Nationaal als bestemming.»
Art. 5.Artikel 19 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 19.Het mandaat van inspecteur van luchthaveninspectie met bevoegdverklaring veiligheid verleent aan de houder de bevoegdheden vastgesteld bij artikel 38, § 1 en §§ 3 tot 5 van de wet van 27 juni 1937 betreffende de regeling der luchtvaart, wat betreft : 1° de inbreuken op de reglementen bedoeld in de artikelen 176bis en 194 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven die niet stafbaar zijn gesteld;2° de vaststelling van ongevallen en de verkeersregeling aan de luchtzijde van de luchthaven Brussel-Nationaal;3° het toezicht op het vaststellen van inbreuken op het veiligheidsplan van de luchthaven Brussel-Nationaal, goedgekeurd door het Directoraat-generaal Luchtvaart;4° het vaststellen, binnen de luchthaven Brussel-Nationaal van inbreuken op de luchtvaartwetgeving begaan door passagiers aan boord van vliegtuigen, ingeschreven in het Belgisch luchtvaartregister en met de luchthaven Brussel-Nationaal als bestemming.»
Art. 6.In de artikelen 13, 2°, 18°, 3°, 20, 2° en 25, 3° van hetzelfde besluit vervalt het woord « statutair ».
Art. 7.Bijlage 1 bij hetzelfde besluit wordt vervangen door bijlage 1 bij het huidige besluit.
Art. 8.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 9.Onze Minister belast met Mobiliteit en Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 mei 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister belast met Mobiliteit en Vervoer, Mevr. L. ONKELINX
Bijlage 1 Opleiding en examen voor het verkrijgen van het certificaat van inspecteur van luchthaveninspectie met bevoegdverklaring beveiliging I. De theoretische opleiding behelst een kursus met een totale duur van 252 uren, verstrekt door het Nationaal Opleidingscentrum Luchtvaartbeveiliging, waarvan het programma als volgt is bepaald : De basisopleiding Luchtvaartbeveiliging behelst een kursus met een totale duur van 88 uren.
De specialisatieopleiding met typebevoegdverklaring toegangscontrole behelst een kursus met een totale van 24 uren.
De specialisatieopleiding met typebevoegdverklaring veiligheidscontrole van de passagier en zijn handbagage behelst een jursus met een totale duur van 24 uren.
De specialisatieopleiding met typebevoegdverklaring conventionele X-ray behelst een kursus met een totale duur van 24 uren.
De specialisatieopleiding met typebevoegdverklaring Veiligheidscontrole van de Ruimbagage behelst een kursus met totale duur van 16 uren.
De specialisatieopleiding met typebevoegdverklaring HEIMANN 10080 2is behelst een kursus met totale duur van 8 uren.
De specialisatieopleiding met typebevoegdverklaring INVISION CTX 5500 DS behelst een kursus met totale duur van 56 uren.
De specialisatieopleiding met typebevoegdverklaring Sporen- detectieapparatuur Barringer lonscan behelst een kursus met een totale duur van 8 uren.
De specialisatieopleiding met typebevoegdverklaring decompressie behelst een kursus met totale duur van 4 uren.
Deze opleidingen worden in de volgorde zoals hierboven bepaald, met uitzondering wat de volgorde betreft van de opleiding decompressie, verstrekt door het Nationaal Opleidingscentrum Luchtvaartbeveiliging, waarvan de programma's als volgt bepaald zijn : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld II. De proeven en examens behelzen : A. Een psychotechnische proef, afgenomen door het Nationaal Opleidingscentrum Luchtvaartbeveiliging.
B. Een theoristich examen, afgenomen door het Nationaal Opleidingscentrum Luchtvaartbeveiliging.
De kandidaat moet, tijdens een examen, binnen een bepaalde tijd, blijk geven van zijn kennis over de volgende vakken : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 28 mei 2003 houdende wijziging van Ons besluit van 4 mei 1999 houdende regeling van de opleidings- en certificatievoorwaarden van de inspecteurs en van de eerstaanwezend inspecteurs van luchthaveninspectie beveiliging.
ALBERT Van Koningswege : De Minister belast met Mobiliteit en Vervoer, Mevr. L. ONKELINX