gepubliceerd op 20 februari 1998
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers
27 JANUARI 1998. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, inzonderheid op artikel 22, tweede lid, gewijzigd bij artikel 146 van de wet van 22 december 1977;
Gelet op het koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, inzonderheid op artikel 56;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor pensioenen, gegeven op 25 augustus 1997;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 september 1997;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 6 november 1997;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat een bestaande discriminatie tussen gepensioneerden inzake het genot van het vakantiegeld dringend moet worden opgeheven en dat dit besluit onverwijld in werking moet treden om zijn uitwerking te hebben voor het jaar 1998 en dat het onontbeerlijk is om zo spoedig mogelijk de nodige schikkingen door de betrokken administraties te laten treffen teneinde in de uitvoering ervan te voorzien;
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 56, § 1, van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 25 april 1968, 8 november 1971, 5 april 1976, 6 april 1978, 20 september 1984, 15 april 1985, 4 december 1990, 5 juni 1994 en 24 mei 1995 wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 1. Er wordt jaarlijks een vakantiegeld en een aanvullende toeslag bij het vakantiegeld verleend aan de gerechtigden op een rust- en/of overlevingspensioen.
Het vakantiegeld en de aanvullende toeslag bij het vakantiegeld worden evenwel niet toegekend tijdens het jaar waarin het pensioen daadwerkelijk en voor de eerste maal ingaat. Het daaropvolgend jaar worden een vakantiegeld en een aanvullende toeslag bij het vakantiegeld toegekend, in verhouding tot het aantal maanden gedurende welke de gerechtigde het pensioen heeft genoten tijdens het jaar waarin het is ingegaan. Ze worden volledig toegekend tijdens de daaropvolgende jaren.
Wanneer het een overlevingspensioen betreft, is voor de toepassing van het voorgaande lid, het in aanmerking te nemen ingangsjaar het jaar tijdens hetwelk het rustpensioen van de overleden echtgenoot daadwerkelijk en voor de eerste maal is ingegaan wanneer deze op het ogenblik van zijn overlijden dit pensioen genoot.
In afwijking van het tweede lid, naargelang het geval van het derde lid, en onverminderd de toepassing van § 2 van dit artikel, worden het vakantiegeld en de aanvullende toeslag volledig toegekend vanaf het jaar waarin het pensioen daadwerkelijk en voor de eerste maal ingaat : a) als het om een rustpensioen gaat zo de gerechtigde titularis is geweest van een brugpensioen of zo hij genoten heeft van vergoedingen wegens ziekte, invaliditeit of onvrijwillige werkloosheid tengevolge van een activiteit onderworpen aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, van deze van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke zekerheid van de zeelieden der koopvaardij, of van deze van 10 januari 1945 betreffende de maatschappelijke zekerheid van de mijnwerkers en ermee gelijkgestelden gedurende het volledige burgerlijk jaar dat voorafgaat aan het jaar tijdens hetwelk het rustpensioen ingaat;b) als het om een overlevingspensioen gaat, zo de laatst overleden echtgenoot van de gerechtigde titularis is geweest van een brugpensioen of zo hij genoten heeft van vergoedingen wegens ziekte, invaliditeit of onvrijwillige werkloosheid tengevolge van een activiteit onderworpen aan de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, van deze van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke zekerheid van de zeelieden ter koopvaardij, of van deze van 10 januari 1945 betreffende de maatschappelijke zekerheid van de mijnwerkers en ermee gelijkgestelden gedurende het volledig burgerlijk jaar dat voorafgaat aan het jaar van zijn overlijden.»
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 3.Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 januari 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA