28 DECEMBER 2006. - Koninklijk besluit tot toekenning van de Staatswaarborg voor leningen aan te gaan door het Fonds ter reductie van de globale energiekost

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de programmawet van 27 december 2005, inzonderheid op artikel 28, waarbij de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij ermee wordt gelast om, in uitvoering van artikel 2, § 3, van de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij en de geweste- lijke investeringsmaatschappijen, binnen de zestig dagen na de inwerkingtreding van voornoemde programmawet, een gespecialiseerde vennootschap, Fonds ter reductie van de globale energiekost genoemd, op te richten in de zin van de artikelen 2, § 3, en 2ter, eerste en tweede lid, van voornoemde wet van 2 april 1962;

Gelet op voornoemde programmawet, inzonderheid op artikel 31, § 2, waarbij het Fonds ter reductie van de globale energiekost ertoe gemachtigd wordt, overeenkomstig artikel 3, § 1, van voornoemde wet van 2 april 1962, een beroep te doen op leningen of obligaties op naam met een looptijd van minimum vijf jaar uit te geven; de permanente omvang van zijn schuldpositie wordt beperkt tot maximum 100.000.000 EUR;

Gelet op voornoemde programmawet, inzonderheid op artikel 31, § 2, waarbij de Staatswaarborg kan worden verleend onder de voorwaarden van artikel 3, § 2, van voornoemde wet van 2 april 1962 ten belope van de bedragen voor hun hoofdsom, interesten en andere kosten;

Gelet op voornoemde wet van 2 april 1962, inzonderheid op artikel 3, § 1, waarbij de Minister van Financiën de uitgiften en leningen van de gespecialiseerde dochtermaatschappijen van de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij dient toe te staan en de voorwaarden ervan goedkeurt;

Overwegende dat het Fonds ter reductie van de globale energiekost een lening wenst uit te geven met Staatswaarborg;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De terugbetaling van de hoofdsom en de betaling van de interesten en van de andere kosten van de leningen die, binnen de perken van voornoemde programmawet, door het Fonds ter reductie van de globale energiekost worden uitgegeven, worden door de Staat gewaarborgd.

Art. 2.De voorwaarden en de modaliteiten van deze leningen zullen door Onze Minister van Financiën worden goedgekeurd.

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 december 2006.

Art. 4.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 28 december 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS