28 APRIL 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de toekenning door het "Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" van een premie aan bepaalde bouwvakarbeiders die hun arbeidsprestaties verder zetten na de leeftijd van 58 jaar (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 14 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de toekenning door het "Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" van een premie aan bepaalde bouwvakarbeiders die hun arbeidsprestaties verder zetten na de leeftijd van 58 jaar.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 april 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het bouwbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 mei 2009 Toekenning door het "Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" van een premie aan bepaalde bouwvakarbeiders die hun arbeidsprestaties verder zetten na de leeftijd van 58 jaar (Overeenkomst geregistreerd op 3 augustus 2009 onder het nummer 93298/CO/124) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren en op de arbeiders die zij terwerkstellen.

In deze collectieve arbeidsovereenkomst verstaat men onder : - "arbeiders" : de arbeiders en arbeidsters; - "fonds voor bestaanszekerheid" : het "Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf"; - "pensioentoezegging" : het sociaal sectoraal pensioenstelsel voor de bouwvakarbeiders zoals ingevoerd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 2006. HOOFDSTUK II. - Toekenning van een premie

Art. 2.Een eenmalige premie wordt toegekend aan de arbeiders die na de leeftijd van 58 jaar op vrijwillige basis hun arbeidsprestaties verder zetten vanaf 1 januari 2007 bij één of meerdere ondernemingen bedoeld in artikel 1.

Art. 3.Om recht te hebben op deze premie, dienen de arbeiders bedoeld in artikel 2, de voorwaarden vervullen die opgesomd zijn in artikel 3, 4°, 5° en 6°, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2007, betreffende de toekenning aan sommige bejaarde arbeiders van een aanvullende vergoeding (brugpensioen) ten laste van het fonds voor bestaanszekerheid.

Art. 4.§ 1. Voor alle arbeiders die voldoen aan de voorwaarden van artikelen 2 en 3 tijdens de geldigheidsduur van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst en die hun beroepsactiviteit volledig stopzetten vóór 1 januari 2009, wordt de eenmalige premie door het fonds voor bestaanszekerheid toegekend.

De eenmalige premie wordt toegekend boven op de sociale zekerheidsuitkering die de betrokken arbeiders genieten na stopzetting van hun arbeidsprestaties. § 2. Voor alle arbeiders die voldoen aan de voorwaarden van artikelen 2 en 3 tijdens de geldigheidsduur van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst en die hun beroepsactiviteit verder zetten na 31 december 2008, worden de verworven rechten geïntegreerd in de pensioentoezegging. HOOFDSTUK III. - Bedrag van de premie

Art. 5.Het bedrag van de premie bedoeld in artikel 4, § 1, is bepaald op 2.000 EUR per jaar dat de arbeider na de leeftijd van 58 jaar en tot de leeftijd van maximum 65 jaar blijft verder werken.

Voor de arbeiders die voldoen aan de voorwaarden van artikelen 2 en 3 en die geen volledig jaar worden tewerkgesteld, wordt het bedrag van de premie pro rata temporis toegekend op basis van hun tewerkstelling.

Het bedrag van het 1e lid wordt pro rata temporis toegekend aan de arbeiders die vóór de leeftijd van 65 jaar toch door de werkgever werden ontslagen, behoudens het ontslag omwille van dringende reden.

Art. 6.Het totaal van de vergoedingen bestaanszekerheid die de arbeider eventueel ontving voor de periodes van arbeidsongeschiktheid die zich situeren tussen de leeftijd van 58 en 65 jaar wordt afgebroken van het onder artikel 5 vermelde bedrag. HOOFDSTUK IV. - Procedure en betaling

Art. 7.De aanvraag om toekenning van de door deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde vergoeding wordt bij het fonds voor bestaanszekerheid ingediend bij middel van een speciaal formulier, hetzij door toedoen van een werknemersorganisatie die deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft ondertekend, hetzij rechtstreeks door de betrokkene.

Het bedrag van de premie bedoeld in artikel 4, § 1, wordt door het fonds voor bestaanszekerheid aan de arbeider gestort bij stopzetting van zijn activiteiten en ten vroegste op de leeftijd van 60 jaar.

Art. 8.De bijzondere gevallen die niet op grond van de bepalingen van deze overeenkomst kunnen worden opgelost, worden door de meest gerede partij voorgelegd aan de raad van bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid.

Art. 9.De aanduiding van de organismen die belast zijn met de uitbetaling van de premie voorzien in artikel 4, § 1, en met de controle met betrekking tot de toekenning van deze premie, gebeurt overeenkomstig de artikelen 8 en 23 van de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid. HOOFDSTUK V. - Geldigheidsduur

Art. 10.De collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2007 betreffende de toekenning door het "Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" van een vergoeding aan bepaalde bouwvakarbeiders die hun arbeidsprestaties verder zetten na de leeftijd van 58 jaar, wordt opgeheven en vervangen door huidige collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een bepaalde duur. Ze treedt in werking op 1 januari 2007. Ze houdt op van kracht te zijn op 31 december 2008.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 april 2010.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET