gepubliceerd op 29 januari 2008
Koninklijk besluit betreffende praalwagens
27 JANUARI 2008. - Koninklijk besluit betreffende praalwagens
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat ik de eer heb aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, stelt praalwagens voor folkloristische manifestaties vrij van de inschrijving van voertuigen, sommige bepalingen van het technisch reglement en van de wegcode. En dit op voorwaarde dat de bestuurder niet sneller rijdt dan 25 km/u.
Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de verzuchtingen van ondermeer de carnavalsverenigingen.
De vrijstellingen gelden voor voertuigen die uitsluitend bestemd zijn voor folkloristische manifestaties en slechts bij uitzondering op de openbare weg komen ofwel ter gelegenheid van een door de gemeente toegelaten folkloristische manifestatie, of op de weg er naar toe ofwel voor proefritten met het oog op die manifestatie, en voor zover zij niet meer dan 25 km/u rijden en zij voldoen aan de voorschriften van de gemeentelijke machtiging.
Onder de weg er naartoe wordt verstaan : de weg heen en terug tussen de vaste standplaats van het voertuig en de plaats van de folkloristische manifestatie.
Het kan hier eveneens gaan om gemeenteoverschrijdende trajecten.
Ten eerste worden de wagens vrijgesteld van een aantal bepalingen van het technisch reglement. Ze zijn onder meer vrijgesteld van het gelijkvormigheidsattest en van de technische keuring. Deze vrijstelling wordt ingevoegd in het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen.
Ten tweede worden de wagens vrijgesteld van inschrijving. Hiertoe wordt het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen aangepast.
Ten derde worden de wagens vrijgesteld van sommige bepalingen van de wegcode. Het betreft bepalingen die betrekking hebben op : - het gebruik van de lichten voor motorvoertuigen; - de maximumafmetingen van de lading; - de vergunningsreglementering inzake uitzonderlijk vervoer; - het aantal aanhangwagens dat een voertuig mag trekken; - bepaalde technische voorschriften voor motorvoertuigen en hun aanhangwagens.
Overdag gelden geen verplichtingen inzake het gebruik van lichten.
Wanneer de voertuigen tussen zonsondergang en zonsopgang naar de plaats van de manifestatie rijden of terugkeren van de plaats van de manifestatie, dan moeten ze vooraan een wit en achteraan een rood licht gebruiken. Binnen het door de gemeente afgebakend traject van de manifestatie zelf hoeven ze geen lichten te gebruiken.
Ten slotte wordt ook het koninklijk besluit betreffende het rijbewijs aangepast : Voor het besturen van folkloristische motorvoertuigen volstaat een rijbewijs B of G. Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar.
De Minister van Mobiliteit, Y. LETERME
27 JANUARI 2008. - Koninklijk besluit betreffende praalwagens ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, inzonderheid op artikel 1, eerste lid;
Gelet op de wet van 21 juni 1985 betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen, inzonderheid op artikel 1, § 1, eerste lid, gewijzigd bij de wetten van 18 juli 1990 en 27 november 1996;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, inzonderheid op artikel 2, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 januari 1989, 22 mei 1989, 15 december 1998 en 17 maart 2003;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, inzonderheid op artikel 30.3, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 mei 1982 en 13 februari 2007;
Gelet op het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, inzonderheid op artikel 20, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 1 september 2006 en 28 december 2006;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op het advies van de Raadgevende Commissie Administratie-Nijverheid, gegeven op 18 januari 2008;
Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn;
Gelet op het advies nr. 43.898/4 van de Raad van State, gegeven op 19 december 2007 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 januari 1989, 22 mei 1989, 15 december 1998 en 17 maart 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° een punt 12 wordt in § 2 toegevoegd luidend als volgt : « 12.De zelfrijdende voertuigen gebruikt als praalwagen en de voertuigen die een praalaanhangwagen trekken en slechts bij uitzondering op de openbare weg komen ter gelegenheid van behoorlijk toegelaten folkloristische manifestaties, ofwel voor proefritten met het oog op die manifestaties, ofwel om zich naar die manifestaties te begeven, met een snelheid van ten hoogste 25 km per uur, en zij voldoen aan de voorschriften van de gemeentelijke machtiging.
Deze zijn slechts onderworpen aan de bepalingen van artikel 44, 45, 54 en 70 van dit besluit. » 2° een § 3ter wordt ingevoegd luidend als volgt : « § 3ter.Zijn niet onderworpen aan de voorschriften van onderhavig algemeen reglement : de praalaanhangwagens die slechts bij uitzondering op de openbare weg komen ter gelegenheid van behoorlijk toegelaten folkloristische manifestaties, ofwel voor proefritten met het oog op die manifestaties, ofwel om zich naar die manifestaties te begeven, met een snelheid van ten hoogste 25 km per uur, en zij voldoen aan de voorschriften van de gemeentelijke machtiging. »
Art. 2.Artikel 30.3 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 mei 1982 en 13 februari 2007, wordt aangevuld als volgt : « 7° voertuigen die uitsluitend bestemd zijn voor folkloristische manifestaties en slechts bij uitzondering op de openbare weg komen ofwel ter gelegenheid van een door de gemeente toegelaten folkloristische manifestatie, of op de weg er naartoe ofwel voor proefritten met het oog op die manifestatie, en voor zover zij niet meer dan 25 km per uur rijden : - vooraan, een wit of geel licht; - achteraan een rood licht; - de omtreklichten bedoeld in artikel 30.4 indien het voertuig meer dan 2,5 meter breed is.
Deze bepaling geldt evenwel niet binnen het door de gemeente afgebakende traject van de manifestatie. »
Art. 3.Een artikel 56bis, luidend als volgt, wordt ingevoegd in hetzelfde besluit : «
Art. 56bis.Folkloristische voertuigen De artikelen 46, 48, 49.1, 59.6, 81.1.1, 81.1.2, 81.4.1, 81.4.2, 81.4.3 en 81.6 van dit besluit zijn niet van toepassing op voertuigen die uitsluitend bestemd zijn voor folkloristische manifestaties en slechts bij uitzondering op de openbare weg komen ofwel ter gelegenheid van een door de gemeente toegelaten folkloristische manifestatie, of op de weg er naartoe ofwel voor proefritten met het oog op die manifestatie, en voor zover zij niet meer dan 25 km per uur rijden. »
Art. 4.Artikel 20 van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, wordt aangevuld met een § 4, luidende : « § 4. Voor het besturen van motorvoertuigen en hun aanhangwagens die uitsluitend gebruikt worden voor folkloristische manifestaties, en slechts bij uitzondering op de openbare weg komen ofwel ter gelegenheid van door de gemeente toegelaten folkloristische manifestaties, of de weg er naartoe ofwel voor proefritten met het oog op die manifestaties, volstaat het rijbewijs geldig verklaard voor categorie B of G en dit ongeacht de massa van het voertuig of het aantal zitplaatsen, en dit voor zover zij niet meer dan 25 km per uur rijden. »
Art. 5.Artikel 2, § 2, 7°, van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen wordt vervangen als volgt : « 7° de voertuigen en hun aanhangwagens die uitsluitend gebruikt worden voor folkloristische manifestaties, en slechts bij uitzondering op de openbare weg komen ofwel ter gelegenheid van door de gemeente toegelaten folkloristische manifestaties,of op de weg er naar toe ofwel voor proefritten met het oog op die manifestaties; ».
Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 7.De Minister bevoegd voor Wegverkeer is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 januari 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, Y. LETERME