Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 26 september 1997
gepubliceerd op 14 oktober 1997

Koninklijk besluit tot vervanging van het koninklijk besluit van 21 februari 1992 tot vervanging van het koninklijk besluit van 22 september 1986 betreffende de benamingen, de kenmerken en het loodgehalte van de benzines voor motorvoertuigen

bron
ministerie van economische zaken
numac
1997011113
pub.
14/10/1997
prom.
26/09/1997
ELI
eli/besluit/1997/09/26/1997011113/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 SEPTEMBER 1997. Koninklijk besluit tot vervanging van het koninklijk besluit van 21 februari 1992 tot vervanging van het koninklijk besluit van 22 september 1986 betreffende de benamingen, de kenmerken en het loodgehalte van de benzines voor motorvoertuigen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 28 december 1964 betreffende de bestrijding van de luchtverontreiniging, inzonderheid op artikel 1, 1°;

Gelet op de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument, inzonderheid op artikel 14;

Gelet op de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 20 maart 1985 (85/210/EEG) betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake het loodgehalte van benzine, gewijzigd bij de richtlijn van de Raad van Europese Gemeenschappen van 21 juli 1987 (87/416/EEG);

Gelet op het advies van het adviescomité tot aanpassing van de technische vooruitgang van de benzines voor motorvoertuigen;

Gelet op het advies van de Raad voor het Verbruik, gegeven op 9 maart 1995;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor de Middenstand, gegeven op 31 maart 1995;

Gelet op het advies van de Hoge Gezondheidsraad, gegeven op 2 mei 1995;

Gelet op het advies van de interministeriële Conferentie voor Leefmilieu gegeven op 19 maart 1996;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1 en op artikel 84, eerste lid, 2°, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 23 maart 1993 betreffende het zwavelgehalte van sommige vloeibare brandstoffen (93/12/EEG)n bepaalt dat, vanaf 1 oktober 1996 geen gasolie-diesel meer op de markt mag worden gebracht met een zwavelgealte van meer dan 0,05 % m/m;

Overwegende dat wat betreft de ontwerpen van koninklijk besluit die de benamingen en de kenmerken van de benzines, de LPG en de lampolie vastleggen, het wenselijk is deze besluiten samen uit te vaardigen vermits het gelijkaardige besluiten zijn;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van onze eerste minister, van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Economie, van Onze Minister van Volksgezondheid, van Onze Minister van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, van Onze Minister van Vervoer en van Onze Staatssecretaris voor Leefmilieu, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient onder benzine voor motorvoertuigen te worden verstaan elke vluchtige minerale olie bestemd voor gebruik in inwendige verbrandingsmotoren met gestuurde ontsteking, die dienen voor de aandrijving van voertuigen.

De benzine is samengesteld uit minimaal 80 % (v/v) koolwaterstoffen, met inbegrip van de conventionele additieven (maximum 3 % (v/v) zoals : anti-rijm, anti-corrosie, detergenten, kleurstoffen, antioxidantia, anti-roest en mag maximaal 20 % (v/v) substitutiemotorbrandstoffen (zuurstofhoudende verbindingen) bevatten, zoals bepaald bij ministerieel besluit van 3 april 1991 betreffende het gebruik van vervangingscomponenten in benzine.

Art. 2.De bezines voor motorvoertuigen die op de markt gebracht worden, worden ingedeeld in twee types : 1. de ongelode bezines : benzine waarvan de verontreiniging door loodverbindingen uitgedrukt in lood, niet meer bedraagt dan 0,013 g Pb/1, met de volgende benamingen : - ongelode benzine 90 RON; - ongelode benzine 95 RON; - ongelode benzine 98 RON. 2. de gelode benzine : andere benzine dan « ongelode benzine » met de volgende benaming : - superbenzine.

Art. 3.Het is verboden : 1. benzines voor motorvoertuigen onder een andere benaming dan die bepaald bij artikel 2 op de markt te brengen.2. de producten onder de in artikel 2 bepaalde benamingen op de markt te brengen indien ze niet de kenmerken bezitten, bedoeld in artikel 4.

Art. 4.§ 1. De gelode benzine voor motorvoertuigen vermeld in artikel 2 dient te beantwoorden aan de norm NBN T 52-705 - Aardolieproducten - Gelode benzine voor motorvoertuigen - Specifikaties. Laatste uitgave. § 2. De ongelode benzines voor motorvoertuigen vermeld in artikel 2 dienen te beantwoorden aan de norm NBN - EN 228 - Brandstoffen voor wegvoertuigen - Ongelode benzine - Eisen en Proeftmethoden. Laatste uitgave.

Art. 5.Behalve voor het lood en benzeengehalte, kan de Minister die de Energie onder zijn bevoegdheid heeft, bij een met redenen omklede beslissing afwijkingen toestaan op de in artikel 4 bedoelde kenmerken.

Deze beslissing wordt aan al de betrokkenen ter kennis gebracht. De afwijkingen gelden voor een periode van maximum drie jaar tegen de voorwaarden en binnen de grenzen die de minister bepaalt. De afwijkingen kunnen gedurende deze periode steeds worden herroepen, maar kunnen ook hernieuwd worden.

Art. 6.De Minister die de Energie onder zijn bevoegdheid heeft en de Minister die het Leefmilieu onder zijn benvoegdheid heeft, bepalen de modaliteiten van toevoeging van substitutiemotorbrandstoffen (zuurstofhoudende verbindingen) inzonderheid de types van substitutiemotorbrandstoffen die kunnen gebruikt worden, hun beperkingen en hun eventuele kenmerken.

Art. 7.§ 1. Onverminderd het facultatief gelijktijdig gebruik van merken of alle andere commerciële benamingen, moeten de benamingen van benzines voor motorvoertuigen, gedefinieerd in artikel 2 van dit besluit, aangeduid worden op de documenten betreffende de verkoop en de levering. § 2. Iedere benzinepomp bestemd voor de verkoop van benzine voor motorvoertuigen draagt zichtbaar en leesbaar het merkteken respectievelijk voorzien in de nom NBN T 52-705 en in de norm NBN EN - 228.

Art. 8.§ 1. De ambtenaren van het Bestuur Economische Inspectie, het Bestuur Energie en het Centraal Laboratorium, zijn elk binnen hun domein, belast met de controle op de naleving van dit besluit. § 2. De Minister die de Energie onder zijn bevoegdheid heeft is belast met het uitwerken van de praktische modaliteiten voor een systematisch en statistisch verantwoorde controle op het naleven van de specifikaties van de benzines. De hierboven geciteerde ambtenaren zullen belast worden met deze controle.

Art. 9.De inbreuken op de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld, vervolgd en bestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument.

Art. 10.Het koninklijk besluit van 21 februari 1992 tot vervanging van het koninklijk besluit van 22 september 1996 betreffende de benamingen, de kenmerken en het loodgehalte van de benzines voor motorvoertuigen wordt opgeheven.

Art. 11.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 12.Onze Eerste Minister, Oner Vice-Eerste Minister en Minister van Economie, Onze Minister van Volksgezondheid, Onze Minister van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Onze Minister van Vervoer en Onze Staatssecretaris voor Leefmilieu, zijn ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 september 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, J.-L. DEHAENE De Vice-Eerste Minister en Minister van Economie, E. DI RUPO De Minister van Volksgezondheid, M. COLLA De Minister van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN De Minister van Vervoer, M. DAERDEN De Staatssecretaris voor Leefmilieu, J. PEETERS

^