gepubliceerd op 07 december 2006
Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 30 juni 1971 betreffende de administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op sommige sociale wetten
26 NOVEMBER 2006. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 30 juni 1971 betreffende de administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op sommige sociale wetten (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 30 juni 1971 betreffende de administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op sommige sociale wetten, inzonderheid op de artikelen 4, tweede lid, gewijzigd bij de wet van 30 december 1988, 6, eerste lid, 7, §§ 1 en 2, 10, gewijzigd bij de wet van 30 december 1988, en 13bis, ingevoegd bij de wet van 23 december 2005;
Gelet op de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, inzonderheid op artikel 71;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 december 1991 tot uitvoering van de wet van 30 juni 1971 betreffende de administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op sommige sociale wetten;
Gelet op het advies nr. 40.971/1 van de Raad van State, gegeven op 21 augustus 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In dit koninklijk besluit wordt verstaan onder : 1° « de wet » : de wet van 30 juni 1971 betreffende de administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op sommige sociale wetten;2° de administratieve geldboete : de administratieve geldboete bedoeld in artikel 4 van de wet en de administratieve geldboete bedoeld in artikel 13bis van de wet.
Art. 2.De Directeur-generaal van de Afdeling van de juridische studiën, de documentatie en de geschillen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg wordt aangewezen om een exemplaar in ontvangst te nemen van de processen-verbaal bedoeld in de artikelen 6, eerste lid, en 13bis, § 2, eerste lid, van de wet en om kennis te nemen van de beslissingen van het openbaar ministerie bedoeld in artikel 7, §§ 1 en 2, van de wet.
Diezelfde ambtenaar of, wanneer deze verhinderd is, de ambtenaar behorende tot ten minste klasse A3, die hem vervangt, wordt aangewezen voor het opleggen van de administratieve geldboete.
Art. 3.De administratieve geldboete moet betaald worden binnen een termijn van drie maanden die een aanvang neemt de dag van de kennisgeving van de beslissing waarbij de administratieve geldboete wordt opgelegd.
Art. 4.De administratieve geldboete wordt voldaan door storting of overschrijving op de postrekening van de Directie van de administratieve geldboeten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
Art. 5.Het koninklijk besluit van 30 december 1991 tot uitvoering van de wet wordt opgeheven.
Art. 6.Op de eerste dag van de derde maand na die waarop ze dit besluit is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad treden in werking : 1° artikel 46 van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact;2° dit besluit.
Art. 7.Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Werk zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Napels, 26 november 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, R. DEMOTTE De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota's (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 30 juni 1971 betreffende de administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op sommige sociale wetten, Belgisch Staatsblad van 13 juli 1971; Programmawet van 30 december 1988, Belgisch Staatsblad van 5 januari 1989;
Wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, Belgisch Staatsblad van 30 december 2005.