gepubliceerd op 18 november 2020
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 september 2019, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen
27 SEPTEMBER 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 september 2019, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het garagebedrijf;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 september 2019, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 september 2020.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, N. MUYLLE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het garagebedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 september 2019 Statuut van de syndicale afvaardigingen (Overeenkomst geregistreerd op 25 oktober 2019 onder het nummer 154802/CO/112) In uitvoering van artikel 27 van het nationaal akkoord 2019-2020 van 26 juni 2019. HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. HOOFDSTUK II. - Algemene beginselen
Art. 2.Deze overeenkomst, aangegaan in uitvoering van en overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende het statuut van de vakbondsafvaardigingen van het personeel der ondernemingen, op 24 mei en 30 juni 1971 afgesloten in de Nationale Arbeidsraad, regelt de oprichting en het statuut van de vakbondsafvaardiging van het werkliedenpersoneel.
Art. 3.De werkgevers erkennen dat hun georganiseerd werkliedenpersoneel bij hen vertegenwoordigd zijn door een vakbondsafvaardiging waarvan de leden aangewezen of verkozen worden onder het georganiseerd werkliedenpersoneel van de onderneming.
Onder "georganiseerd werkliedenpersoneel" wordt verstaan : de arbeiders aangesloten bij één der ondertekenende interprofessionele werknemersorganisaties van de voormelde overeenkomsten.
Art. 4.De werkgevers verbinden er zich toe op het personeel geen enkele druk uit te oefenen om het te beletten bij een vakbond aan te sluiten en aan de niet-aangeslotenen geen andere voorrechten dan aan de aangesloten arbeiders toe te kennen.
De vakbondsafvaardigingen verbinden er zich toe in de ondernemingen de praktijken van paritaire verhoudingen, die met de geest van deze overeenkomst stroken, na te leven.
Art. 5.De werkgevers en de vakbondsafvaardiging : 1. geven in alle omstandigheden blijk van zin voor rechtvaardigheid, redelijkheid en verzoening die bepalend is voor de goede sociale verhoudingen in de onderneming;2. leven de sociale wetgeving, de collectieve arbeidsovereenkomsten en het arbeidsreglement na en bundelen hun inspanningen teneinde de naleving ervan te verzekeren. HOOFDSTUK III. - Oprichting en samenstelling van de vakbondsafvaardiging
Art. 6.1.1. Op schriftelijk verzoek van één of meerdere ondertekenende werknemersorganisaties van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 5 gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 24 mei 1971, wordt in de bedrijven, bij artikel 1 bedoelde ondernemingen een vakbondsafvaardiging ingesteld, waarvan het aantal effectieve en plaatsvervangende afgevaardigden, op grond van het aantal in de onderneming tewerkgestelde arbeiders wordt vastgesteld.
Indien er, op het moment van de samenstelling, geen opstart van de procedure tot sociale verkiezingen heeft plaatsgevonden, dient tenminste 25 pct. van de arbeiders tot de oprichting te verzoeken volgens de procedure als bedoeld in punt 1.2. hieronder.
Het aantal afgevaardigden wordt als volgt bepaald : - 15 tot en met 30 arbeiders : 2 effectieve afgevaardigden; - 31 tot en met 50 arbeiders : 3 effectieve afgevaardigden; - 51 tot en met 150 arbeiders : 4 effectieve afgevaardigden + 4 plaatsvervangende afgevaardigden; - 151 tot en met 200 arbeiders : 5 effectieve afgevaardigden + 5 plaatsvervangende afgevaardigden.
Voor de ondernemingen waar meer dan 200 arbeiders tewerkgesteld zijn, wordt een bijkomende effectieve en plaatsvervangende afgevaardigde aangewezen per begonnen schijf van 50 arbeiders.
De bepaling van het aantal in de onderneming tewerkgestelde arbeiders gebeurt, tot en met 31 december 2019, op basis van de inschrijving in het personeelsregister op 1 oktober van het jaar waarin om de oprichting van een vakbondsafvaardiging wordt verzocht.
