gepubliceerd op 06 mei 2003
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 mei 1999 tot bepaling van de voorwaarden voor de indienstneming van voetbalstewards
26 MAART 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 mei 1999 tot bepaling van de voorwaarden voor de indienstneming van voetbalstewards
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden, inzonderheid op artikel 8;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 mei 1999 tot bepaling van de voorwaarden voor de indienstneming van voetbalstewards;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 6 augustus 2002;
Gelet op het advies 33.994/2/V van de Raad van State, gegeven op 4 september 2002;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 15 van het koninklijk besluit van 25 mei 1999 tot bepaling van de voorwaarden voor de indienstneming van voetbalstewards, wordt vervangen als volgt : «
Art. 15.§ 1. De organisator zet het aantal stewards in dat bepaald wordt door het aantal toeschouwers waarvoor toegangsbewijzen voor de wedstrijd ter beschikking gesteld zijn te delen door 300, zonder dat het aantal in te zetten stewards evenwel kleiner kan zijn dan 10; dit minimum aantal van 10 wordt herleid tot 5 indien het gaat om een club die in tweede nationale afdeling speelt. § 2. Wanneer een club uit een lagere afdeling dan de eerste en tweede nationale afdeling een vriendschappelijke voetbalwedstrijd met een nationaal of internationaal karakter organiseert en er zelf aan deelneemt, kan de Minister van Binnenlandse Zaken, op verzoek van de organisator, de toelating verlenen om voor deze vriendschappelijke wedstrijd minder stewards in te zetten dan hetgeen voorzien in de eerste paragraaf of geen stewards in te zetten.
De organisator dient zijn aanvraag te motiveren en er het schriftelijk akkoord van de burgemeester van de gemeente waar de wedstrijd plaatsvindt bij te voegen.
De vraag tot afwijking dient, om ontvankelijk te zijn, ten minste veertien dagen voor de voorziene datum van de vriendschappelijke wedstrijd, aan de Minister te worden overgemaakt. »
Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, op 26 maart 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE