Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 27 april 2004
gepubliceerd op 08 juni 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de toekenning van het halftijds conventioneel brugpensioen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004201115
pub.
08/06/2004
prom.
27/04/2004
ELI
eli/besluit/2004/04/27/2004201115/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

27 APRIL 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de toekenning van het halftijds conventioneel brugpensioen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de toekenning van het halftijds conventioneel brugpensioen.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 april 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap,het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 2002 Toekenning van het halftijds conventioneel brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 8 december 2003 onder het nummer 68866/CO/319.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Art. 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en op de werkgevers van de instellingen en diensten die ressorteren onder het autonoom Franstalig Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen erkend en/of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap of de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, evenals voor de instellingen en diensten die dezelfde activiteiten uitoefenen en niet erkend of gesubsidieerd worden en waarvan de hoofdactiviteit wordt verricht in het Waalse Gewest. HOOFDSTUK II. - Principe

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft als doel een stelsel van halftijds conventioneel brugpensioen in te voeren met bijkomende aanwerving, zoals bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55, gesloten op 13 juli 1993 in de Nationale Arbeidsraad en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 november 1993 (Belgisch Staatsblad van 4 december 1993), voor de oudere werknemers bedoeld in artikel 46 van de wet van 30 maart 1994 vanaf de leeftijd van 56 jaar.

Art. 3.De betrokken werknemers moeten gewerkt hebben in een voltijdse arbeidsregeling, zoals bepaald in artikel 2 van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst, gedurende de periode van twaalf maanden die voorafgaat aan de vermindering van de prestaties.

Onder "voltijds stelsel" dient te worden verstaan : het arbeidsstelsel bedoeld in hoofdstuk III, arbeids- en rusttijden, van de arbeidswet van 16 maart 1971 (Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971).

Art. 4.Zij moeten bovendien de werkloosheidsuitkering genieten waarin is voorzien voor deze categorie van werknemers voorzien door de reglementering betreffende de verzekering tegen werkloosheid.

Art. 5.Het aantal arbeidsuren bepaald in de deeltijdse arbeidsregeling moet, na de vermindering, per arbeidscyclus, gemiddeld gelijk zijn aan de helft van de arbeidsuren van een normaal voltijds arbeidsstelsel in de dienst. HOOFDSTUK III. - Bedrag van de aanvullende vergoeding

Art. 6.De aanvullende vergoeding wordt berekend zoals bepaald in de artikelen 5 tot en met 10 van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993. In geval van overgang van het stelsel "halftijds tijdskrediet" naar het "stelsel halftijds brugpensioen" zal de aanvullende vergoeding berekend worden op dezelfde basis als de werkloosheidsuitkering.

Art. 7.Het bedrag van de aanvullende vergoeding is ten laste van de werkgever van de betrokken werknemer en wordt maandelijks uitbetaald. HOOFDSTUK IV. - Geldigheid

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 1 januari 2003 en houdt op van kracht te zijn op 1 januari 2005.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 april 2004.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

^