gepubliceerd op 26 april 2024
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 september 2023, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende de vervoerskosten
26 MAART 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 september 2023, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende de vervoerskosten (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de edele metalen;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 september 2023, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende de vervoerskosten.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 maart 2024.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de edele metalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 september 2023 Vervoerskosten (Overeenkomst geregistreerd op 30 oktober 2023 onder het nummer 183400/CO/149.03) In uitvoering van artikel 8 van het nationaal akkoord 2023-2024 van 28 juni 2023. HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de edele metalen.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. HOOFDSTUK II. - Gemeenschappelijk openbaar vervoer Afdeling 1. - Vervoer per spoor
Art. 2.Wanneer de arbeider zich naar het werk verplaatst met de trein, bedraagt de tussenkomst van de werkgever 80 pct. van de totale kost van het vervoersbewijs.
De sociale partners doen een aanbeveling aan de werkgevers die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de edele metalen om een derdebetalersregeling met de NMBS in te voeren waar het mogelijk is. Afdeling 2. - Ander gemeenschappelijk openbaar vervoer
Art. 3.Wanneer de arbeider zich naar het werk verplaatst met een ander gemeenschappelijk openbaar vervoer, georganiseerd door de regionale vervoermaatschappijen, bedraagt de tussenkomst van de werkgever 80 pct. van de totale kost van het vervoersbewijs.
Art. 4.De modaliteiten van de bijdrage van de werkgevers ten gunste van de arbeiders die dit type van vervoer gebruiken, worden vastgesteld als volgt : - de arbeider legt aan de werkgever een ondertekende verklaring voor, waarbij verzekerd wordt dat hij gewoonlijk een gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel gebruikt, georganiseerd door de regionale vervoermaatschappijen, voor de verplaatsing van de woonplaats naar de plaats van tewerkstelling en omgekeerd en preciseert het aantal effectief afgelegde kilometers; - de werkgever kan op elk ogenblik de authenticiteit van de hierboven bedoelde verklaring nagaan. Afdeling 3. - Gemengde openbare vervoermiddelen
Art. 5.Wanneer de arbeider verschillende openbare gemeenschappelijke vervoermiddelen gebruikt, heeft hij recht op dezelfde vergoeding zoals bepaald in artikel 3 van onderhavige overeenkomst voor de afstand die overeenstemt met de som van de afstanden van de verschillende vervoermiddelen. Afdeling 4. - Vervoer geheel of gedeeltelijk door de werkgever
georganiseerd
Art. 6.§ 1. Wanneer de werkgever volledig of gedeeltelijk het vervoer van de arbeider inricht en deze laatste al dan niet bijkomend een openbaar gemeenschappelijk vervoermiddel gebruikt, wordt de bijdrage van de werkgever als uitgevoerd beschouwd als de last van de werkgever, voor de afstand afgelegd per arbeider-gebruiker, de tussenkomst voorzien bij artikel 3 bereikt of overschrijdt. § 2. De tussenkomst van de arbeider in het vervoer georganiseerd door de werkgever mag niet hoger zijn dan het verschil tussen de prijs van een abonnement, voor de afgelegde weg, en de bijdrage van de werkgever, voor dezelfde afstand, voorzien bij artikel 3. HOOFDSTUK III. - Privévervoer Afdeling 1. - Auto, moto en/of bromfiets
Art. 7.Wanneer de arbeider zich naar het werk verplaatst met het eigen vervoer of te voet heeft de arbeider recht op een dagvergoeding, gebaseerd op de werkgeversbijdrage in het weekabonnement van de NMBS, zoals opgenomen in de tabel gevoegd bij artikel 11 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19/9 betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het gemeenschappelijk openbaar vervoer van de werknemers gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 23 april 2019.
Art. 8.Deze dagvergoeding wordt bekomen door de werkgeversbijdrage in het weekabonnement van de NMBS te delen door 5.
Art. 9.Deze dagvergoeding dient jaarlijks op 1 februari te worden geïndexeerd overeenkomstig de jaarlijkse indexering van de treintarieven van de NMBS, conform het advies van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven. Afdeling 2. - Fiets
Art. 10.Wanneer de arbeider zich naar het werk verplaatst met de fiets, heeft hij recht op een fietsvergoeding van 0,27 EUR per afgelegde kilometer, met een minimum van het dagbedrag voor een verplaatsing van het privévervoer.
De werkgever zal op vraag van de arbeider jaarlijks de nodige gegevens bevestigen die het de arbeider mogelijk maakt zijn fietsgebruik aan te tonen. Deze gegevens hebben betrekking op de in aanmerking genomen afstand tot de werkplaats, het aantal gewerkte dagen en de betaalde vergoeding. HOOFDSTUK IV. - Tijdstip en modaliteiten van terugbetaling
Art. 11.De bijdrage van de werkgevers in de door de arbeiders gedragen vervoerkosten wordt maandelijks betaald voor het vervoerbewijs met geldigheid voor één maand, en eenmaal per week voor de vervoerbewijzen met geldigheid van één week.
Art. 12.De bijdrage van de werkgevers in de kosten voor het vervoer, georganiseerd door de regionale vervoermaatschappijen, wordt betaald tegen overhandiging van het vervoerbewijs afgeleverd door deze maatschappijen.
Art. 13.De werkgever komt tussen in de kosten veroorzaakt door de andere vervoermiddelen op voorwaarde dat de arbeider het bewijs levert van de werkelijk afgelegde afstand.
Indien de arbeider dit bewijs niet kan leveren, wordt de berekening, in gemeen akkoord tussen de partijen, afzonderlijk in iedere onderneming opgemaakt, rekening houdende met de plaatselijke bijzonderheden.
De arbeider mag niet weigeren het(de) eventueel(ele) vervoerbewijs(zen) of, bij ontstentenis, een door hem ondertekende verklaring, nodig voor het vaststellen van de afgelegde afstand, aan de werkgever voor te leggen. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 14.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst inzake vervoerskosten van 28 juni 2023, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, geregistreerd op 27 juli 2023 onder het nummer 181236/CO/149.03.
Art. 15.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 oktober 2023 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan door één van de partijen worden opgezegd mits een opzegging van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de edele metalen en aan alle ondertekenende organisaties.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 maart 2024.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE