27 APRIL 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 juli 1970 betreffende de instelling van afdelingen in de arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken, de rechtbanken van koophandel en de politierechtbanken

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 186, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, gewijzigd bij de wet van 11 juli 1994 en derde lid van hetzelfde artikel;

Gelet op artikel 1 van de bijlage van het Gerechtelijk Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 27 april 2001 en artikel 4 van dezelfde bijlage, laatst gewijzigd bij de wet van 23 september 1985;

Gelet op de wet van 20 april 2001 tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de gerechtelijke kantons, inzonderheid op artikel 21;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat voornoemde wet van 27 april 2001 de territoriale bevoegheid van de gerechtelijke arrondissementen Brugge en Veurne wijzigt;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid en van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 3, § 2, van het koninklijk besluit van 21 juli 1970 betreffende de instelling van afdelingen in de arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken, de rechtbanken van koophandel en de politierechtbanken, wordt vervangen als volgt : « § 2. De kamers van de arbeidsrechbank te Brugge worden in twee afdelingen ingedeeld; de ene houdt zitting te Brugge en oefent rechtsmacht uit over het grondgebied van de kantons Brugge I, Brugge III, Tielt en Torhout, met uitzondering van de gemeente Ichtegem, het kanton Brugge II, met uitzondering van de gemeenten Klemskerke en Vlissegem; de andere houdt zitting te Oostende en oefent rechtsmacht over het grondgebied van de kantons Oostende I, Oostende II, van de gemeenten Ichtegem, Klemskerke en Vlissegem. »

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop de wet van 27 april 2001 tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de gerechtelijke kantons in werking treedt.

Art. 3.Onze Minister van Werkgelegenheid en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 27 april 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN