28 JANUARI 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid, betreffende de loonprogrammatie 2017-2018 (1)

FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid, betreffende de loonprogrammatie 2017-2018.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 januari 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2017 Loonprogrammatie 2017-2018 (Overeenkomst geregistreerd op 27 juli 2017 onder het nummer 140634/CO/220) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en definities

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de bedienden van de voedingsnijverheid. § 2. Met "bedienden" worden de mannelijke en vrouwelijke bedienden bedoeld. HOOFDSTUK II. - Loonsverhoging

Art. 2.§ 1. Per 1 juli 2017 zullen de sectorale minimumlonen verhogen met 0,9 pct.. § 2. Bij gebrek aan een ondernemings-collectieve arbeidsovereenkomst gesloten overeenkomstig artikel 5, § 2, zullen de reële lonen verhogen met 0,9 pct. op 1 juli 2017.

Art. 3.§ 1. Per 1 januari 2018 zullen in de ondernemingen die buiten het toepassingsgebied vallen van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel en die geen bedrijfs-collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten hebben overeenkomstig artikel 5, § 3, a), de reële lonen verhogen met 0,2 pct.. § 2. Per 1 januari 2018 zullen in de ondernemingen die buiten het toepassingsgebied van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel kunnen vallen door middel van een aanpassing van hun bedrijfseigen plan inzake aanvullende pensioenen en die geen bedrijfs-collectieve arbeidsovereenkomsten hebben afgesloten overeenkomstig artikel 5, § 3, b), de reële lonen stijgen met een percentage berekend door de actuaris en overgemaakt aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid conform hetzelfde artikel. HOOFDSTUK III. - Eénmalige premie van 0,2 pct.

Art. 4.§ 1. Op 31 december 2017 wordt een éénmalige premie van 0,2 pct. op het bruto jaarloon toegekend voor de referteperiode 1 januari tot 31 december 2017, volgens dezelfde modaliteiten als de eindejaarspremie. § 2. In ondernemingen die buiten het toepassingsgebied van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel vallen, kan van § 1 van dit artikel worden afgeweken mits het sluiten van een ondernemings-collectieve arbeidsovereenkomst conform artikel 5, § 3. HOOFDSTUK IV. - Bedrijfsonderhandelingen

Art. 5.§ 1. Mits het sluiten van een ondernemings-collectieve arbeidsovereenkomst, worden twee enveloppes aan de onderneming toegekend, te gebruiken met respect voor het kader voor de onderhandelingen 2017-2018. § 2. De eerste enveloppe stemt overeen met 0,9 pct. van de brutolonen, verhoogd met de werkgeversbijdragen, maar verminderd met de kost van de verhoging van de sectorale minimumlonen ingevolge de toepassing van artikel 2, § 1.

Voor 2017 dekt deze enveloppe de periode van 1 juli tot en met 31 december 2017. § 3. De tweede enveloppe stemt overeen met 0,2 pct. van de brutolonen, verhoogd met werkgeversbijdragen, en is enkel beschikbaar in deze bedrijven die buiten het toepassingsgebied van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel vallen, en dit volgens onderstaande formule : a) De ondernemingen buiten het toepassingsgebied van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel die hun bedrijfsplan(nen) niet moeten aanpassen om de gelijkwaardigheid van hun plan(nen) tegenover het sectoraal aanvullend pensioenstelsel te behouden, beschikken over een enveloppe voor de bedrijfsonderhandelingen van 0,2 pct.; b) De ondernemingen die buiten het toepassingsgebied kunnen blijven van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel door middel van aanpassing van hun bedrijfseigen pensioenplan(nen) beschikken over een enveloppe voor bedrijfsonderhandelingen gelijk aan 0,2 pct.in 2017, vanaf 1 januari 2018 verminderd met het percentage dat nodig is voor de gelijkwaardigheid van het (hun) bedrijfsplan(nen) tegenover het sectoraal aanvullend pensioenstelsel te behouden. Dit percentage wordt berekend door een actuaris en het betrokken bedrijf maakt de verklaring van de actuaris over aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid.

Voor 2017 dekt deze enveloppe de periode van 1 januari tot en met 31 december 2017. HOOFDSTUK V. - Geldigheidsduur

Art. 6.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2017 en wordt gesloten voor onbepaalde duur. § 2. Zij kan door één der partijen worden opgezegd mits een opzegging van drie maanden, bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid en aan de erin vertegenwoordigde organisaties.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 januari 2018.

De Minister van Werk, K. PEETERS