gepubliceerd op 17 oktober 1997
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1995, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende de eindejaarspremie F.E.E./R.T.D.
27 MEI 1997. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1995, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende de eindejaarspremie F.E.E./R.T.D. (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1995, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende de eindejaarspremie - F.E.E./R.T.D.
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 mei 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Bijlage Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1995 Eindejaarspremie - F.E.E./R.T.D. (Overeenkomst geregistreerd op 20 juli 1995 onder het nummer 38576/CO/149.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werklieden en de werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie en aangesloten zijn bij de Federatie van de Elektriciteit en de Elektronica (F.E.E.) of bij de Beroepsvereniging van de radio- en televisiedistributie (R.T.D.).
Art. 2.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "werklieden" verstaan, de werklieden en de werksters. HOOFDSTUK II. - Toekenningsmodaliteiten
Art. 3.Onverminderd de in de ondernemingen bestaande voordeliger toestanden, wordt een eindejaarspremie toegekend aan de in artikel 1 bedoelde werklieden die op 30 november van het refertejaar sedert ten minste drie maanden in het personeelsregister van de onderneming ingeschreven zijn.
Art. 4.Deze eindejaarspremie wordt op 8,33 pct. van het jaarlijks brutoloon vastgesteld.
Art. 5.§ 1. Het jaarlijkse brutoloon wordt verhoogd met het normale dagloon overeenkomend met de dagen afwezigheid gelijkgesteld met effectief gewerkte dagen, ten belope van 150 dagen per jaar en voor zover de belanghebbende in het refertejaar minstens zes maanden arbeidsprestaties heeft verricht. § 2. Onder gelijkgestelde dagen wordt verstaan de dagen van arbeidsonderbreking ingevolge ziekte, arbeidsongeval, bevallingsrust, tijdelijke werkloosheid, militaire dienst of palliatief verlof. § 3. Het in aanmerking te nemen normaal dagloon wordt bekomen door het loon betaald gedurende de referteperiode te delen door het aantal betaalde dagen in de loop van dezelfde periode.
Art. 6.Het bedrag van de eindejaarspremie kan, naar rata van F 100 per niet verantwoorde afwezigheidsdag, verminderd worden, met maximum F 1 000.
Art. 7.§ 1. De gepensioneerde werklieden en de rechthebbenden van een overleden werkman, genieten de integrale premie voor het beschouwde jaar. § 2. Het in aanmerking te nemen loon is dit van de laatste twaalf maanden van de loopbaan van de werkman. § 3. Onder rechthebbende wordt verstaan de fysische persoon die de begrafeniskosten gedragen heeft.
Art. 8.De werklieden die de onderneming vrijwillige verlaten of die voor een dringende reden ontslagen worden, verliezen het recht op de premie.
Art. 9.De werklieden die met brugpensioen gaan, en de werklieden die gedurende de referteperiode ontslagen worden om gelijk welke andere reden dan de dringende reden, genieten de premie naar rata van de geleverde prestaties gedurende de voornoemde periode.
De werklieden waarvan het contract beëindigd wordt wegens redenen van overmacht, genieten op het ogenblik dat zij de onderneming verlaten, de premie naar rata van de geleverde prestaties gedurende het betreffende jaar.
De werklieden met een contract van bepaalde duur van minstens drie maanden hebben recht op een eindejaarspremie naar rata van de geleverde prestaties binnen de referteperiode.
Art. 10.De eindejaarspremie wordt betaald bij de uitbetaling het dichtst bij 15 december van ieder beschouwde jaar.
Art. 11.Voor de toepassing van de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst dient onder referteperiode te worden verstaan, de periode van twaalf maanden die 30 november van het beschouwde jaar voorafgaat. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1995 en geldt voor een onbepaalde tijd.
Zij kan door één van de partijen na 31 december 1996, worden opgezegd met een opzegging van drie maanden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie.
Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 23 september 1987, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie - F.E.E. en R.T.D., algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 13 december 1988 (Belgisch Staatsblad 4 januari 1989).
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 mei 1997.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld