27 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de banken, betreffende de koopkracht (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de banken;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de banken, betreffende de koopkracht.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 september 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de banken Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 1999 Koopkracht (Overeenkomst geregistreerd op 2 februari 2000 onder het nummer 53839/CO/310)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de banken ressorteren.

Art. 2.Voor deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "grote banken" verstaan : de banken die per 1 januari 1999 een tewerkstelling noteerden van meer dan 750 werknemers.

Art. 3.§ 1. In 1999 ontvangt elke voltijdse werknemer in de grootbanken een éénmalige premie van 18 000 BEF; in de andere banken zal de premie 9 000 BEF bedragen.

De ondernemingen beschikken over de mogelijkheid om op ondernemingsvlak een ander als gelijkwaardig beschouwd voordeel te bepalen.

Dit gebeurt na overleg met de ondernemingsraad, en, bij gebreke daaraan, met de vakbondsafvaardiging.

Van deze premies zal maximaal één derde worden aangerekend op de jaarlijkse verhoging van de premies en/of variabel loon gekoppeld aan de bedrijfsresultaten, voor zover deze verhoging groter is dan het aan te rekenen bedrag (1999 ten opzichte van referentiejaar 1998). § 2. Vanaf het jaar 2000 wordt aan elke voltijdse werknemer een jaarlijkse premie van 6 000 BEF uitbetaald en dit volgens modaliteiten vast te leggen in de ondernemingen samen met de vakbondsafvaardiging.

Deze premie zal worden aangerekend op de verhoging van de premies en/of variabel loon gekoppeld aan de bedrijfsresultaten waarbij hetzelfde referentiejaar (1998) in aanmerking wordt genomen als bij toepassing van § 1. § 3. Voor de deeltijdse werknemers zal de toekenning van de premies, bedoeld in § 1 en § 2, worden toegepast naar rata van hun arbeidsduur. § 4. Om recht te hebben op de premies moet de werknemer op het ogenblik van de uitbetaling tewerkgesteld zijn met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur, ofwel met een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur van minstens één jaar.

Bovendien moet de werknemer in het jaar van uitbetaling effectief arbeidsprestaties hebben geleverd.

Art. 4.Verhoging van de werkelijke lonen en van de loonschalen : - Op 1 januari 2000 worden de werkelijk uitbetaalde lonen verhoogd met 800 BEF per maand in de grote banken en met 450 BEF in de andere banken; - Op 1 oktober 2000 worden de werkelijk uitbetaalde lonen in alle banken verhoogd met 250 BEF per maand; - Op 1 juli 2001 worden de werkelijk uitbetaalde lonen in de andere dan de grote banken verhoogd met 350 BEF per maand.

Ook de sectorale loonschalen worden aangepast. Op de genoemde tijdstippen worden de hierboven vermelde bedragen toegevoegd bij de loonbedragen voor alle leeftijden van de loonschalen. Na deze toevoeging gebeurt de indexering samen met de barema's.

Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 9 december 1999.

Ze wordt gesloten voor onbepaalde duur en kan door een van de partijen worden opgezegd met inachtneming van een opzeggingstermijn van 3 maanden.

De opzegging wordt bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de banken.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 september 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX