Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 27 juni 2000
gepubliceerd op 03 oktober 2000

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen, betreffende de herwaardering van de lonen in de beschutte werkplaatsen, erkend door de Vlaamse Gemeenschap

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2000012527
pub.
03/10/2000
prom.
27/06/2000
ELI
eli/besluit/2000/06/27/2000012527/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

27 JUNI 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen, betreffende de herwaardering van de lonen in de beschutte werkplaatsen, erkend door de Vlaamse Gemeenschap (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen, betreffende de herwaardering van de lonen in de beschutte werkplaatsen, erkend door de Vlaamse Gemeenschap.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 juni 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 1997 Herwaardering van de lonen in de beschutte werkplaatsen, erkend door de Vlaamse Gemeenschap (Overeenkomst geregistreerd op 18 november 1997 onder het nummer 45987/CO/327) Voorafbepalingen : Gelet op de nieuwe subsidieregeling vanuit de Vlaamse Gemeenschap, welke een overgansregeling is, en vooraleer er een evaluatie van deze regeling gebeurt binnen het Vlaams Fonds zijn de partijen het eens om een overgangssysteem van onderhandelen toe te passen.

Zij verbinden er zich toe om gezamenlijk stappen te ondernemen bij de Vlaamse overheid om zo spoedig mogelijk dit subsidiëringssysteem aan te passen.

De partijen aanvaarden het principe dat de netto opbrengst van de verhoging van de subsidies integraal ten goede moet komen aan de werknemers, erkend door het Vlaams Fonds, tewerkgesteld in de beschutte werkplaatsen. HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen die erkend zijn door het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap, en op de werknemers met een handicap die zij tewerkstellen.

Met werknemers worden zowel de mannelijke als de vrouwelijke werknemers bedoeld. HOOFDSTUK II. - Juridisch kader

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in overeenstemming met de bepalingen van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités.

Art. 3.Er wordt rekening gehouden met de toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 19 december 1996 houdende subsidieregeling van het loon en van de sociale lasten van de werknemers in de beschutte werkplaatsen die erkend zijn door het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap.

Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is in overeenstemming met de bepalingen van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen en in het bijzonder met de bepalingen van het koninklijk besluit van 20 december 1996. HOOFDSTUK III. - Herwaardering van de lonen

Art. 5.In de ondernemingen die ingevolge artikel 3, § 1, zevende lid, van hogergenoemd besluit van de Vlaamse Regering geen aanvullende subsidie krijgen, worden per 1 april 1997 alle op 31 maart 1997 geldende brutolonen van de werknemers met een handicap verhoogd met een bedrag gelijk aan 3,16 F, evenals de baremalonen 4 en 5, die daardoor op 209,60 F gebracht worden.

Art. 6.In de ondernemingen die ingevolge artikel 3, § 1, zevende lid van hogergenoemd besluit van de Vlaamse Regering een aanvullende subsidie krijgen, worden de brutolonen - evenals de baremalonen 4 en 5 - van de werknemers met een handicap, welke op 30 juni 1997 lager zijn dan 209,60 F op 1 juli 1997 verhoogd tot 209,60 F.

Art. 7.De werkgevers gaan akkoord om over de herwaardering van de lonen van de werknemers, tewerkgesteld in de ondernemingen bedoeld onder artikel 6 van deze overeenkomst, en welke op 1 juli 1997 geen verhoging ontvangen hebben, onderhandelingen te voeren op provinciaal, of bij ontstentenis op lokaal vlak, met de gewestelijke vakbondssecretarissen, en dit uiterlijk tot 1 oktober 1997. Zij dienen hierover verslag uit te brengen aan de voorzitter van het Paritair Comité van de beschutte werkplaatsen. De eventuele afgesloten collectieve arbeidsovereenkomsten dienen hem overgemaakt te worden.

Art. 8.De voorzitter van het paritair comité dient de afgesloten collectieve arbeidsovereenkomsten ter informatie voor te leggen aan de Vlaamse werkgroep opgericht in de schoot van het paritair comité.

Art. 9.De artikelen 5 en 6 zijn niet van toepassing op de werknemers met een handicap, erkend door het Vlaams Fonds, die beschikken over dezelfde baremieke of geldelijke voorwaarden die minstens evenwaardig zijn aan deze van de niet gehandicapte werknemers in de onderneming. HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor bepaalde duur. Zij treedt in werking op 1 januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31 maart 1998.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 juni 2000.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^