Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 mei 1997
gepubliceerd op 13 september 1997

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de instelling van het halftijds brugpensioen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1997012299
pub.
13/09/1997
prom.
28/05/1997
ELI
eli/besluit/1997/05/28/1997012299/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 MEI 1997. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de instelling van het halftijds brugpensioen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de wet van 3 april 1995 houdende maatregelen tot bevordering van de tewerkstelling, inzonderheid op titel I;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55, gesloten op 13 juli 1993 in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van halvering van de arbeidsprestaties, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 november 1993, inzonderheid op artikel 3;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de instelling van het halftijds brugpensioen.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 mei 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Bijlage Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1995 Instelling van het halftijds brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 25 september 1995 onder het nummer 39070/CO/214) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de bedienden die in een voltijdse arbeidsregeling zijn tewerkgesteld ter uitvoering van een arbeidsovereenkomst, alsook op de werkgevers die hen tewerkstellen en onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk, uitgenomen de firma Hoechst-Celanese en de bedienden die zij tewerkstelt.

Onder voltijdse arbeidsregeling moet worden verstaan, de arbeidsregeling bedoeld in hoofdstuk III, arbeids- en rusttijden, van de arbeidswet van 16 maart 1971. HOOFDSTUK II. - Draagwijdte van de overeenkomst

Art. 2.De aanvullende vergoeding ingesteld door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55, gesloten op 13 juli 1993 in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van halvering van de arbeidsprestaties, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 november 1993 wordt toegekend aan de in artikel 1 bedoelde werknemers op voorwaarde dat zij op het ogenblik van de vermindering van hun arbeidsprestaties de leeftijd bereikt hebben van 55 jaar.

Voor deze regeling komen in aanmerking de bedienden die met hun werkgever een akkoord bereiken om hun arbeidsprestaties te halveren.

Dit akkoord wordt schriftelijk vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 11bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. HOOFDSTUK III. - Voorwaarden om recht te hebben op de aanvullende vergoeding

Art. 3.De in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst genoemde werknemers hebben recht op de aanvullende vergoeding op voorwaarde dat : - zij de werkloosheidsuitkering genieten waarin de reglementering inzake werkloosheidsverzekering voor deze categorie van werknemers voorziet; - zij tijdens de 12 maanden, te rekenen van datum tot datum, die onmiddellijk voorafgaan aan de vermindering van hun arbeidsprestaties, bij dezelfde onderneming hebben gewerkt in een voltijdse arbeidsregeling, zoals bepaald in artikel 1 van deze overeenkomst; - het aantal arbeidsuren van de deeltijdse arbeidsregeling, na vermindering, per arbeidscyclus gemiddeld gelijk is aan de helft van het aantal arbeidsuren van een normale voltijdse arbeidsregeling in de onderneming. HOOFDSTUK IV. - Bedrag en betaling van de aanvullende vergoeding

Art. 4.De aanvullende vergoeding wordt berekend en aangepast zoals bepaald in de artikelen 5 tot en met 10 van voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55.

Art. 5.De betaling van de aanvullende vergoeding valt ten laste van de werkgever van de betrokken bediende.

De betrokken bediende ontvangt deze vergoeding hetzij tot de datum dat zijn (haar) rustpensioen ingaat, hetzij tot de datum waarop zijn (haar) arbeidsovereenkomst eindigt.

De aanvullende vergoeding wordt maandelijks betaald of, mits een akkoord tussen betrokken partijen, op het ogenblik van de normale betalingsperioden van het loon in de onderneming, op voorwaarde dat deze perioden niet meer dan een maand bedragen. HOOFDSTUK V. - Overgang naar het voltijds brugpensioen

Art. 6.De betrokken bediende heeft recht op de aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers indien zij worden ontslagen, onder de voorwaarden die zijn vastgesteld door de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 april 1995 betreffende het voltijds brugpensioen in de textielnijverheid en het breiwerk.

Indien hij (zij) op het ogenblik van het ontslag de leeftijd van het voltijds brugpensioen niet heeft bereikt, kan de opzegging pas ingaan op de eerste dag van de maand volgend op die tijdens dewelke hij (zij) die leeftijd heeft bereikt.

Art. 7.Ingeval de bediende de bepalingen van artikel 6 kan genieten, wordt de aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers indien zij worden ontslagen, berekend alsof hij (zij) zijn (haar) arbeidsprestaties niet heeft verminderd.

Daartoe wordt het brutoloon dat de bediende voor zijn (haar) halftijdse prestaties ontvangt, vermenigvuldigd met twee. HOOFDSTUK VI. - Eindbepalingen

Art. 8.Deze overeenkomst is gesloten in toepassing van titel I - Tewerkstellingsakkoorden - van de wet van 3 april 1995 houdende maatregelen tot bevordering van de tewerkstelling. Ze treedt in werking op 1 januari 1995 en is gesloten voor de periode van 1 januari 1995 tot 31 december 1996.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 mei 1997.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld

^