gepubliceerd op 20 augustus 2014
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 oktober 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de vorming
28 APRIL 2014. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 oktober 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de vorming (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 oktober 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de vorming.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 april 2014.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 oktober 2013 Vorming (Overeenkomst geregistreerd op 28 oktober 2013 onder het nummer 117665/CO/330) Voorwoord De ondertekenende partijen bevestigen hun engagement om tegen eind 2013 tools te ontwikkelen die de ondernemingen en de sector toelaten : - de specifieke elementen te bepalen waarmee dient rekening gehouden bij de berekening van de inspanning zoals beschreven in de artikelen 3 en 5 van deze overeenkomst; - deze vormingsinspanningen te registreren op een aan de realiteit van de sector aangepaste manier, rekening houdend met reeds bestaande informatiebronnen; - deze overeenkomst aan te passenn aan de controlevereisten die zouden voorzien worden in de algemene reglementering.
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers die ressorteren onder het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.
Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel.
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten in uitvoering van : - artikel 30 van de wet van 23 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten betreffende het Generatiepact (Belgisch Staatsblad van 30 december 2005); - het koninklijk besluit van 11 oktober 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2007 pub. 05/12/2007 numac 2007012348 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot invoering van een bijkomende werkgeversbijdrage ten bate van de financiering van het betaald educatief verlof voor de werkgevers die behoren tot sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren in uitvoering van artikel 30 van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact sluiten tot invoering van een bijkomende werkgeversbijdrage ten bate van de financiering van het betaald educatief verlof voor de werkgevers die behoren tot sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren.
Art. 3.De sociale partners engageren zich om de participatiegraad inzake vorming jaarlijks te verhogen met 5 pct..
Art. 4.De sociale partners engageren zich om de werknemers de mogelijkheid te geven vorming te genieten tijdens de arbeidstijd.
Deze vormingsmogelijkheden kunnen zowel intern op de plaats van de tewerkstelling als extern van de onderneming georganiseerd worden.
De vorming kan zowel door de werkgever ingericht worden als door opleidingsderden, hiertoe gemandateerd door de werkgever.
Art. 5.In uitvoering van artikelen 3 en 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt aan de werknemers een collectieve opleidingstijd op het niveau van de onderneming toegekend.
Deze opleidingstijd op het niveau van de onderneming wordt berekend als volgt : - voor het jaar 2013 : het aantal werknemers tewerkgesteld in de onderneming op 1 januari 2013 uitgedrukt in voltijds equivalenten, vermenigvuldigd met 7,1 uren; - voor het jaar 2014 : het aantal werknemers tewerkgesteld in de onderneming op 1 januari 2014 uitgedrukt in voltijds equivalenten, vermenigvuldigd met 7,5 uren.
Art. 6.De opleidingstijd zoals toegekend in toepassing van artikel 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst kan uitsluitend worden opgenomen in het kader van het vormings- of opleidingsplan van de onderneming zoals opgemaakt in overleg tussen de werkgever en de vertegenwoordigers van werknemers, of bij ontstentenis hieraan met de werknemers.
Rekening houdend met de prioriteiten die erin zullen worden bepaald, tracht het plan de vormings-inspanningen evenwichtig te verdelen over alle werknemerscategorieën.
Art. 7.Voor ondernemingen waar in het kader van het vormings- en opleidingsbeleid reeds een vormings- of opleidingstijd, -recht of -krediet wordt toegekend aan de werknemers, geldt dat de opleidingstijd zoals bepaald in artikel 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst integraal deel uitmaakt van de bestaande maatregelen inzake vormings- of opleidingstijd, -recht of -krediet op het niveau van de onderneming.
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2013 en vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juli 2011 (nr. 105846/CO/330). Ze wordt afgesloten voor onbepaalde duur. Ze kan vanaf 1 oktober 2014 worden opgezegd mits een opzegtermijn van 3 maanden, bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.
Bij afwezigheid van nieuwe, meer voordelige voorwaarden in het volgende interprofessioneel akkoord en bij gebrek aan nieuwe collectieve arbeidsovereenkomsten, zal in ieder geval tijdens de komende jaren tenminste het niveau van vormingsinspanningen van 2014 worden aangehouden.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 april 2014.
De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK