gepubliceerd op 30 maart 2007
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 december 1998 betreffende het verkrijgen van vaarbewijzen voor het besturen van binnenvaartuigen bestemd voor het goederen- en personenvervoer
27 MAART 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 december 1998 betreffende het verkrijgen van vaarbewijzen voor het besturen van binnenvaartuigen bestemd voor het goederen- en personenvervoer
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 21 mei 1991 betreffende het invoeren van een stuurbrevet voor het bevaren van de scheepvaartwegen van het Rijk;
Gelet op het koninklijk besluit van 23 december 1998 betreffende het verkrijgen van vaarbewijzen voor het besturen van binnenvaartuigen bestemd voor het goederen- en personenvervoer;
Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit zijn betrokken;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 januari 2007;
Gelet op het advies nr 42.194/4 van de Raad van State gegeven op 26 februari 2007 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijzigings- en opheffingsbepalingen
Artikel 1.§ 1. In het koninklijk besluit van 23 december 1998 betreffende het verkrijgen van vaarbewijzen voor het besturen van binnenvaartuigen bestemd voor het goederen- en personenvervoer wordt in de plaats van artikel 1, dat artikel 1bis wordt, een nieuw artikel 1 ingevoegd, luidende : «
Artikel 1.Dit besluit strekt tot de omzetting van de richtlijn 91/672 /EEG van de Raad van 16 december 1991 inzake de wederzijdse erkenning van de nationale vaarbewijzen voor het besturen van schepen in het goederen- en personenvervoer over de binnenwateren en van de richtlijn 96/50/EG van de Raad van 23 juli 1996 betreffende de harmonisatie van de voorwaarden voor de afgifte van nationale vaarbewijzen voor binnenvaartuigen welke bij het goederen- en personenvervoer in de Gemeenschap gebruikt worden. » § 2. Artikel 1bis, 3°, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « 3° "het Bestuur" : het Directoraat-generaal Vervoer te Land »
Art. 2.In artikel 4 § 2 van hetzelfde besluit wordt de letter "A" ingevoegd tussen de woorden "bijlage 2" en "van dit besluit aangegeven model".
Art. 3.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de woorden de "Dienst voor Regeling der Binnenvaart" vervangen door de woorden "het Bestuur".
Art. 4.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt : « 3° een medische verklaring bijvoegen die niet ouder dan 3 maanden mag zijn volgens het in bijlage 3 B aangegeven model » b) er wordt een 4° ingevoegd luidende : « 4° de stukken bijvoegen die moeten aantonen dat de diensttijd vereist overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk 2, afdeling 4, is volbracht.»
Art. 5.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 6.Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 8.Om de in artikel 6, 3°, bedoelde medische verklaring te verkrijgen dient de aanvrager zich te onderwerpen aan een geneeskundig onderzoek in een door hem gekozen medisch centrum van het Bestuur van Medische Expertise. »
Art. 7.In artikel 9 van hetzelfde besluit wordt in het tweede lid de letter "A" ingevoegd tussen de woorden "bijlage 3" en "bij dit besluit".
Art. 8.Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 10.Het Bestuur van de Medische Expertise spreekt zich uit over de lichamelijke en geestelijke geschiktheid van de aanvrager en levert de medische verklaring volgens het in bijlage 3 B aangegeven model, af. »
Art. 9.In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in §§ 1 en 2 worden de woorden "de Sociaal-medische Rijksdienst" en de woorden "de Rijksdienst" vervangen door de woorden "het Bestuur van Medische Expertise";b) in § 2, derde en zesde lid, vervallen de woorden "en zendt een afschrift ervan naar de Dienst voor Regeling der Binnenvaart".
Art. 10.In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de woorden "de Sociaal-medische Rijksdienst" vervangen door de woorden "het Bestuur van Medische Expertise".
Art. 11.Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met volgend lid : « Voor de tijd gelegen tussen het slagen voor het examen en de afgifte van het vaarbewijs volgens het in bijlage 2 A aangegeven model verstrekt de Minister of zijn gemachtigde een voorlopig vaarbewijs volgens het in bijlage 2 B aangegeven model. »
Art. 12.Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 14.De Centrale Examencommissie, opgericht bij koninklijk besluit van 27 maart 2007 houdende de organisatie van de examens en de vaststelling van de retributies voor de bekwaamheidsbewijzen in Rijn- en binnenvaart, is belast met de organisatie van de examens over de vakkennis met het oog op het behalen van de in artikel 3 bedoelde vaarbewijzen A en B. De examens verlopen volgens de modaliteiten bepaald in hetzelfde besluit van 27 maart 2007. »
Art. 13.De artikelen 15, 16, 17, 18, 19, 22, 23, 24 laatste zin en 26 van hetzelfde besluit worden opgeheven.
