Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 27 oktober 2000
gepubliceerd op 24 januari 2001

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de tandprothese, betreffende de aanwending van de bijdrage voor de risicogroepen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2000012773
pub.
24/01/2001
prom.
27/10/2000
ELI
eli/besluit/2000/10/27/2000012773/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

27 OKTOBER 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de tandprothese, betreffende de aanwending van de bijdrage voor de risicogroepen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, hoofdstuk II, afdeling IV;

Gelet op het koninklijk besluit van 27 januari 1997 houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid met toepassing van artikel 7, § 2 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de tandprothese;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de tandprothese, betreffende de aanwending van de bijdrage voor de risicogroepen.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 oktober 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 26 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 1 april 1999.

Koninklijk besluit van 27 janvier 1997, Belgisch Staatsblad van 13 februari 1997.

Bijlage Paritair Subcomité voor de tandprothese Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 1999 Aanwending van de bijdrage voor de risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 30 juli 1999 onder het nummer 51854/CO/305.03)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst strekt ertoe initiatieven te ontwikkelen ter bevordering van de vorming en de tewerkstelling van risicogroepen onder de werknemers in uitvoering van hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 27 januari 1997 houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid met toepassing van artikel 7, § 2 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen en in uitvoering van afdeling IV, hoofdstuk II van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en haar uitvoeringsbesluiten.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de tandprothese.

Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendenpersoneel.

Art. 3.Voor de periode van 1 januari 1999 tot en met 31 december 1999 zal elke werkgever een bijdrage ten belope van 0,40 pct. van de bruto loonmassa van het vierde trimester, zoals aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, storten aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

Het "Sociaal Fonds voor de dentaaltechniek", met sociale zetel, Wildebrake 70, in 9041 Oostakker, wordt gemachtigd om deze gelden, na invordering door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, in ontvangst te nemen.

Voor de eerste drie kwartalen van 1999 wordt derhalve geen bijdrage gestort. Voor werkgevers die slechts in de loop van de eerste drie trimesters van 1999 hun activiteit opstarten, zal het Paritair Subcomité voor de tandprothese van geval tot geval de berekeningswijze uitwerken.

Voor de periode van 1 januari 2000 tot en met 31 december 2000 zal elke werkgever een bijdrage ten belope van 0,10 pct. van de bruto loonmassa, zoals aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, storten aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

Art. 4.Deze bijdrage zal worden aangewend voor initiatieven ter bevordering van de vorming en tewerkstelling van de risicogroepen, zoals bepaald in artikel 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, alsook voor initiatieven die kaderen in het gelijke kansenbeleid.

Art. 5.Als risicogroepen worden beschouwd : - de laaggeschoolde werklozen en de langdurige werklozen, de gehandicapten, de deeltijds leerplichtigen, de herintreders, de bestaansminimumtrekkers en de laaggeschoolde werknemers, de werklozen van minstens 50 jaar oud die geconfronteerd worden met collectief ontslag, herstructurering of de introductie van nieuwe technologie zoals omschreven in artikel 173 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen en in artikel 1 van het koninklijk besluit van 12 april 1991; - alle werknemers, ongeacht hun opleidingsniveau, wiens functie bedreigd wordt zonder bijkomende vorming in de sector, met uitzondering van het kader- of vertrouwenspersoneel en met uitzondering van het universitair gevormd personeel.

Art. 6.Het "Sociaal Fonds voor de dentaaltechniek" wordt paritair beheerd conform de statuten van het fonds.

Art. 7.De raad van bestuur van het in artikel 3 genoemde sociaal fonds zal de nodige schikkingen treffen om de bijdragen, die geïnd worden door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, in ontvangst te nemen.

Art. 8.De raad van bestuur van het in artikel 3 genoemde sociaal fonds zal de nodige initiatieven ontwikkelen om deze bijdragen te besteden zoals voorzien in de artikelen 4 en 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2000.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 oktober 2000.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^