Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 26 oktober 2001
gepubliceerd op 21 november 2001

Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 12, § 1, 2°, a), van de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke veiligheid van de zeelieden ter koopvaardij

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2001022813
pub.
21/11/2001
prom.
26/10/2001
ELI
eli/besluit/2001/10/26/2001022813/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

26 OKTOBER 2001. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 12, § 1, 2°, a), van de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke veiligheid van de zeelieden ter koopvaardij


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke veiligheid van de zeelieden ter koopvaardij, inzonderheid op artikel 12, § 1, 2°, a), gewijzigd bij de wet van 12 augustus 2000;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 december 2000;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 20 februari 2001;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden, gegeven op 19 januari 2001;

Gelet op het besluit van de Ministerraad over het verzoek om advies door de Raad van State binnen een termijn van een maand;

Gelet op het advies nr. 31.863/1/V van de Raad van State, gegeven op 6 september 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De reder, die de bijdragen niet betaalt binnen de termijnen voorzien in artikel 16 van het koninklijk besluit van 24 oktober 1936 houdende wijziging en samenordening van de statuten van de Hulp- en voorzorgskas voor zeevarenden, is de wettelijke verwijlintrest verschuldigd, zoals bepaald bij artikel 2 van de wet van 5 mei 1865 betreffende de lening tegen intrest en dit vanaf het verstrijken van deze termijnen tot op de dag waarop de betaling geschiedt.

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 1996.

Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 oktober 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE

^