gepubliceerd op 23 juli 2009
Koninklijk besluit tot oprichting van een federaal overlegplatform voor de pleziervaart
28 JUNI 2009. - Koninklijk besluit tot oprichting van een federaal overlegplatform voor de pleziervaart
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de Grondwet, de artikelen 37 en 108;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 8 juni 2009;
Overwegende dat de pleziervaart op een groeiende belangstelling kan rekenen;
Overwegende dat het specifieke karakter van de pleziervaart, verschillend van zowel de koopvaardij als de binnenvaart, andere vereisten meebrengt voor regelgeving inzake pleziervaart;
Overwegende dat een overlegforum op 10 december 2008 aan het licht heeft gebracht dat er een behoefte is aan een permanent overleg tussen de sector, de gebruikers en de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer inzake de pleziervaart met het oog op het verbeteren van de dienstverlening inzake de pleziervaart, het bevorderen van de veiligheid ervan en het tijdig inspelen op nieuwe tendensen;
Op de voordracht van de Staatssecretaris voor Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1°Minister : de Minister tot wiens bevoegdheid de Pleziervaart behoort; 2° overlegplatform : het federaal overlegplatform voor de pleziervaart.
Art. 2.Bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer wordt een overlegplatform opgericht.
Het overlegplatform wordt belast met een adviesopdracht inzake pleziervaart wat betreft de aangelegenheden die tot de federale bevoegdheid behoren. Het overlegplatform brengt advies uit op vraag van de minister of op eigen initiatief.
Art. 3.Het overlegplatform is samengesteld als volgt : 1° drie afgevaardigden van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer;2° twee afgevaardigden van de beroepssector inzake de pleziervaart of hun plaatsvervangers;3° twee afgevaardigden van de gebruikersverenigingen inzake de pleziervaart of hun plaatsvervangers;4° drie onafhankelijke leden die blijk geven van hun bijzondere kennis van de pleziervaart. De afgevaardigden, hun vervangers en de onafhankelijke leden, bedoeld in het eerste lid, worden aangeduid door de minister.
De minister nodigt de gewestregeringen uit om deel te nemen aan de vergaderingen van het overlegplatform.
Art. 4.Het voorzitterschap en ondervoorzitterschap van het overlegplatform worden waargenomen door ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.
De voorzitter en de ondervoorzitter worden aangeduid door de minister.
Art. 5.Het secretariaat van het overlegplatform wordt verzorgd door het Directoraat-generaal Maritiem Vervoer bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.
Art. 6.Het overlegplatform kan elke persoon wiens advies het wenst in te winnen raadplegen, voor zijn vergaderingen oproepen of bij zijn werkzaamheden betrekken.
Art. 7.Het overlegplatform maakt zijn huishoudelijk reglement op en legt het ter goedkeuring voor aan de minister.
Art. 8.De leden van het overlegplatform evenals de eventueel opgeroepen personen, met uitzondering van de vertegenwoordigers van openbare besturen, worden vergoed voor hun verplaatsingskosten overeenkomstig de voor het rijkspersoneel geldende bepalingen.
Art. 9.De voorzitter kan expertenwerkgroepen oprichten, die belast zijn met het onderzoek van aangelegenheden die eigen zijn aan bepaalde takken van de pleziervaart.
Het overlegplatform bepaalt de opdracht van de expertenwerkgroepen.
De voorzitter van een expertenwerkgroep wordt aangeduid door de voorzitter van het overlegplatform.
De bepalingen van artikel 8 zijn van toepassing op de vergaderingen van de werkgroepen.
Art. 10.De minister bevoegd voor Mobiliteit is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 28 juni 2009.
ALBERT Van Koningswege : De Staatssecretaris voor Mobiliteit, E. SCHOUPPE