gepubliceerd op 27 april 2009
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de makelarij en verzekeringsagentschappen, betreffende de toekenning van een 13e maand
26 MAART 2009. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de makelarij en verzekeringsagentschappen, betreffende de toekenning van een 13e maand (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de makelarij en verzekeringsagentschappen;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de makelarij en verzekeringsagentschappen, betreffende de toekenning van een 13e maand.
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 maart 2009.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de makelarij en verzekeringsagentschappen Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 2007 Toekenning van een 13e maand (Overeenkomst geregistreerd op 31 januari 2008 onder het nummer 86632/CO/307) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers die ressorteren onder het Paritair comité voor de makelarij en verzekeringsagentschappen. HOOFDSTUK II. - Toekenning van een 13e maand
Art. 2.Op basis van de toekenningsvoorwaarden die zijn opgenomen in hoofdstuk III hierna, wordt op 31 december van elk jaar in een 13e maand voorzien volgens verschillende modaliteiten, afhankelijk van het feit of de werknemer vóór of na 1 januari 2008 werd aangeworven.
Art. 3.De rechthebbende werknemer die door de onderneming na 1 januari 2008 werd aangeworven, heeft recht op een 13e maand volgens de toekenningsvoorwaarden die zijn opgenomen in hoofdstuk III hierna.
Art. 4.Voor de rechthebbende werknemer die door de onderneming vóór 1 januari 2008 werd aangeworven, gelden de volgende modaliteiten : a) alle eindejaarspremies (premie, volledig of gedeeltelijk maandloon) die vóór 1 januari 2008 werden verworven, blijven minstens verschuldigd;b) wanneer de 13e maand niet bestaat of minder bedraagt dan het maandloon, moet elke individuele of collectieve loonsverhoging binnen de onderneming, die los van een akkoord waarin bij collectieve arbeidsovereenkomst werd voorzien, werd afgesproken, bij voorrang worden toegekend door de invoering van deze 13e maand of de verhoging daarvan tot deze het niveau van het maandloon bereikt.Deze eindejaarspremie wordt beperkt door de toekenningsvoorwaarden die zijn opgenomen in hoofdstuk III hierna. HOOFDSTUK III. - Toekenningsvoorwaarden
Art. 5.De 13e maand wordt uitbetaald aan de werknemers die : a) op 31 december van het lopende jaar minstens zes maanden anciënniteit in de onderneming hebben;b) op 31 december van het jaar door een arbeidsovereenkomst met de onderneming verbonden zijn.
Art. 6.De 13e maand van de werknemers die aan de voorwaarden van artikel 5 voldoen, stemt overeen met een verhouding van een twaalfde van het maandloon op 31 december per maand die in het desbetreffende kalenderjaar effectief werd gepresteerd.
Art. 7.Voor de werknemers van wie het maandloon volledig variabel is, wordt de 13e maand berekend op het maandgemiddelde van dit loon tijdens de laatste twaalf maanden, beperkt tot het hoogste bedrag van categorie 4 van het barema van het uitvoerend personeel, ongeacht de leeftijd van de werknemer.
Art. 8.Voor de werknemers van wie het maandloon gedeeltelijk variabel is en voor wie het vaste gedeelte lager ligt dan het bedrag van categorie 4 wordt de 13e maand berekend op basis van het maandgemiddelde van het vaste en het variabele loon tijdens de laatste twaalf maanden, beperkt tot het hoogste bedrag van categorie 4 van het barema van het uitvoerend personeel, ongeacht de leeftijd van de werknemer.
Art. 9.In geval van aanwerving vóór de 16de van de maand wordt deze maand gelijkgesteld met een volledig gepresteerde maand. Bovendien wordt, aan het einde van de arbeidsovereenkomst bij de werkgever, de laatste maand als volledig gepresteerd beschouwd indien de werknemer na de 14de dag van de maand vertrekt.
Art. 10.Worden met gepresteerd werk gelijkgesteld : - de afwezigheden wegens beroepsziekte, arbeidsongeval of ongeval op de weg van of naar het werk, voor een maximumduur van twaalf maanden en voor zover deze door de verzekeringsinstelling worden erkend; - de afwezigheid wegens ziekte, moederschaps- of vaderschapsverlof, die wordt gestaafd door een medisch attest en door de verzekeringsinstelling wordt erkend, voor een maximumduur van zes maanden; - de wettelijke jaarlijkse vakantiedagen, wettelijke feestdagen, gerechtvaardigde afwezigheden "klein verlet", afwezigheden in het kader van de wetten op het educatief verlof en de sociale promotie en dagen syndicaal verlof.
Art. 11.In afwijking van punt b) van artikel 5 genieten de werknemers die in de loop van het desbetreffende kalenderjaar met pensioen of brugpensioen gaan en deze van wie de overeenkomst werd verbroken, met uitzondering van de werknemers die hun ontslag hebben ingediend of die door de werkgever wegens dringende reden werden ontslagen, op datum van vertrek de 13e maand naar rato van het aantal maanden die zij tijdens het desbetreffende kalenderjaar effectief hebben gepresteerd, voor zover zij zes maanden anciënniteit in de onderneming hebben op het ogenblik van hetzij hun pensionering of brugpensionering, hetzij van de kennisgeving van de vooropzeg. HOOFDSTUK IV. - Eindbepalingen
Art. 12.Dit akkoord zal niet kunnen worden gebruikt bij toekomstige onderhandelingen om de looneisen ten opzichte van de beschikbare marges te beperken.
Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2008 en werd voor een onbepaalde duur aangegaan.
Art. 14.Elke ondertekenende partij kan deze collectieve arbeidsovereenkomst opzeggen mits een aanzegging van zes maanden die ten vroegste op 1 januari 2009 kan ingaan.
De aanzegging wordt per aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de makelarij en verzekeringsagentschappen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 maart 2009.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET