gepubliceerd op 12 oktober 1999
Koninklijk besluit waarbij de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen, gelegen op het grondgebied van de stad Kortrijk van algemeen nut wordt verklaard
27 MEI 1999. - Koninklijk besluit waarbij de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen, gelegen op het grondgebied van de stad Kortrijk van algemeen nut wordt verklaard
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 23 juli 1926 houdende oprichting van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, inzonderheid op artikel 1bis, vervangen door de wet van 21 maart 1991;
Gelet op de wet van 26 juli 1962 gewijzigd bij de wet van 7 juli 1978 betreffende de onteigeningen ten algemenen nutte en de concessies voor de bouw van de autosnelwegen, inzonderheid op artikel 5;
Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid op artikel 10, § 2, 2°;
Overwegende dat het talud van de lijn 75 Gent-Sint-Pieters, Moeskroen, omwille van afzakking en wegspoeling tussen km 40 732 en km 41 194, dringend dient hersteld te worden;
Overwegende dat de inbezitneming van de op het plan nr.
T3-0750-040.732 aangeduide percelen, gelegen op het grondgebied van de stad Kortrijk noodzakelijk is voor de uitvoering van hogervermelde werken;
Overwegende dat de onmiddellijke inbezitneming van de bedoelde percelen ten algemenen nutte derhalve onontbeerlijk is;
Op de voordracht van Onze minister van Vervoer, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het algemeen nut vordert voor de uitvoering van de werken, kaderend in het herstellen van het talud van de lijn 75 Gent-Sint-Pieters, Moeskroen tussen km 40 732 en km 41 194, de onmiddellijke inbezitneming van de percelen gelegen op het grondgebied van de stad Kortrijk en opgenomen in het plan nr. T3-0750-040.732, gevoegd bij dit besluit.
Art. 2.Bij gebrek aan afstand in der minne, worden de voor de werken benodigde en op voormeld plan aangewezen percelen ingenomen en bezet overeenkomstig de wet van 26 juli 1962 betreffende de onteigeningen ten algemenen nutte en de concessies voor de bouw van de autosnelwegen, inzonderheid artikel 5.
Art. 3.Onze Minister van Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 mei 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Vervoer, M. DAERDEN
Bijlage bij het koninklijk besluit van 27 mei 1999 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld