gepubliceerd op 10 februari 2006
Koninklijk besluit houdende afschaffing van sommige organen met betrekking tot de werking van de Programmatorische Federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid en van de federale wetenschappelijke instellingen die eronder ressorteren
27 JANUARI 2006. - Koninklijk besluit houdende afschaffing van sommige organen met betrekking tot de werking van de Programmatorische Federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid en van de federale wetenschappelijke instellingen die eronder ressorteren
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 april 1988 houdende oprichting van een Gemeenschappelijke Wetenschappelijke Raad van de Wetenschappelijke instellingen van de Staat die ressorteren onder beide Ministers van Onderwijs;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 oktober 1996 tot oprichting van een College der hoofden van de Federale wetenschappelijke instellingen die onderworpen zijn aan het gezag van de Minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 juli 1998 en 22 maart 2001;
Gelet op het koninklijk besluit van 12 december 2002 houdende oprichting van de Programmatorische Federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid, inzonderheid op artikel 4, vervangen bij het koninklijk besluit van 22 april 2005;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 mei 2003 houdende de voorlopige verdeling van de bevoegdheden en de functies van de Secretaris-generaal van de Federale Diensten voor Wetenschappelijke, Technische en Culturele Aangelegenheden tussen de Voorzitter van de POD Wetenschapsbeleid en de Secretaris-generaal van de Federale Diensten voor Wetenschappelijke, Technische en Culturele Aangelegenheden;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 april 2005 tot oprichting van de stafdiensten van de Programmatorische Federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op het ministerieel besluit van 3 maart 1988 tot regeling van de overdracht van bevoegdheid aan de opperambtenaren van het Bestuur voor de gemeenschapsaangelegenheden en de gemeenschappelijke inrichtingen van de Staat;
Gelet op het ministerieel besluit van 13 april 1988 betreffende de werking van de Gemeenschappelijke Wetenschappelijke Raad;
Overwegende dat, als gevolg van de oprichting van de managementfuncties in de federale wetenschappelijke instellingen bij koninklijk besluit van 22 januari 2003, de algemeen directeurs niet langer meer aangewezen worden op voordracht van de Gemeenschappelijke Wetenschappelijke Raad van de instellingen opgericht bij voornoemd koninklijk besluit van 7 april 1998;
Overwegende dat dat zijn enige opdracht was en hij bijgevolg afgeschaft kan worden;
Overwegende dat de algemeen directeurs van de wetenschappelijke instellingen voortaan lid zijn van het Directiecomité van de POD Wetenschapsbeleid en dat bijgevolg een College der instellingshoofden geen reden van bestaan meer heeft en dientengevolge eveneens afgeschaft kan worden;
Overwegende dat voornoemd koninklijk besluit van 16 mei 2003 opgeheven moet worden, rekening houdende met de inwerkingtreding van artikel 2 van het al genoemde koninklijk besluit van 22 april 2005, Gelet op het advies van het Directiecomité van de POD Wetenschapsbeleid, gegeven op 7 oktober 2005;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 oktober 2005;
Op de voordracht van Onze Minister van Wetenschapsbeleid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het koninklijk besluit van 7 april 1988 houdende oprichting van een Gemeenschappelijke Wetenschappelijke Raad van de Wetenschappelijke instellingen van de Staat die ressorteren onder beide Ministers van Onderwijs, wordt opgeheven.
Art. 2.Het koninklijk besluit van 7 oktober 1996 tot oprichting van een College der hoofden van de federale wetenschappelijke instellingen die onderworpen zijn aan het gezag van de Minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 juli 1998 en 22 maart 2001, wordt opgeheven.
Art. 3.Het koninklijk besluit van 16 mei 2003 houdende de voorlopige verdeling van de bevoegdheden en de functies van de Secretaris-generaal van de Federale Diensten voor Wetenschappelijke, Technische en Culturele Aangelegenheden tussen de Voorzitter van de POD Wetenschapsbeleid en de Secretaris-generaal van de Federale Diensten voor Wetenschappelijke, Technische en Culturele Aangelegenheden, wordt opgeheven.
Art. 4.Het ministerieel besluit van 3 maart 1988 tot regeling van de overdracht van bevoegdheid aan de opperambtenaren van het Bestuur voor de gemeenschapsaangelegenheden en de gemeenschappelijke inrichtingen van de Staat, wordt opgeheven.
Art. 5.Het ministerieel besluit van 13 april 1988 betreffende de werking van de Gemeenschappelijke Wetenschappelijke Raad, wordt opgeheven.
Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van artikel 3 dat uitwerking heeft met ingang van 12 mei 2005.
Art. 7.Onze Minister van Wetenschapsbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 januari 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Wetenschapsbeleid, M. VERWILGHEN