gepubliceerd op 20 maart 1999
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 1954 houdende organiek reglement van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel
28 FEBRUARI 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 1954 houdende organiek reglement van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 107, tweede lid, van de Grondwet;
Gelet op de wet van 22 juli 1993 houdende diverse maatregelen inzake ambtenarenzaken, inzonderheid op artikel 4, § 6, ingevoegd bij de wet van 20 mei 1997;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 1954 houdende organiek reglement van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 oktober 1965, 18 april 1967, 24 augustus 1971, 1 maart 1984, 15 maart 1985, 18 februari 1986, 29 april 1996, 8 september 1997 en 27 oktober 1998;
Gelet op het advies van de Directieraad voor het Hoofdbestuur van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, gegeven op 28 oktober 1997;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 25 november 1998;
Gelet op het protocol nr. 84/8 van 24 december 1998 van het Sector comité I;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de artikelen 1 en 5 noodzakelijk zijn om aan de permanente vertegenwoordigingen in België toe te laten terug contractueel personeel in dienst te nemen;
Op de voordracht van Onze Minister van Buitenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 14, § 1 van het koninklijk besluit van 14 januari 1954 houdende organiek reglement van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 oktober 1965, 18 april 1967, 24 augustus 1971, 1 maart 1984, 15 maart 1985, 18 februari 1986, 29 april 1996, 8 september 1997 en 27 oktober 1998, worden de woorden « in het buitenland » geschrapt.
Art. 2.In artikel 18, § 1 van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « en koloniaal gebied » geschrapt.
Art. 3.In artikel 32, § 2 van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « volgens de behoeften van de dienst » geschrapt.
In de laatste § van hetzelfde artikel wordt het woord « directeur van administratie » vervangen door « adviseur-generaal ».
Art. 4.In de laatste § van het artikel 33, F van hetzelfde koninklijk besluit, worden de woorden « Minister van Buitenlandse Betrekkingen » vervangen door « Minister van Buitenlandse Zaken ».
Art. 5.Het artikel 33, G van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door de volgende bepaling « De Minister van Buitenlandse Zaken kan het nodige contractueel personeel in dienst nemen voor de diplomatieke en consulaire posten en voor de Permanente Vertegenwoordigingen ».
Art. 6.In artikel 35, § 2 van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « Minister van Buitenlandse Betrekkingen en de Minister die de Ontwikkelingssamenwerking onder zijn bevoegdheid heeft » vervangen door « Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister of Staatssecretaris die de Ontwikkelingssamenwerking onder zijn bevoegdheid heeft ».
Art. 7.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekend gemaakt.
Art. 8.Onze Minister van Buitenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 februari 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, E. DERYCKE