gepubliceerd op 13 april 2004
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de zeevisserij, betreffende de sociale programmatie 2001-2002 voor de pakhuizen
27 JANUARI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de zeevisserij, betreffende de sociale programmatie 2001-2002 voor de pakhuizen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de zeevisserij;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de zeevisserij, betreffende de sociale programmatie 2001-2002 voor de pakhuizen.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 januari 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de zeevisserij Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 2001 Sociale programmatie 2001-2002 voor de pakhuizen (Overeenkomst geregistreerd op 15 januari 2002 onder het nummer 60569/CO/143)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de zeevisserij en gekend zijn onder het kengetal 086.
Art. 2.De totale sectorale verhoging van de loonkost mag in de periode tussen 1 januari 2001 en 31 december 2002 niet meer dat 6,4 pct. bedragen van de loonkost op 31 december 2000.
Art. 3.Het indexsysteem dat geldt voor de erkende vissorteerders wordt eveneens toegepast op de lonen van de werklieden tewerkgesteld in de sector met Rijksdienst voor Sociale Zekerheid-kengetal 086 (pakhuizen).
Art. 4.Voor alle gepresteerde uren tussen 22 uur en 6 uur wordt een toeslag boven op het huidige loon betaald van 50 BEF (1,24 EUR) per uur. Deze toeslag is eveneens gekoppeld aan het indexcijfer zoals beschreven in artikel 3.
Art. 5.De eindejaar-conjunctuurpremie wordt verhoogd met het equivalent van 20 x het individuele uurloon van de werklieden en werksters, van toepassing in uitvoering van hun individuele arbeidsovereenkomst op 30 november van het betrokken kalenderjaar.
Art. 6.Het « Waarborg- en Sociaal Fonds voor de zeevisserij » maakt een studie omtrent de invoering van een sectoraal pensioenfonds zoals voorzien in het interprofessioneel akkoord van 22 december 2000. Dit voorstel wordt uitgewerkt binnen de beschikbare loonnorm.
Art. 7.De partijen werken de volgende mobiliteitsplannen uit, teneinde tegemoet te komen aan de voorwaarden zoals opgelegd in het akkoord tussen de partijen en de Vlaamse regering : De werklieden en werksters die gebruik maken van de trein, tram of bus krijgen de terugbetaling van hun verplaatsingskosten gelijk aan het sociaal abonnement. De werklieden en werksters leggen hiertoe een kopie van het sociaal abonnement voor aan de werkgever of zijn/haar aangestelde.
De werklieden en werksters die zich te voet of met de fiets naar het werk begeven, wordt een forfetaire kostenvergoeding betaald gelijk aan 6 BEF (0,15 EUR) per kilometer, ongeacht de afstand van het huis naar het werk. De werknemer legt hiertoe een verklaring op eer voor aan de werkgever of aan zijn/haar aangestelde, met vermelding van de afstand van het huis naar het werk en de werkdagen waarop hij/zij zich naar het werk heeft begeven op de hierboven beschreven wijze bijlage 1 van deze overeenkomst bevat een voorbeeld van deze verklaring op eer.
Aan de werklieden en werksters die hun wagen ter beschikking stellen voor het gemeenschappelijk vervoer van werknemers van huis naar het bedrijf waardoor hij/zij is tewerkgesteld, of een bedrijf behorend tot eenzelfde economische entiteit, wordt een forfaitaire vergoeding betaald van 2 BEF (0,05 EUR) per vervoerde werknemer in hetzelfde voertuig, inclusief de bestuurder van het voertuig. Hiertoe ondertekent de werknemer maandelijks een verklaring op eer. Bijlage 2 van deze overeenkomst bevat een voorbeeld van deze verklaring op eer.
Art. 8.De partijen komen uitdrukkelijk overeen dat het gedeelte van de beschikbare loonnorm, dat op 31 december 2002 nog niet werd besteed, wordt toegekend in de vorm van een verhoging van de uurlonen vanaf 1 januari 2003. De partijen bepalen deze verhoging ten laatste op 15 december 2002.
Art. 9.In de schoot van het « Waarborg- en Sociaal Fonds voor de Zeevisserij » zijn de partijen akkoord een verhoging van de sociale premie door te voeren met het oog op de rekrutering van geschoold personeel en de uitstroom van werklieden en werksters te vertragen.
Hiertoe kunnen zij beroep doen op de middelen die ter beschikking werden gesteld door de Vlaamse Overheid in het raam van het protocol tussen de zeevisserijsector en de Vlaamse Minister van Tewerkstelling.
Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2002.
De partijen komen uitdrukkelijk overeen gedurende deze periode de sociale vrede te bewaren.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 januari 2004.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE
Bijlage 1 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de zeevisserij betreffende de sociale programmatie 2001-2002 voor de pakhuizen Toepassing van artikel 7, § 2 VERKLARING OP EER Werknemer .........................................
Wonende te ........................................
Verklaart hierbij zich te voet of met de fiets naar het werk te begeven gedurende de maand ............................................. van het jaar ......................................
Handtekening Werknemer(ster) Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 januari 2004.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE
Bijlage 2 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de zeevisserij betreffende de sociale programmatie 2001-2002 voor de pakhuizen Toepassing van artikel 7, § 3 VERKLARING OP EER Werknemer(ster) .................................
Wonende te ...................................... verklaart hierbij met zijn voertuig met nummerplaat .................... de volgende werknemers van het bedrijf ........................................ ter beschikking te hebben gesteld voor het vervoer van werknemers(sters) van huis naar het bedrijf.
Handtekening van de bestuurder Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 januari 2004.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE