Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 26 maart 2009
gepubliceerd op 07 april 2009

Koninklijk besluit tot vaststelling, voor sommige ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk ressorteren, van de voorwaarden waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst (1)

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2009012130
pub.
07/04/2009
prom.
26/03/2009
ELI
eli/besluit/2009/03/26/2009012130/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 MAART 2009. - Koninklijk besluit tot vaststelling, voor sommige ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk (PC 120) ressorteren, van de voorwaarden waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, artikel 51, § 1, vervangen bij de wet van 30 december 2001;

Gelet op het advies van het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, gegeven op 9 februari 2009;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat sedert begin 2008 de economische conjunctuur in de textielsector is achteruitgegaan;

Overwegende dat in het kader van de wereldwijde recessie, de economische activiteit in de ondernemingen van de textielsector sterk is vertraagd;

Overwegende dat de huidige economische toestand het spoedig invoeren van een regeling van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden rechtvaardigt voor de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk ressorteren, uitgezonderd voor de ondernemingen van het administratief arrondissement Verviers en deze bedoeld in artikel 1, § 1, 1°, c) en d), van het koninklijk besluit van 5 februari 1974 tot oprichting van sommige paritaire comités en tot vaststelling van hun benaming en hun bevoegdheid en voor de ondernemingen uit de subsectoren wolspinnerij, breigoednijverheid, de veredelingsbedrijven die voor rekening van derden werken en van de bedrijven die uitsluitend voor rekening van derden « piqureren ».

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk ressorteren, uitgezonderd voor de ondernemingen van het administratief arrondissement Verviers en deze bedoeld in artikel 1, § 1, 1°, c) en d), van het koninklijk besluit van 5 februari 1974 tot oprichting van sommige paritaire comités en tot vaststelling van hun benaming en hun bevoegdheid en voor de ondernemingen uit de subsectoren wolspinnerij, breigoednijverheid, de veredelingsbedrijven die voor rekening van derden werken en van de bedrijven die uitsluitend voor rekening van derden « piqureren ».

Art. 2.Bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken, mag de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden volledig worden geschorst, mits ervan kennis wordt gegeven door aanplakking op een goed zichtbare plaats in de lokalen van de onderneming, ten minste zeven dagen vooraf, de dag van de aanplakking niet inbegrepen.

De aanplakking kan worden vervangen door een geschreven kennisgeving aan iedere werkloos gestelde werkman, ten minste zeven dagen vooraf, de dag van de kennisgeving niet inbegrepen.

Art. 3.De duur van de volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken mag vier weken niet overschrijden. Hij mag echter éénmaal per kalenderjaar op acht weken worden gebracht. Wanneer de volledige schorsing van de uitvoering van de overeenkomst de voorziene maximumduur heeft bereikt, moet de werkgever gedurende een volledige arbeidsweek de regeling van volledige arbeid opnieuw invoeren, alvorens een nieuwe volledige schorsing kan ingaan.

Art. 4.Met toepassing van artikel 51, § 1, vijfde lid van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, vermeldt de in artikel 2 bedoelde kennisgeving de datum waarop de volledige schorsing van de uitvoering van de overeenkomst ingaat, de datum waarop deze schorsing een einde neemt en de data waarop de werklieden werkloos gesteld worden.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt en treedt buiten werking na verloop van een termijn van één jaar te rekenen vanaf deze dag.

Art. 6.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 maart 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke kansen, Mevr. J. MILQUET Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978. Wet van 30 december 2001, Belgisch Staatsblad van 31 december 2001.

^