Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 27 april 2025
gepubliceerd op 07 mei 2025

Koninklijk besluit tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de proefbank voor vuurwapens

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2025003537
pub.
07/05/2025
prom.
27/04/2025
ELI
eli/besluit/2025/04/27/2025003537/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

27 APRIL 2025. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de proefbank voor vuurwapens


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 8 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/2018 pub. 17/07/2018 numac 2018040258 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende bepalingen inzake de proefbank voor vuurwapens sluiten houdende bepalingen inzake de proefbank voor vuurwapens, artikel 5, derde lid;

Overwegende dat de organen van de proefbank voor vuurwapens op 13 juni 2024 in overleg hun huishoudelijk reglement hebben opgesteld;

Op de voordracht van de Minister van Economie en de Minister van Justitie,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het bij dit besluit gevoegde huishoudelijk reglement van de proefbank voor vuurwapens wordt goedgekeurd.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.De minister bevoegd voor Economie en de minister bevoegd voor Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 april 2025.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie, D. CLARINVAL De Minister van Justitie, A. VERLINDEN


Bijlage Huishoudelijk reglement van de proefbank voor vuurwapens De wettelijke bepalingen (wetten en uitvoeringsbesluiten) die van toepassing zijn op de proefbank voor vuurwapens worden beschouwd als een integraal onderdeel van het huishoudelijk reglement. In geval van afwijking of tegenstrijdigheid tussen dit huishoudelijk reglement en de wettelijke bepalingen, hebben deze laatste voorrang.

TITEL I. - Identificatie en lokalisatie

Artikel 1.De zetel van de proefbank voor vuurwapens (hierna « PB ») is gevestigd te 4000 Liège, rue Fond des Tawes, 45. Hij is ingeschreven bij de btw onder het nr. BE0206.607.129.

Art. 2.De PB gebruikt voor zijn communicatie de Franse en Nederlandse benaming gezamenlijk: « Proefbank voor vuurwapens - Banc d'épreuves des armes à feu ».

TITEL II. - Vergaderingen van de Raad van Bestuur

HOOFDSTUK I. - Uitnodiging

Art. 3.De Raad van Bestuur wordt bijeengeroepen door de voorzitter van de Raad van Bestuur (per e-mail) met verzoek om ontvangstbevestiging.

Behoudens dringende en onvoorziene gevallen, gebeurt de bijeenroeping minimum tien kalenderdagen vóór de vastgestelde datum van de vergadering.

De uitnodiging vermeldt de datum, het uur en de plaats van de vergadering, alsmede de agenda. Ze wordt verzonden met de werkdocumenten die verband houden met de punten van de agenda van de vergadering, waaronder de samenvatting van de dossiers betreffende deze punten, en die zich op de zetel van de PB bevinden.

De Raad van Bestuur vergadert minstens om de twee maanden. Hij moet worden bijeengeroepen telkens wanneer minstens drie van zijn leden er schriftelijk om verzoeken. De voorzitter is ertoe gehouden de Raad van Bestuur bijeen te roepen binnen eenentwintig kalenderdagen volgend op de ontvangst van het verzoekschrift. In voorkomend geval zijn de leden, die een punt op de agenda wensen te plaatsen, ertoe gehouden, samen met hun aanvraag, een toelichtingsnota betreffende dit punt te overhandigen aan de voorzitter.

De uitnodigingen, agenda en werkdocumenten met betrekking tot iedere vergadering worden per e-mail gestuurd naar het mailadres dat door ieder van de leden daartoe meegedeeld is aan de secretaris van de Raad van Bestuur. Iedere adreswijziging wordt ter kennis gebracht van de secretaris.

HOOFDSTUK II. - Dagorde

Art. 4.De voorzitter van de Raad van Bestuur stelt na overleg met de directeur de dagorde van de vergaderingen vast.

Art. 5.In geval van dringende noodzaak kunnen hetzij de voorzitter van de Raad van Bestuur, hetzij de directeur, hetzij minstens drie leden een bijkomend punt op de dagorde van de vergadering plaatsen.

De dringende noodzaak, vereist om ter zitting bijkomende punten op de dagorde te plaatsen, kan alleen worden aangenomen wanneer dit wordt gevraagd ten laatste twee werkdagen voor de vergaderdatum en wanneer daartoe beslist wordt door de meerderheid van de aanwezige leden. De notulen dienen in dat geval deze beslissing uitdrukkelijk te vermelden, alsmede de volgorde van de punten van de dagorde die wordt vastgesteld volgens de bepalingen van artikel 9.

HOOFDSTUK III. - Manier van vergaderen, beraadslagen en beslissen

Art. 6.Enkel de bestuurders zetelen in de Raad van Bestuur. De directeur en de regeringscommissarissen wonen de Raad van Bestuur bij.

Laatstgenoemden beschikken uitsluitend over een raadgevende stem, in overeenstemming met artikel 41.

Art. 7.De Raad van Bestuur vergadert onder het voorzitterschap van zijn voorzitter of, bij zijn ontstentenis, van een onafhankelijke bestuurder aangewezen door de voorzitter of, bij afwezigheid, van een onafhankelijke bestuurder aangesteld door de andere aanwezige bestuurders. Hij is dan de voorzitter van de zitting in kwestie.

De vergaderingen van de Raad van Bestuur worden voor geopend en voor gesloten verklaard door de voorzitter van de zitting.

Art. 8.De Raad van Bestuur beraadslaagt geldig wanneer minstens de helft plus een van zijn leden aanwezig zijn of door een bijzondere schriftelijke en gedetailleerde volmacht over de agendapunten vertegenwoordigd zijn. De leden kunnen slechts deelnemen aan een vergadering van de Raad van Bestuur nadat hun benoeming in het Belgisch Staatsblad is verschenen.

Indien dit quorum niet bereikt wordt, roept de voorzitter binnen de vijftien kalenderdagen een nieuwe vergadering van de Raad van Bestuur met dezelfde agenda bijeen. Tijdens deze vergadering kan de Raad van Bestuur beraadslagen ongeacht het aantal aanwezige leden.

Behoudens andere wettelijke, reglementaire of statutaire beschikkingen, worden de beslissingen genomen bij eenvoudige meerderheid van de stemmen van de aanwezige of bij volmacht vertegenwoordigde leden. Bij gelijkheid van stemmen heeft de voorzitter een beslissende stem. Bij de bepaling van het resultaat van de stemming wordt geen rekening gehouden met de onthoudingen.

De Raad van Bestuur kan besluiten om bepaalde punten met gesloten deuren te behandelen. In dat geval worden alleen de genomen beslissingen opgenomen in de notulen, die duidelijk moeten aangeven dat de bespreking met gesloten deuren plaatsvond.

Art. 9.De punten vermeld in de agenda worden, voor zover de Raad van Bestuur er niet anders over beslist, besproken in de volgorde die vooraf door de voorzitter werd bepaald.

Indien een punt bij dringende noodzaak, volgens de procedure van artikel 5, op de agenda wordt gebracht, bepaalt de Raad van Bestuur op voorstel van de voorzitter de nieuwe volgorde waarin de punten worden besproken.

Art. 10.De voorzitter van de zitting licht ieder punt toe dat ter bespreking wordt voorgelegd. Hij kan eventueel de directeur met deze toelichting belasten, alsook ieder ander lid van de Raad van Bestuur, hetzij omdat het gegeven punt rechtstreeks verband houdt met de werkzaamheden van dit lid binnen de PB, hetzij omdat dit punt op aanvraag van dit lid, volgens de voorgeschreven procedure, op de agenda werd geplaatst.

Art. 11.De voorzitter van de zitting verklaart de bespreking van de punten en de tussenkomsten voor geopend of gesloten.

Art. 12.De voorzitter van de zitting neemt deel aan de besprekingen zonder afstand te doen van zijn voorzitterschap.

Art. 13.Behoudens andersluidende wettelijke of reglementaire beschikkingen, geschiedt de stemming bij handopsteking. Een lid kan wel om een geheime stemming vragen; de Raad van Bestuur beslist of dit toegestaan wordt.

Art. 14.Wanneer de Raad van Bestuur gevraagd wordt door middel van een stemming te kiezen tussen meer dan twee voorstellen zal hij zo nodig overgaan tot één of meerdere voorafgaande stemmingen, zodat de uiteindelijke stemming slaat op de twee voorstellen die het meeste aantal stemmen hebben gekregen tijdens de voorafgaande stembeurt(en).

De Raad van Bestuur stelt vooraf de wijze vast waarop de bewuste stemmingen zullen plaatsvinden.

Art. 15.Onmiddellijk na de stemming maakt de voorzitter van de zitting de uitslag ervan bekend; de uitslag wordt opgenomen in de notulen.

HOOFDSTUK IV. - Secretariaat, opmaken en bijhouden van de notulen

Art. 16.Het secretariaat van de Raad van Bestuur wordt, onder de verantwoordelijkheid van de voorzitter van de Raad van Bestuur, waargenomen door een door de voorzitter voorgedragen en door de Raad van Bestuur aangestelde persoon.

In zijn hoedanigheid van secretaris staat betrokkene in voor de eindredactie, de vertaling (Frans/Nederlands) en de verzending van de documenten die bestemd zijn voor de Raad van Bestuur, het behartigen van de administratieve relaties met de leden van de Raad van Bestuur en de coördinatie van het beantwoorden van de vragen van de leden van de Raad van Bestuur.

In de uitoefening van zijn functie legt de secretaris verantwoording af aan de voorzitter van de Raad van Bestuur voor de acties die hij onder zijn verantwoordelijkheid en in zijn opdracht uitvoert.

Art. 17.In beginsel worden in de notulen, per punt van de agenda, de belangrijkste aspecten van de besprekingen en de volledige weergave van de beslissingen opgenomen.

Art. 18.Het ontwerp van de notulen wordt binnen de veertien kalenderdagen na de desbetreffende vergadering voorgelegd aan de bestuurders.

Ten laatste bij de eerstvolgende vergadering en op uitnodiging van de voorzitter laten de leden hun opmerkingen kennen; de Raad van Bestuur beslist over de gegrondheid van de gemaakte opmerkingen, na de secretaris gehoord te hebben.

Wanneer het opmerkingen betreft over tussenkomsten van de leden worden deze bij voorkeur schriftelijk ter zitting aan de secretaris overhandigd.

De notulen worden slechts definitief bij goedkeuring op de eerstvolgende vergadering van de Raad van Bestuur. Bij hoogdringendheid kan de voorzitter aan de toen aanwezige bestuurders goedkeuring per e-mail vragen binnen een termijn van minstens vijf werkdagen.

Art. 19.Ieder lid mag ter zitting of bij het goedkeuren van de notulen van de vorige zitting vragen de door hem afgelegde verklaringen op te nemen.

In dat geval overhandigt het lid bij voorkeur de geschreven tekst van zijn verklaringen tijdens de zitting aan de secretaris.

Art. 20.Een exemplaar van de notulen wordt na goedkeuring door de Raad van Bestuur ondertekend en geparafeerd door de voorzitter van de zitting en de secretaris. Deze handtekening mag elektronisch zijn.

Het exemplaar wordt bij de PB door de directeur bewaard, met inachtneming van de vertrouwelijkheid.

De notulen worden per jaar gebundeld.

Art. 21.De leden van de Raad van Bestuur hebben het recht de notulen van de voorbije jaren en van het lopende jaar te raadplegen op de plaats waar deze worden bewaard.

Art. 22.De secretaris houdt een register bij van de na elke vergadering naar behoren opgemaakte notulen. Alle leden van de Raad van Bestuur en de regeringscommissarissen ontvangen een kopie van de definitieve notulen. De directeur ontvangt een kopie van de notulen.

De kopieën van, of de uittreksels uit de registers van de goedgekeurde notulen worden door de directeur afgeleverd wanneer die: - in rechte of elders moeten worden voorgelegd; - worden gevraagd door een lid; - kunnen door derden worden geraadpleegd overeenkomstig de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur (BS 30 juni 1994).

HOOFDSTUK V. - Rechten en plichten van de leden

Art. 23.De bestuurder die bij een ter goedkeuring aan de Raad van Bestuur voorgelegde zaak een persoonlijk belang heeft dat kan indruisen tegen dat van de PB, is ertoe gehouden de Raad van Bestuur ervan op de hoogte te brengen en deze verklaring in de notulen van de vergadering te doen opnemen. Hij mag niet deelnemen aan de stemming over deze zaak.

Art. 24.Wanneer tijdens de zitting een geval behandeld wordt dat het persoonlijk belang van een lid van de Raad van Bestuur raakt, omdat het hetzij hemzelf, hetzij zijn verwanten tot en met de tweede graad betreft, verlaat het betrokken lid de vergadering op het ogenblik dat de kwestie wordt aangesneden.

Over gevallen die niet bepaald zijn in de vorige alinea van dit artikel, beslist de Raad van Bestuur bij gewone meerderheid van de stemmen of de persoonlijke belangen van een lid van de Raad van Bestuur al dan niet betrokken zijn.

Art. 25.De besprekingen in de Raad van Bestuur zijn vertrouwelijk en mogen niet aan derden meegedeeld worden. De vertrouwelijkheid slaat echter niet op de weergave van de beslissingen die opgenomen zijn in de notulen overeenkomstig artikel 22.

Art. 26.De leden van de Raad van Bestuur moeten in alle omstandigheden de hogere belangen van de PB in aanmerking nemen.

Art. 27.Elke bestuurder heeft het recht te allen tijde kennis te nemen van de dossiers van de PB met uitzondering van die welke betrekking hebben op de activiteit als officier van gerechtelijke politie van de directeur en de betrokken personeelsleden, en voor zover dit strikt noodzakelijk is voor zijn rol als bestuurder, mits hij de voorzitter van de Raad van Bestuur hiervan van tevoren in kennis stelt. De bestuurder stelt ook de directeur op de hoogte, zodat hij indien nodig over het dossier of de relevante documenten kan beschikken.

HOOFDSTUK VI. - Aanwezigheid van derden

Art. 28.De voorzitter van de Raad van Bestuur kan om het even welke persoon, die hij meent te moeten horen, op de vergadering uitnodigen, op voorwaarde dat hij de leden van de Raad van Bestuur hierover minstens twee werkdagen voor de vergadering inlicht en voor zover dit door de meerderheid van de aanwezige leden is aanvaard.

Derden verlaten de vergadering wanneer de discussie over het punt dat hen aangaat is afgerond, en in ieder geval wanneer de stemming wordt gehouden.

TITEL III. - Bevoegdheden van de Raad van Bestuur

HOOFDSTUK I. - De Raad van Bestuur

Art. 29.De Raad van Bestuur beraadslaagt over alle bestuursdaden en schikkingen die de toekomst van de PB aangaan en in het bijzonder over de strategie, de activiteiten, het budget en de jaarrekeningen die hij goedkeurt.

Overeenkomstig de bepalingen van artikel 10 van de wet van 8 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/2018 pub. 17/07/2018 numac 2018040258 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende bepalingen inzake de proefbank voor vuurwapens sluiten houdende bepalingen inzake de proefbank voor vuurwapens, worden de tarieven voor het vervullen van de opdrachten van de PB bepaald door de Raad van Bestuur.

Art. 30.De Raad van Bestuur bepaalt de wijze waarop de directeur verslag dient uit te brengen over de vervulling van zijn opdracht.

HOOFDSTUK II. - De voorzitter van de Raad van Bestuur

Art. 31.Buiten de bevoegdheden die worden verleend aan de directeur, oefent de voorzitter het algemeen toezicht uit op het beheer van de PB in het kader van de richtlijnen en beslissingen genomen door de Raad van Bestuur.

Hij formuleert vanuit de beslissingen van de Raad van Bestuur de nodige adviezen en aanbevelingen aan de directeur in verband met: a) de verwezenlijking van zijn opdrachten;b) de krachtlijnen van het algemeen beleid van de PB;c) het financieel beleid van de PB;d) de voorstellen die aan de Raad van Bestuur dienen te worden gedaan;e) de belangrijke wijzigingen in de organisatie.

Art. 32.De voorzitter heeft het recht, binnen het kader van zijn bevoegdheden, alle nuttige voorstellen te doen. Hij heeft ook het recht om, samen met een andere bestuurder, in rechte op te treden in naam van de PB.

Art. 33.Hij heeft toegang tot alle inlichtingen of dossiers waarover hij meent te moeten beschikken om zijn taken uit te voeren. Hij beschikt over de voor zijn taken noodzakelijke administratieve en materiële middelen.

Art. 34.In geval van een tijdelijke vacature van de functie van voorzitter, benoemt de Raad van Bestuur onder zijn onafhankelijke leden een waarnemend voorzitter, die zijn functies uitoefent tot de aanwijzing van een nieuwe voorzitter.