Art. 14.Artikel 31 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Art.31. Het dienstboekje en de stukken die aantonen dat de diensttijd overeenkomstig artikel 28 kan worden verminderd, worden gevalideerd door het Bestuur. »
Art. 15.Artikel 33 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 33.Indien de diensttijd voldoende vaststaat wordt de aanvrager uitgenodigd voor het examen.
Indien de diensttijd onvoldoende vaststaat brengt het Bestuur dit ter kennis van de aanvrager binnen zestig dagen na de indiening van de stukken die moeten aantonen dat de vereiste diensttijd is volbracht. »
Art. 16.Artikel 35 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 35.Het Beroepscomité bestaat uit : 1° een voorzitter, ambtenaar van het Bestuur van minstens klasse A3;2° twee afgevaardigden van het Bestuur;3° twee afgevaardigden van de werkgeversorganisaties die in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart vertegenwoordigd zijn;4° twee afgevaardigden van de werknemersorganisaties die in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart vertegenwoordigd zijn. Voor ieder werkend lid wordt ten minste een plaatsvervangend lid aangewezen.
De werkende en de plaatsvervangende leden worden door de Minister benoemd voor een duur van drie jaar. Hun opdracht kan verlengd worden. »
Art. 17.In artikel 39 van hetzelfde besluit wordt het vierde lid opgeheven.
Art. 18.Artikel 40 § 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « § 2. De aantekening dat de schipper bevoegd is tot het besturen van een schip met radar wordt door de minister of zijn gemachtigde op het vaarbewijs van de aanvrager aangebracht op voorlegging van zijn radardiploma voor de Rijn afgegeven bij toepassing van het reglement betreffende het verlenen van radardiploma's voor de Rijn, overeenkomstig de bepalingen van de Herziene Rijnvaartakte. »
Art. 19.In artikel 42 van hetzelfde besluit worden de woorden "de Dienst voor Regeling der Binnenvaart" vervangen door de woorden "het Bestuur".
Art. 20.Artikel 43 laatste lid van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Het examen over hoofdstuk B van bijlage 4 wordt georganiseerd door de Centrale Examencommissie opgericht bij koninklijk besluit van 27 maart 2007 houdende de organisatie van de examens en de vaststelling van de retributies voor de bekwaamheidsbewijzen in Rijn- en binnenvaart.
Het examen verloopt volgens de modaliteiten bepaald in hetzelfde koninklijk besluit van 27 maart 2007. »
Art. 21.Artikel 44 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 22.Artikel 45, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Hij richt zich hiertoe tot een door hem gekozen medisch centrum van het Bestuur van Medische Expertise. »
Art. 23.Artikel 46 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 24.Bijlage 2 van hetzelfde besluit, waarvan de bestaande tekst bijlage 2 A zal vormen wordt aangevuld met bijlage 2 B zoals gevoegd in bijlage 1 bij dit besluit.
Art. 25.Bijlage 3 van hetzelfde besluit, waarvan de bestaande tekst bijlage 3 A zal vormen wordt aangevuld met bijlage 3 B zoals gevoegd in bijlage 2 bij dit besluit.
In bijlage 3 A, punt I, 5, wordt het cijfer "20" vervangen door het cijfer "14".
Art. 26.Het model bepaald in bijlage 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen door het model zoals gevoegd in bijlage 3 bij dit besluit. HOOFDSTUK II. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 27.De radarbrevetten afgegeven overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 15 oktober 1993 tot instelling van een radarbrevet en tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 april 1988 betreffende het brevet van schipper te baggervaart en van het brevet van stuurman voor de baggervaart die zijn verkregen voor de inwerkingtreding van dit besluit blijven tot 31 december 2014 geldig voor de aantekening op het vaarbewijs dat de schipper bevoegd is tot het besturen van een schip met radar.
Art. 28.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 15 maart 2007.
Art. 29.Onze Minister bevoegd voor het Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 maart 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 27 maart 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 27 maart 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 27 maart 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT