gepubliceerd op 10 april 2007
Koninklijk besluit tot vaststelling van de artistieke functies bij het Nationaal Orkest van België en de Koninklijke Muntschouwburg
26 MAART 2007. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de artistieke functies bij het Nationaal Orkest van België en de Koninklijke Muntschouwburg
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 37 van de Grondwet;
Gelet op de wet van 22 april 1958 houdende statuut van het Nationaal Orkest van België, inzonderheid op artikel 10, vierde en vijfde lid, ingevoegd bij de wet van 5 december 2006;
Gelet op de wet van 19 april 1963 tot oprichting van een openbare instelling genaamd Koninklijke Muntschouwburg, inzonderheid op artikel 16, § 4, ingevoegd bij de wet van 5 december 2006;
Op de voordracht van Onze Eerste Minister en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De artistieke functies, bedoeld in artikel 10, vierde lid, van de wet van 22 april 1958 houdende statuut van het Nationaal Orkest van België, zijn de volgende : - de muziekdirecteur; - de konzertmeister; - de eerste violist; - de tweede violist; - de altviolist; - de cellist; - de contrabassist; - de fluitist; - de hoboïst; - de klarinettist; - de fagottist; - de hoornblazer; - de trompettist; - de trombonist; - de tubaspeler; - de harpist; - de paukslager; - de slagwerker.
Art. 2.De artistieke functies, bedoeld in artikel 16, § 4, eerste lid, van de wet van 19 april 1963 tot oprichting van een openbare instelling genaamd Koninklijke Muntschouwburg, zijn de volgende : - de functies van de leden van het Directiecomité; - de functies vermeld in artikel 1; - de muziekadviseur; - de artistiek directeur van de kinderkoren; - de orkestintendant; - de assistent van de orkestintendant; - de orkestregisseur; - de assistent van de orkestregisseur; - de koordirigent; - de assistent van de koordirigent; - de koorinspiciënt; - de assistent van de koorinspiciënt; - de manager van het jeugdkoor; - de begeleider van de kinderkoren; - de sopraan; - de alt; - de tenor; - de bas; - de technisch directeur; - de adjunct van de technisch directeur; - de scèneregisseur; - de machinist; - de belichter; - de technici van geluid en video; - de rekwisiteur; - het hoofd van de kostuumwerkplaats; - de kostuumaanpasser; - de coupeur; - de naaister; - de kledingverver; - de kostuumversierder; - de hoedenmaker; - de schoenmaker; - de kapper; - de grimeur; - de directeur, de hoofdschilder, de schilder, de hoofdstoffeerder, het hoofd atelier rekwisieten, de hoofdschrijnwerker, de schrijnwerker, de hoofdsmid, de smid en de decorassistent van de decorateliers; - het hoofd muzikale studies; - de repetitor; - de regieassistent.
Art. 3.Onze Eerste Minister is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 maart 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT