gepubliceerd op 24 juni 2003
Koninklijk besluit tot financiering van de inschakeling van werkzoekenden naar startbanen
27 MEI 2003. - Koninklijk besluit tot financiering van de inschakeling van werkzoekenden naar startbanen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 1 april 2003 houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de periode 2003-2004, inzonderheid op artikel 8;
Gelet op het Samenwerkingsakkoord van 31 augustus 2001 tussen de Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende het inschakelingsparcours van werkzoekenden naar de startbaanovereenkomst;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 28 maart 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 8 mei 2003;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het noodzakelijk is onverwijld de nodige maatregelen te treffen met betrekking tot de financiering van de instellingen belast met de uitvoering van het inschakelingsparcours in 2003 en in 2004;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet verstaan worden onder : 1° het Samenwerkingsakkoord : het Samenwerkingsakkoord van 31 augustus 2001 tussen de Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende het inschakelingsparcours van werkzoekenden naar de startbaanovereenkomst;2° het inschakelingsparcours : het inschakelingsparcours bedoeld in Titel I van het Samenwerkingsakkoord;3° de module : de modules bedoeld in artikel 8 van het Samenwerkingsakkoord;4° het Evaluatiecomité : het Comité bedoeld in artikel 15 van het Samenwerkingsakkoord;5° de wet : de wet van 1 april 2003 houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de periode 2003-2004;6° de Minister : de Minister van Werkgelegenheid;7° de bijdragen : de bijdragen bedoeld in artikel 8 van de wet;8° de openbare dienst belast met het toezicht en de opvolging : de Directie van de inschakeling in het arbeidsproces van de Administratie van de Werkgelegenheid van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg;9° de RVA : de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening;10° de VDAB : de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding;11° de FOREm : de "Office communautaire et régional de la Formation professionnelle et de l'Emploi";12° de BGDA : de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling;13° het IBFFP : het "Institut bruxellois francophone pour la formation professionnelle";14° het Arbeitsamt : het « Arbeitsamt der Deutschsprachigen Gemeinschaft.»
Art. 2.Dit besluit bepaalt de nadere regels voor de aanwending en de verdeling van de opbrengst van de bijdragen aan de openbare instellingen belast met de arbeidsbemiddeling en aan de openbare instellingen belast met de beroepsopleiding. HOOFDSTUK II. - Aanwending en verdeling van de financiële middelen Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Art. 3.De Minister verdeelt volgens de bijzondere regels voorzien in dit hoofdstuk, per kwartaal, de opbrengst van de bijdragen tussen de VDAB, de FOREm, de BGDA, het IBFFP en het Arbeitsamt.
De uitbetalingen komen op jaarbasis overeen met de volgende bedragen : - maximum euro 10.501.339,86 als kosten voor het inschakelingsparcours en kosten voor modules voor de VDAB; - maximum euro 10.223.699,12 als kosten voor het inschakelingsparcours en kosten voor modules voor de FOREM; - maximum euro 313.560,52 als kosten voor het inschakelingsparcours en kosten voor modules voor het Arbeitsamt; - maximum euro 2.097.179,22 als kosten voor het inschakelingsparcours voor de BGDA; - maximum euro 1.653.573,76 als kosten voor modules voor de IBFFP. Indien de opbrengst van de per kwartaal geïnde bijdragen lager is dan de bedragen die nodig zijn voor de per kwartaal overeengekomen uitbetalingen, worden de uitbetalingen proportioneel verminderd ten belope van het tekort. Het overblijvende saldo wordt toegevoegd aan de uitbetalingen van de volgende kwartalen.
Art. 4.§ 1. De Minister verdeelt volgens de bijzondere regels voorzien in dit hoofdstuk, per kwartaal, de middelen die bepaald zijn in artikel 7, § 2, van de wet en voorzien zijn voor de federale diensten belast met het toezicht, de opvolging en de omkadering van het inschakelingsparcours voor werklozen. § 2. De uitbetalingen komen op jaarbasis overeen met de volgende bedragen : - maximum euro 123.946,76 voor de openbare dienst belast met de controle en de opvolging van het inschakelingsparcours - maximum euro 3.842.000 voor de opvolgingskosten van het inschakelingsparcours van de RVA. Afdeling 2. - Kosten betreffende het inschakelingsparcours
Art. 5.§ 1. Aan de VDAB, de FOREm, de BGDA en het Arbeitsamt wordt een bedrag toegekend van euro 247,89 per jongere die : - hetzij een inschakelingsparcours gevolgd heeft die aanleiding gegeven heeft tot een evaluatie; - hetzij dit inschakelingsparcours onderbroken heeft; en na het overmaken van deze gegevens door de bevoegde gewestelijke dienst aan de openbare dienst belast met het toezicht en de opvolging. § 2. Het totaal toegekend jaarbedrag ligt per Gemeenschap en per Gewest binnen de grenzen van de begroting bedoeld in artikel 3. Afdeling 3. - Kosten betreffende de modules
Art. 6.§ 1. Aan de VDAB, de FOREm, de BGDA, het IBFFP en het Arbeitsamt wordt een bedrag toegekend van euro 6,2 per uur en per jongere die : - hetzij een module gevolgd heeft die al dan niet aanleiding gegeven heeft tot een tewerkstelling; - hetzij deze module onderbroken heeft; en na het overmaken van deze gegevens door de bevoegde gewestelijke dienst aan de openbare dienst belast met het toezicht en de opvolging. § 2. Het totaal toegekend jaarbedrag per jongere bedoeld in § 1 bedraagt euro 2478,94. § 3. Het totaal toegekend jaarbedrag per Gemeenschap en Gewest ligt binnen de grenzen van de begroting bedoeld in artikel 3. Afdeling 4. - Toewijzing van de budgettaire marges
Art. 7.Deze afdeling is van toepassing op de werkzoekenden bedoeld in artikel 16 van het Samenwerkingsakkoord.
Art. 8.§ 1. Indien er een budgettaire marge bestaat, binnen het kader van de verdeling voorzien in afdeling 2 van dit hoofdstuk, en indien alle jongeren, bedoeld in de afdelingen 2 en 3 van dit hoofdstuk, uitgenodigd werden te genieten van een inschakelingsparcours volgens de voorziene bepalingen, kunnen deze marges toegewezen worden aan de financiering van een inschakelingsparcours zoals voorzien in de artikelen 5 tot 7 van het Samenwerkingsakkoord. § 2. Aan de VDAB, aan de FOREm aan de BGDA en aan het Arbeitsamt wordt een bedrag toegekend van euro 247,89 per werkzoekende die : - hetzij een inschakelingsparcours gevolgd heeft die aanleiding gegeven heeft tot een evaluatie; - hetzij het inschakelingsparcours onderbroken heeft; en na het overmaken van deze gegevens door de bevoegde gewestelijke dienst aan de openbare dienst belast met het toezicht en de opvolging. § 3. Het totaal toegekend jaarbedrag per Gemeenschap en Gewest ligt binnen de grenzen van de begroting bedoeld in artikel 3 en dit na aftrek van het bedrag dat werd aangewend voor de acties voorzien in de afdelingen 2 en 3 van dit hoofdstuk, voor de instellingen bedoeld in § 2.
Art. 9.§ 1. Indien er budgettaire marges bestaan, binnen het kader van de verdeling voorzien in Hoofdstuk II, afdeling 2, en indien alle jongeren bedoeld in Hoofdstuk II, afdelingen 2 en 3, uitgenodigd werden te genieten van een inschakelingsparcours volgens de voorziene bepalingen, kunnen deze marges toegewezen worden aan de financiering van een module. § 2. Aan de VDAB, de FOREm, het IBFFP en het Arbeitsamt wordt een bedrag toegekend van euro 6,2 per uur en per werkzoekende die : - hetzij een module gevolgd heeft die al dan niet aanleiding gegeven heeft tot een tewerkstelling; - hetzij de module onderbroken heeft; en na het overmaken van deze gegevens door de bevoegde gewestelijke dienst aan de openbare dienst belast met het toezicht en de opvolging. § 3. Het totaal toegekend jaarbedrag per werkzoekende bedoeld in § 2 van dit besluit bedraagt euro 2478,94. § 4. Het totaal toegekend jaarbedrag per Gemeenschap en Gewest ligt binnen de grenzen van de begroting bedoeld in artikel 3 en dit na aftrek van het bedrag dat werd aangewend in het kader van de acties bedoeld in de afdelingen 2 en 3 van dit hoofdstuk, voor de instellingen bedoeld in § 2. HOOFDSTUK III. - Betaling Afdeling 1. - Algemeenheden
Art. 10.§ 1. De acties die verbonden zijn aan het inschakelingsparcours worden enkel betaald wanneer zij beëindigd zijn en beantwoorden aan de voorwaarden zoals vastgelegd in dit besluit. § 2. De acties die betrekking hebben op het maximum jaarbedrag dat voor elke instelling wordt voorzien in hoofdstuk II en die niet beëindigd zijn, moeten aangerekend worden op het maximumbedrag van het jaar waarin die acties zijn begonnen en voorzover zij beantwoorden aan de in dit besluit vastgelegde voorwaarden. Afdeling 2. - Driemaandelijkse betalingen
Art. 11.§ 1. De betalingen gebeuren door de openbare dienst belast met het toezicht en de opvolging van het inschakelingsparcours, op basis van een driemaandelijks dossier dat minstens samengesteld is uit de volgende verantwoordingsstukken en documenten : een volledige stand van zaken van de uitgaven die, voor het kwartaal in kwestie, de uitgaven weergeeft die gedaan werden in het kader van dit besluit voor de beëindigde acties : 1. voor het inschakelingsparcours : * degene die verwezenlijkt werden en die al dan niet geleid hebben tot een tewerkstelling; * degene die verbroken werden ten gevolge van een tewerkstelling; * degene die verbroken werden op vraag van de jongere; 2. voor de modules : * degene die verwezenlijkt werden en al dan niet geleid hebben tot een tewerkstelling; * degene die verbroken werden ten gevolge van een tewerkstelling; * degene die onderbroken werden op vraag van de jongere. § 2. Het dossier moet bij de Minister worden ingediend uiterlijk op de laatste kalenderdag van de maand volgend op het kwartaal in kwestie, overeenkomstig de bepalingen van dit besluit. § 3. De betalingen geschieden binnen de drie maanden die volgen op de ontvangst van het dossier zoals bedoeld in § 1. § 4. De openbare dienst belast met het toezicht en de opvolging kan indien nodig eveneens een kopie opvragen van de inschakelingsovereenkomst zoals bedoeld in artikel 5, 2°, van het Samenwerkingsakkoord. § 5. Elke overschrijding van de door dit artikel voorziene termijn van indiening van de verantwoordingsstukken zal aanleiding geven tot een minstens even grote overschrijding van de betalingstermijn.
Art. 12.§ 1. Vóór de uitbetaling dient het Evaluatiecomité het volgende overzicht goed te keuren : a) een stand van zaken betreffende de uitvoering van de gegevenstransfer inzake de weigering van werk, de weigering van het volgen van een module evenals de gevallen van onbeschikbaarheid voor de arbeidsmarkt;b) het aantal gerealiseerde inschakelingsparcours die aanleiding gegeven hebben tot een tewerkstelling en het aantal inschakelingsparcours dat werd onderbroken ingevolge tewerkstelling;c) het aantal modules die aanleiding gegeven hebben tot een tewerkstelling;d) het aantal inschakelingsparcours en het aantal modules die niet hebben geleid tot een tewerkstelling, op vraag van de jongere. § 2. Indien het Evaluatiecomité het overzicht, voorzien in § 1, niet heeft goedgekeurd, kan de Minister de bedragen voorzien in hoofdstuk II, afzonderlijk toekennen.
Art. 13.§ 1. De RVA maakt binnen de maand die volgt op het kwartaal waarop de uitgaven betrekking hebben, alle verantwoordingsstukken, inclusief schuldvorderingen inzake de verrichte uitgaven, over aan de Minister. De schuldvorderingen moeten eveneens vermelden dat de bedoelde uitgaven enkel betrekking hebben op supplementaire activiteiten die duidelijk verbonden zijn aan het inschakelingsparcours en die door geen enkele andere maatregel werden gefinancierd. § 2. De verantwoordingsstukken moeten bestaan uit : 1° voor de personeelskosten : per betrokken personeelslid, een kopie van de gedetailleerde loonstaat met opgave van het werkgeversaandeel van de sociale zekerheidsbijdragen, de tussenkomst van de werkgever in het woon-werkverkeer, opleidingskosten en eventuele andere kosten die voortvloeien uit de tewerkstelling van dat personeelslid;2° voor de werkingskosten : een gedetailleerd overzicht van de facturen, erelonen, ontvangstbewijzen en andere betalingsbewijzen. § 3. Elke overschrijding van de door dit artikel voorziene termijn van indiening van de verantwoordingsstukken zal aanleiding geven tot een minstens even grote overschrijding van de betalingstermijn. Afdeling 3. - Voorlopige stand van zaken
Art. 14.§ 1. Op het einde van het jaar delen alle in dit besluit bedoelde diensten een stand van zaken mee. § 2. Deze stand van zaken omvat voor elk kwartaal de uitgaven die in het kader van dit besluit gedaan werden voor wat betreft : - de werkelijk verschuldigde bedragen die betrekking hebben op beëindigde acties; - de bedragen met betrekking tot de lopende, niet-beëindigde acties die aangerekend moeten worden op de maximumbedragen, voorzien voor het jaar waarin die acties begonnen zijn. § 3. Vanaf het moment dat het bedrag voorzien in § 2 voor één van de instellingen zoals voorzien in dit besluit, het maximum voorziene jaarbedrag dat haar werd toegewezen overeenkomstig artikel 3, bereikt of overschrijdt, zijn de overtallige acties verbonden aan het inschakelingsparcours ten laste van die instelling. § 4. Wanneer vastgesteld wordt dat een instelling zoals voorzien in dit besluit het maximum toegewezen jaarbedrag heeft of zal bereiken, stelt de openbare dienst, belast met het toezicht en de opvolging van het inschakelingsparcours, haar hiervan op de hoogte. Afdeling 4. - Eindafrekening
Art. 15.§ 1. Ten laatste op het einde van het derde kwartaal van elk betrokken jaar wordt er overgegaan tot een eindafrekening. § 2. Voor deze eindafrekening zal elke instelling aan de openbare dienst belast met de controle en de opvolging van het inschakelingsparcours het volgende overmaken : een volledige stand van zaken van de uitgaven die per kwartaal de uitgaven weergeeft die in het kader van dit besluit voor de beëindigde acties werden gemaakt : 1. voor het inschakelingsparcours : * degene die verwezenlijkt werden en die al dan niet geleid hebben tot een tewerkstelling en betaald werden volgens de modaliteiten voorzien in artikel 5; * degene die verbroken werden ten gevolge van een tewerkstelling en betaald werden volgens de modaliteiten voorzien in artikel 5; * degene die verbroken werden op vraag van de jongere en betaald werden volgens de modaliteiten voorzien in artikel 5; 2. voor de modules : * degene die verwezenlijkt werden en al dan niet geleid hebben tot een tewerkstelling, en die betaald werden volgens de voorwaarden voorzien in artikel 6; * degene die verbroken werden ten gevolge van een tewerkstelling en die betaald werden volgens de voorwaarden voorzien in artikel 6; * degene die verbroken werden op vraag van de jongere en die betaald werden volgens de voorwaarden voorzien in artikel 6; 3. de verantwoordingsstukken voorzien in de artikelen 11 en 13 die betrekking hebben op de resterende bedragen voor de acties die werden beëindigd of beëindigd worden. § 3. Indien de instelling deze eindafrekening niet overmaakt binnen de in § 1 voorziene termijnen worden de rekeningen verondersteld afgesloten te zijn. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 16.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003.
Art. 17.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 mei 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 1 april 2003, Belgisch Staatsblad van 16 mei 2003 Samenwerkingsakkoord van 31 augustus 2001, Belgisch Staatsblad van 27 september 2001.