Vanaf 1 januari 2020 gebeurt de bepaling van het aantal in de onderneming tewerkgestelde arbeiders op basis van de inschrijving in het personeelsregister op 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin om de oprichting van een vakbondsafvaardiging wordt verzocht. 1.2. Indien een ondertekenende werknemersorganisaties van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 5 gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 24 mei 1971 een vakbondsafvaardiging wenst op te richten in een onderneming met minstens 15 arbeiders en minder dan 50 arbeiders, dan dient ze de volgende procedure te volgen : - Zij zendt de Voorzitter van het paritair comité een aangetekende brief die vermeldt, dat zij in staat is om een afvaardiging op te richten in de onderneming waarvan zij de naam en het adres meedeelt; - Vanaf dit ogenblik geniet(en) de potentiële kandidaat-afgevaardigde(n) bescherming zoals bepaald in artikel 13 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, en dit tot op het moment dat de afgevaardigde(n) officieel worden aangesteld door de voorzitter van het paritair comité; - De voorzitter van het paritair comité begeeft zich, binnen een termijn van maximaal 30 dagen, naar de onderneming waar hij de werkgever ontmoet; - Door een geheime en anonieme stemming, stelt hij aldaar vast (en dit door alle stembiljetten die aan de werknemers werden overhandigd te verzamelen) of de aanvraag wel degelijk wordt ondersteund door de wil van minstens 25 pct. van de arbeiders; - Zodra de voorzitter van het paritaire comité de geldigheid van de aanvraag heeft vastgesteld, zal hij : - alle ondertekenende werknemersorganisaties van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 5, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 24 mei 1971, inlichten en hun het aantal beschikbare mandaten meedelen in het kader van de toepassing van artikel 6.1.1. van deze collectieve arbeidsovereenkomst; - hen uitnodigen om hun representativiteit aan te tonen op datum van de aanvraag tot oprichting van de syndicale afvaardiging en om de identiteit van hun eventuele kandidaat-afgevaardigde(n) mee te delen.
De syndicale organisaties richten hun antwoord aan de voorzitter van het paritair comité per aangetekend schrijven en binnen een termijn van maximaal 15 dagen; - De voorzitter van het paritair comité erkent daarop de officiële benoeming van de afgevaardigde(n), en dit middels een aangetekend schrijven dat aan de werkgever wordt gericht, alsook aan alle leden van het paritair comité. De bescherming, zoals omschreven in artikel 13, treedt vanaf dat ogenblik in werking.
Vóór deze officiële erkenning wordt de naam van de kandidaat-syndicale afgevaardigde(n) op geen enkel moment van de procedure bekendgemaakt, noch na deze procedure, indien deze niet leidt tot de benoeming van een van de kandidaten. 2. De plaatsvervangende afgevaardigden wonen de vergadering van de afvaardiging en de audiënties slechts bij in geval van afwezigheid of verhindering van de effectieve afgevaardigden, en in dezelfde verhouding.
Art. 7.Om het mandaat van afgevaardigde te kunnen uitoefenen moeten de leden van de arbeiders, aangesloten bij één der werknemersorganisaties, bedoeld bij artikel 3, aan volgende voorwaarden voldoen : 1. 18 jaar oud zijn op het ogenblik van de aanstelling;2. sedert tenminste zes maanden in de onderneming tewerkgesteld zijn. Het mandaat neemt in ieder geval een einde op schriftelijk verzoek van de werknemersorganisatie die de kandidatuur van de afgevaardigde heeft voorgedragen.
Indien het mandaat van een vakbondsafgevaardigde, om gelijk welke reden, een einde neemt tijdens de uitoefening van dit mandaat, heeft de werknemersorganisatie waartoe deze afgevaardigde behoort, het recht om de persoon aan te duiden die het mandaat zal voleindigen.
Art. 8.1. De aangestelde of verkozen afgevaardigden worden uitgekozen op grond van het gezag waarover zij bij de uitvoering van hun kiese opdrachten moeten beschikken en hun bevoegdheid welke een degelijke kennis van de onderneming en van de bedrijfstak omvat. De duur van de mandaten wordt op vier jaar bepaald. De mandaten kunnen worden hernieuwd. 2. De vakbondsafgevaardigden worden aangesteld door de in het paritair comité vertegenwoordigde werknemersorganisaties, hetzij op grond van het aantal van hun aangeslotenen, hetzij op grond van de stemresultaten van de verkiezingen in ondernemingsraad en/of het comité voor preventie en bescherming op het werk.Onderlinge regionale afspraken tussen werknemersorganisaties, blijven onverminderd van toepassing.
De mandaten worden hernieuwd naar aanleiding van de verkiezingen voor de ondernemingsraden en de comités voor preventie en bescherming op het werk. De werknemersorganisaties beschikken na deze verkiezingen over een periode van zes maanden om tot de hernieuwing over te gaan.
Kandidaat-vakbondsafgevaardigden genieten gedurende deze periode van zes maanden de bescherming, zoals omschreven in artikel 13 van deze overeenkomst.
Bij de vernieuwing van de mandaten van de afgevaardigden, zoals omschreven in voorgaande alinea, wordt het aantal beschikbare mandaten bepaald op basis van het aantal arbeiders ingeschreven in het personeelsregister van de onderneming op datum van 1 januari van het jaar waarin er verkiezingen voor het comité voor preventie en bescherming op het werk en/of de ondernemingsraad kunnen worden georganiseerd. 3. De werknemersorganisaties kunnen overeenkomen dat, voor de ondernemingen waar verkiezingen georganiseerd worden voor de comités voor preventie en bescherming op het werk, de aanstelling van de afgevaardigden wordt vervangen door verkiezingen. In deze gevallen worden verkiezingen georganiseerd binnen de ondernemingen, gelijktijdig met deze voor de comités voor preventie en bescherming op het werk, met dien verstande dat alle maatregelen om de vrijheid en het geheim van de stemming te verzekeren, moeten genomen zijn.
De verkiezingsprocedure en de verdeling van de mandaten worden geregeld overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 12 augustus 1994 betreffende de aanwijzing van de personeelsafgevaardigden in de comités voor preventie en bescherming op het werk, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 2 september 1994.
Art. 9.Alle arbeiders van de onderneming, kunnen stemmen, op voorwaarde dat zij : 1. de leeftijd van 16 jaar bereikt hebben;2. sedert tenminste drie maanden tewerkgesteld zijn in de onderneming. HOOFDSTUK IV. - Bevoegdheid van de vakbondsafvaardiging
Art. 10.De vakbondsafvaardiging wordt zo spoedig mogelijk ontvangen door de werkgever, rekening houdend met de omstandigheden, naar aanleiding van : 1. Elke vraag betreffende : - de arbeidsbetrekkingen; - de onderhandelingen met het oog op het sluiten van collectieve overeenkomsten of akkoorden in de schoot van de onderneming, zonder dat daarbij afbreuk wordt gedaan aan de collectieve overeenkomsten of akkoorden die op andere vlakken zijn gesloten; - de toepassing in de onderneming van de sociale wetgeving, van de collectieve arbeidsovereenkomsten, van het arbeidsreglement en van de individuele arbeidsovereenkomsten; - de toepassing van de loonschalen en van de classificatieregels; - de naleving van de algemene beginselen bepaald in deze collectieve arbeidsovereenkomst; 2. Elk geschil of elke betwisting van collectieve aard dat zich in de onderneming voordoet of wanneer dergelijke geschillen of betwistingen dreigen te ontstaan;3. Elk individueel geschil dat of elke individuele betwisting die niet kon worden opgelost na te zijn ingediend langs de gewone hiërarchische weg door de belanghebbende arbeider, op zijn verzoek bijgestaan door zijn vakbondsafgevaardigde;4. Elke beslissing die ingrijpende veranderingen voor de arbeidsorganisatie of de arbeidsovereenkomsten kan meebrengen. Bovendien is de vakbondsafvaardiging in ondernemingen met minder dan 50 werknemers, ook bevoegd voor de jaarlijkse toelichting van de economisch-financiële informatie, zoals omschreven in artikel 19bis van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de ondernemingsraden, gesloten in de Nationale Arbeidsraad van 27 februari 2008 ( koninklijk besluit van 5 juni 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/06/2008 pub. 18/06/2008 numac 2008012775 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9ter van 27 februari 2008, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van 9 maart 1972 houdende ordening van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten nationale akkoorden en collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de ondernemingsraden sluiten en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 18 juni 2008). HOOFDSTUK V. - Statuut van de leden van de vakbondsafvaardiging
Art. 11.Het mandaat van vakbondsafgevaardigde mag geen aanleiding geven tot enig nadeel voor diegene die het uitoefent. Dit betekent dat de afgevaardigden recht hebben op de normale promoties en bevorderingen van de categorie arbeiders waartoe zij behoren.
Art. 12.Faciliteiten De leden van de vakbondsafvaardiging kunnen gedurende het normaal werkrooster, over de nodige tijd en faciliteiten beschikken om de in deze collectieve arbeidsovereenkomst omschreven vakbondsopdrachten en activiteiten collectief of individueel uit te oefenen.
De uren die voor het uitvoeren van hun opdracht nodig zijn, worden in gemeenschappelijk overleg op het vlak van de onderneming bepaald, met een minimum van 2 uren per week per afgevaardigde. Deze uren worden bezoldigd op grond van het normaal gemiddelde loon van elke betrokkene.
De onderneming stelt een lokaal ter beschikking van de vakbondsafgevaardigden, ten einde hen toe te laten hun opdracht passend te vervullen.
Art. 13.Bescherming tegen afdanking § 1. Kandidaat-vakbondsafgevaardigden Kandidaat-vakbondsafgevaardigden mogen niet worden afgedankt om redenen die inherent zijn aan hun kandidatuurstelling.
Overeenkomstig de bepalingen van artikel 6.1.2. van deze collectieve arbeidsovereenkomst, neemt de bescherming van de kandidaat-vakbondsafgevaardigde een aanvang op datum van het versturen van het aangetekend schrijven aan de voorzitter van het paritair comité en eindigt bij de officiële aanduiding door de voorzitter van het paritair comité. § 2. Effectieve en plaatsvervangende leden De effectieve en plaatsvervangende leden van de vakbondsafvaardiging mogen niet worden afgedankt om redenen die eigen zijn aan de uitoefening van hun mandaat.
De werkgever die voornemens is een effectieve of plaatsvervangende vakbondsafgevaardigde om gelijk welke reden, met uitzondering van dringende redenen, af te danken, verwittigt voorafgaandelijk de vakbondsafvaardiging, evenals de vakbondsorganisatie die de kandidatuur van deze afgevaardigde heeft voorgedragen. Deze verwittiging gebeurt bij aangetekend schrijven en heeft uitwerking op de derde dag volgend op de datum van verzending.
De betrokken vakbondsorganisatie beschikt over een termijn van zeven dagen om mee te delen dat zij de geldigheid van de voorgenomen afdanking weigert te aanvaarden. Deze mededeling gebeurt bij aangetekend schrijven. De termijn van zeven dagen neemt een aanvang op de dag waarop het door de werkgever toegezonden schrijven uitwerking heeft.
Het uitblijven van reactie van de vakbondsorganisatie moet beschouwd worden als een aanvaarding van de geldigheid van de voorgenomen afdanking.
Indien de vakbondsorganisatie weigert de geldigheid van de voorgenomen afdanking te aanvaarden, legt de meest gerede partij het geval voor aan het verzoeningsbureau van het paritair comité. Gedurende deze periode, mag de maatregel tot afdanking niet worden uitgevoerd.
Indien het verzoeningsbureau tot geen eenparige beslissing is kunnen komen binnen dertig dagen na de aanvraag om bemiddeling, wordt de betwisting betreffende de geldigheid van de redenen die door de werkgever worden ingeroepen om de afdanking te verantwoorden aan de arbeidsrechtbank voorgelegd. § 3. Dringende reden In geval van afdanking van een effectieve of plaatsvervangende vakbondsafgevaardigde wegens dringende redenen moet de vakbondsorganisatie daarvan onmiddellijk op de hoogte worden gebracht. § 4. Forfaitaire vergoeding Een forfaitaire vergoeding is door de werkgever verschuldigd in navolgende gevallen : 1° Indien hij een kandidaat-vakbondsafgevaardigde, een effectieve of plaatsvervangende vakbondsafgevaardigde afdankt, zonder de in artikel 13, § 2 bepaalde procedure na te leven;2° Indien op het einde van deze procedure, de geldigheid van de redenen van afdanking, rekening houdend met de bepaling van artikel 13, § 2 door het verzoeningsbureau of door de arbeidsrechtbank niet wordt erkend;3° Indien de werkgever een kandidaat-vakbondsafgevaardigde, een effectieve of plaatsvervangende afgevaardigde heeft ontslagen wegens dringende redenen en de arbeidsrechtbank het ontslag ongegrond heeft verklaard;4° Indien de arbeidsovereenkomst werd beëindigd wegens zware fout van de werkgever die voor de kandidaat-vakbondsafgevaardigde, de effectieve of plaatsvervangende afgevaardigde een reden is tot onmiddellijke beëindiging van de overeenkomst. Deze forfaitaire vergoeding is gelijk aan de bruto bezoldiging van één jaar, onverminderd de toepassing van de artikelen 39 en 40 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten op de arbeidsovereenkomsten.
Art. 14.Interne en externe communicatie De vakbondsafvaardiging kan mondeling of schriftelijk overgaan tot alle mededelingen welke nuttig zijn voor het personeel, zonder dat zulks de organisatie van het werk mag verstoren. Deze mededelingen moeten van professionele of vakbondsaard zijn.
Op de arbeidsplaats en gedurende de werkuren kunnen voorlichtingsvergaderingen voor het personeel van de onderneming ingericht worden door de vakbondsafvaardiging. Deze vergaderingen kunnen slechts mits instemming van de werkgever doorgaan. Hij mag echter niet willekeurig zijn toestemming weigeren te geven.
Art. 15.Communicatiefaciliteiten Gezien de nieuwe technologische evoluties zullen binnen de ondernemingen de werkingsfaciliteiten (bijvoorbeeld computer, fax, internet) ter beschikking worden gesteld voor de verkozen werknemersafgevaardigden in de ondernemingsraad (OR) en het comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW) en voor de vakbondsafgevaardigden, onder volgende voorwaarden : - door de vakbondsorganisaties wordt een controlerecht voor de werkgever gewaarborgd op het gebruik en het misbruik ervan; - de faciliteiten moeten reeds aanwezig zijn in de ondernemingen. De bepaling in dit artikel mag geen bijzondere investering inhouden voor de onderneming; - de rechten en verplichtingen voor het gebruik van deze faciliteiten zijn dezelfde als voor de andere gebruikers in de onderneming; - de bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten op sector- en ondernemingsvlak inzake het statuut van de vakbondsafvaardiging en de wetgeving betreffende de ondernemingsraden en de comités voor preventie en bescherming op het werk blijven onverkort van toepassing.
Dit houdt onder andere in dat de mededelingen die via elektronische weg aan het personeel worden gericht vooraf aan de directie worden voorgelegd; - in paritair overleg zullen op ondernemingsvlak de gebruiksregels vooraf worden opgesteld.
Indien blijkt dat voormelde regeling tot misbruiken leidt, kan de meest gerede partij deze opnieuw bespreekbaar maken op het niveau van het paritair comité.
Art. 16.De vrijgestelden van de vakbondsorganisaties kunnen, na akkoord van de werkgever, de vergaderingen bijwonen die de afgevaardigden onderling beleggen binnen de omheining van de onderneming alsmede de vergaderingen die er door de afgevaardigden worden ingericht.
Art. 17.In geval van noodzaak, erkend door de vakbondsafvaardiging of door de werkgever, doen de partijen, na de andere partij vooraf te hebben verwittigd, beroep op de vrijgestelden van hun respectieve organisatie. In geval van blijvend meningsverschil, dienen zij eveneens een dringend verhaal in bij het verzoeningsbureau van het Paritair Comité voor het garagebedrijf. HOOFDSTUK VI. - Paritaire commissie "overleg"
Art. 18.Bij betwisting op ondernemingsvlak over de installatie en/of werking van de vakbondsafvaardiging, kunnen hetzij de werkgever, hetzij de werknemersvertegenwoordigers beroep doen op de paritaire commissie "overleg". Deze commissie bestaat uit techniekers van de sociale partners, verbonden aan het Paritair Comité voor het garagebedrijf.
Deze commissie onderzoekt ter plaatse het probleem en formuleert een voorstel aan beide partijen, teneinde zo snel mogelijk tot een oplossing te komen. HOOFDSTUK VII. - Vervanging van collectieve arbeidsovereenkomst
Art. 19.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 april 2014 inzake statuut van de vakbondsafvaardigingen, geregistreerd onder het nummer 122115/CO/112 en algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 april 2015 (Belgisch Staatsblad van 17 juni 2015) zoals gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 augustus 2014, geregistreerd onder het nummer 123569/CO/112 en algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 april 2015 (Belgisch Staatsblad van 17 juni 2015). HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen
Art. 20.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2019 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan door een van de partijen opgezegd worden mits een opzegging van zes maanden betekend bij een ter post aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het garagebedrijf.
Deze opzegging kan slechts ingaan ten vroegste vanaf 1 juli 2021.
De partij die het initiatief van de opzegging neemt, verbindt er zich toe de redenen van opzegging op te geven en tegelijkertijd amendementvoorstellen in te dienen welke binnen één maand na de ontvangst in de schoot van het paritair comité besproken worden.
Art. 21.Tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de duur van de opzegging inbegrepen, gaan de meest representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties de verbintenis aan niet hun toevlucht te nemen tot staking of lock-out zonder dat door hun tussenkomst een voorafgaande verzoening werd betracht en desnoods door een dringend beroep te doen op het paritair comité of het verzoeningsbureau ervan.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 september 2020.
De Minister van Werk, N. MUYLLE