Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 26 mei 2000
gepubliceerd op 06 september 2000

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 1998, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en diensten, houdende ontbinding en vereffening van het fonds voor bestaanszekerheid, genaamd « Sociaal Fonds voor de sector opvang van kinderen »

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2000012427
pub.
06/09/2000
prom.
26/05/2000
ELI
eli/besluit/2000/05/26/2000012427/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 MEI 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 1998, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en diensten, houdende ontbinding en vereffening van het fonds voor bestaanszekerheid, genaamd « Sociaal Fonds voor de sector opvang van kinderen » (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds voor de sector opvang van kinderen" en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 26 april 1999;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 1998, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en diensten, houdende ontbinding en vereffening van het fonds voor bestaanszekerheid, genaamd « Sociaal Fonds voor de sector opvang van kinderen ».

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 mei 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Koninklijk besluit van 26 april 1999, Belgisch Staatsblad van 25 november 1999.

Bijlage Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 1998 Ontbinding en vereffening van het fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds voor de sector opvang van kinderen" (Overeenkomst geregistreerd op 13 oktober 1998 onder het nummer 49281/CO/305.02)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de nederlandstalige kinderkribben, peutertuinen, buitenschoolse opvang, diensten voor opvanggezinnen, diensten voor thuisopvang van zieke kinderen en gelijkaardige instellingen en diensten voor de opvang van kinderen, die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten en gelegen zijn in het Vlaamse Gewest of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Onder "werkgevers" wordt verstaan : de werkgevers georganiseerd als vereniging zonder winstoogmerk of hetzij als een vennootschap, hetzij als een instelling met een sociaal oogmerk waarvan de statuten bepalen dat de vennoten geen vermogensvoordeel nastreven.

Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendenpersoneel.

Art. 2.Het fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds voor de sector opvang van kinderen" opgericht door de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, wordt ontbonden met ingang vanaf 1 juli 1998 en in vereffening gesteld.

Art. 3.Worden in hoedanigheid van vereffenaars aangesteld : de heer Michel Vanderputten; de heer Fernand De Vliegher.

Het mandaat van de vereffenaars is onbezoldigd.

Art. 4.De rechten en verbintenissen van het in artikel 2 bedoelde fonds worden overgeheveld naar : - het fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Fonds Sociale Maribel voor de sector opvang van kinderen" opgericht door de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 1998, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, wat de rechten en verbintenissen betreft voortspruitend uit de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de sector van de opvang van kinderen, geregistreerd op 1 juli 1997 onder het nummer 44401/CO/305.02 en die betrekking hebben op het stelsel sociale maribel zoals dit tot 30 juni 1998 van toepassing is; - het fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds Kinderdagopvang" opgericht door de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 december 1989, gesloten in het Paritair Subcomité voor de inrichtingen die niet aan de wet op de ziekenhuizen onderworpen zijn, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 6 maart 1990, (Belgisch Staatsblad van 13 maart 1990) voor wat de rechten en verbintenissen betreft die geen betrekking hebben op het stelsel sociale maribel zoals dit van toepassing is tot 30 juni 1998.

Art. 5.Voordat zij tot de effectieve overheveling overgaan moeten de vereffenaars de goedkeuring van de revisor van het fonds hebben bekomen betreffende de regelmatigheid van het voorstel tot overheveling ten opzichte van de beginselen opgenomen in artikel 4.

De kosten voortspruitend uit de tussenkomst van de revisor in het kader van deze bepaling worden ten laste genomen door ieder fonds bedoeld in artikel 4 in verhouding met het netto bedrag van de overheveling ten hunnen gunste.

Art. 6.De vereffenaars maken een verslag betreffende de vereffeningsverrichtingen over aan het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 juli 1998 en houdt op van kracht te zijn na de goedkeuring van het verslag bedoeld in artikel 6 door het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 mei 2000.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^