HOOFDSTUK III. - De operationele afdelingen

Art. 35.Overeenkomstig artikel 1 van het koninklijk besluit van 10 maart 2022Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/03/2022 pub. 19/04/2022 numac 2022031605 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de proefbank voor vuurwapens type koninklijk besluit prom. 10/03/2022 pub. 09/05/2022 numac 2022020715 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende het personeel van de proefbank voor vuurwapens sluiten betreffende het personeel van de proefbank voor vuurwapens, beslist de Raad van Bestuur over de onderverdeling van de PB in operationele afdelingen om de opdrachten zoals bepaald in artikel 3 van de wet van 8 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/2018 pub. 17/07/2018 numac 2018040258 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende bepalingen inzake de proefbank voor vuurwapens sluiten houdende bepalingen inzake de proefbank voor vuurwapens, uit te voeren.

Art. 36.Het aantal, de samenstelling, de bevoegdheden en de werkingsregels van deze operationele afdelingen maken het voorwerp uit van een reglement dat door de Raad van Bestuur moet worden goedgekeurd.

TITEL IV. - Bevoegdheden van de directeur

Art. 37.Ingevolge de wettelijke bepalingen is de directeur belast met de volgende taken: - de directeur bereidt, op voorstel van de voorzitter, de vergaderingen van de Raad van Bestuur voor. Hij stelt de agenda op, houdt toezicht op de voorbereiding van alle documenten en formuleert voorstellen in verband met de in te winnen adviezen; - de directeur keurt, overeenkomstig de wetgeving op de overheidsopdrachten, alle overeenkomsten van financiële, zakelijke of technische aard goed die passen in het kader van de door de Raad van Bestuur goedgekeurde activiteiten en binnen de grenzen van de budgetten, voor zover deze overeenkomsten het bedrag van 25.000 euro niet overschrijden; - de directeur is verantwoordelijk voor het volledige beheer van het personeel van de PB overeenkomstig artikel 3 van het koninklijk besluit van 10 maart 2022Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/03/2022 pub. 19/04/2022 numac 2022031605 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de proefbank voor vuurwapens type koninklijk besluit prom. 10/03/2022 pub. 09/05/2022 numac 2022020715 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende het personeel van de proefbank voor vuurwapens sluiten betreffende het personeel van de proefbank voor vuurwapens; - de directeur houdt toezicht op de realisatie van de door de Raad van Bestuur goedgekeurde investeringsprojecten binnen de door de Raad van Bestuur goedgekeurde budgettaire grenzen.

Art. 38.De directeur brengt op elke vergadering van de Raad van Bestuur verslag uit over de beslissingen genomen in overeenstemming met de voornoemde delegaties.

Art. 39.Ingevolge artikel 9 van de wet van 8 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/2018 pub. 17/07/2018 numac 2018040258 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende bepalingen inzake de proefbank voor vuurwapens sluiten houdende bepalingen inzake de proefbank voor vuurwapens is de directeur verantwoordelijk voor het dagelijkse beheer van de PB. In deze hoedanigheid stelt de directeur alle handelingen die nodig of dienstig zijn voor de uitvoering van zijn opdrachten.

Deze opdrachten worden nader bepaald door de Raad van Bestuur.

Art. 40.Krachtens artikel 17 van de voornoemde wet van 8 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/2018 pub. 17/07/2018 numac 2018040258 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende bepalingen inzake de proefbank voor vuurwapens sluiten oefenen de directeur en de personeelsleden die zijn aangewezen in de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie hun functie uit onder het gezag van de procureur des Konings. De Raad van Bestuur is niet betrokken bij deze functies.

TITEL V. - Toezicht

HOOFDSTUK I. - De regeringscommissarissen

Art. 41.De regeringscommissarissen wonen de vergaderingen van de Raad van Bestuur bij met raadgevende stem. Zij hebben de ruimste bevoegdheden voor het volbrengen van hun taak overeenkomstig de artikelen 9 en 10 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut.

Art. 42.Overeenkomstig de bepalingen van de bovengenoemde wet beschikt elke regeringscommissaris over een termijn van vier vrije dagen om beroep aan te tekenen tegen de uitvoering van elke beslissing genomen door de Raad van Bestuur, handelend ter uitvoering van de bevoegdheden hem toegewezen krachtens titel III van dit huishoudelijk reglement, en die de regeringscommissaris strijdig acht met de wet, de statuten of het algemeen belang. Het beroep is opschortend.

Deze termijn van vier vrije dagen gaat in op de dag van de vergadering waarop de beslissing werd genomen voor zover de regeringscommissaris daarop op regelmatige wijze werd uitgenodigd, of, in het tegenovergestelde geval, de dag waarop hij kennis ervan heeft gekregen.

Art. 43.Elke regeringscommissaris tekent beroep aan bij de Minister die hij vertegenwoordigt.

De Minister geeft kennis van zijn beslissing binnen een termijn van acht vrije dagen, die ingaat op dezelfde dag als de eerste termijn. De kennisgeving gebeurt per aangetekende zending.

Bij een door de Minister aan de voorzitter van de Raad van Bestuur betekende beslissing kan de in de vorige alinea bepaalde termijn met tien vrije dagen worden verlengd.

Indien de Minister zijn beslissing niet binnen de hem toegewezen termijn heeft bekendgemaakt, wordt het beroep als verworpen beschouwd en wordt de beslissing definitief.

HOOFDSTUK II. - De commissaris-revisor

Art. 44.Het toezicht op de verrichtingen van de PB wordt uitgeoefend door een commissaris-revisor, benoemd door de Raad van Bestuur. De directeur organiseert daartoe een openbare aanbesteding.

Art. 45.De commissaris-revisor heeft een onbeperkt recht van toezicht en controle over al de boekhoudkundige en financiële verrichtingen van de PB. Hij is ertoe gerechtigd om zonder verplaatsing kennis te nemen van de boeken, de briefwisseling, de notulen en in het algemeen van alle geschriften van de PB.

Art. 46.De commissaris-revisor legt aan de Raad van Bestuur de uitslag van zijn opdracht voor, met de voorstellen die hij geschikt acht, en deelt hem de wijze mee waarop hij de inventarissen nagegaan heeft. Om het toezicht op de boeken en rekeningen uit te oefenen, mag de commissaris-revisor zich, op kosten van de PB, overeenkomstig de wettelijke bepalingen, door een deskundige laten bijstaan.

TITEL VI. - Vorderingen en beroepen tegen beslissingen van de PB (artikel 12 voornoemde wet 8 juli 2018)

Art. 47.Elke persoon die beroep wenst in te stellen tegen een beslissing van de PB moet dit per aangetekende brief richten aan de directeur.

Deze brengt onmiddellijk (binnen vijf werkdagen) de voorzitter van de Raad van Bestuur en de secretaris op de hoogte. Hij zendt hun ook het dossier, evenals zijn opmerkingen met betrekking de grondslag van het beroep en elk element dat de Raad van Bestuur in staat kan stellen om een beslissing te nemen.

De Raad van Bestuur hoort desgewenst de persoon die beroep heeft ingesteld en/of zijn raadsman binnen de dertig dagen na de indiening ervan.

De beslissing van de Raad van Bestuur wordt per aangetekend schrijven meegedeeld aan de persoon die het beroep heeft ingesteld en/of aan zijn raadsman binnen dertig dagen nadat hij is gehoord.

Tegen de beslissing in beroep kan hoger beroep worden ingesteld bij de Raad van State onder de voorwaarden van het gemene recht voor beroepen tot schorsing en/of vernietiging bij de Belgische Raad van State.

Tegen de beslissingen van de officieren van gerechtelijke politie van de PB kan geen hoger beroep worden ingesteld; ze vallen onder de hiërarchische autoriteit van de procureur des Konings van Luik.

TITEL VII. - Inwerkingtreding - Wijziging van het huishoudelijk reglement

Art. 48.Het huishoudelijk reglement en de toekomstige wijzigingen ervan treden pas in werking na publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Na goedkeuring zal het worden gepubliceerd op de website van de PB en ter kennis worden gebracht van alle belanghebbenden.

Gezien om te worden gevoegd bij ons besluit van 27 april 2025 tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de proefbank voor vuurwapens.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie, D. CLARINVAL De Minister van Justitie, A. VERLINDEN


^